Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3319 resultaten - Pagina 12 van 222

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Daarom geloof ik, dat in de toekomst de geleerde die Uw hemelrijk met het hart bestudeerd heeft, de oude bedorven, onbetrouwbare en zieke schriftuurlijke kraam van de Farizeeën wel helemaal weg zal moeten doen, en voor Uw leer een geheel nieuwe basis zal moeten leggen; want Uw leer is wijs en rechtvaardig en daardoor het tegendeel van die van de Farizeeën!
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Laat alles daarom de Heer der heerlijkheid uit alle hemelen loven; want geheel alleen aan Hem behoort alle prijs, alle eer, alle lof en alle liefde van de eeuwige oneindigheid!'
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Kijk, ik houd beslist zo veel van U, als een mens U maar liefhebben kan; ja, als dat mogelijk was, dan zou ik U uit pure liefde geheel in mij op willen nemen -en in mijn hart op willen sluiten!
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Alleen maar, dat je geheel gelijk hebt; want als de liefde niets nam, hoe dan ook, dan was het geen liefde; want alle liefde eist en wil hebben.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De engel zegt: 'Als een zielloos en geesteloos lichaam, dat op zichzelf bijna geheel uit materie bestaat, geen eten tot zich neemt en ook niet nemen kan, dan moet het toch de ziel en de levensgeest in dit lichaam zijn die het voedsel opneemt. Omdat het lichaam niets anders is dan een handlanger van de ziel en voor zichzelf geen voedsel nodig heeft, daarom is het dus de ziel en haar geest die zolang het voedsel van de aarde gebruikt als ze haar lichaam bewoont, en het in stand houdt doordat ze het haar afval laat eten! Want het lichaam wordt gevoed door het afval van de ziel.
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar omdat de ziel daarvan een zekere lustprikkel ondervindt, wordt ze vervolgens steeds wellustiger en wellustiger en richt zich daarna nog meer op het zwelgen en brassen, en ze wordt uiteindelijk geheel zinnelijk en in geestelijke levenszaken volkomen duister, daardoor hard, gevoelloos en tenslotte slecht, trots en hoogmoedig.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wie daarom volgens de ware orde wil leven, moet net zo leven als Ik leef en leer om te leven, dan zal ook hij de vrucht des levens in zich tot bloei zien komen en rijp zien worden. Daarin zal zich geen dode, maar een geheel levende kern vormen voor het enige eeuwige leven in de geest en deze zal zich ordelijk en voorspoedig ontwikkelen tot een heel levend zelfbewustzijn. Nu weten jullie ook in dit opzicht wat er geheel volgens de goddelijke ordening gedaan moet worden; doe dat, dan zullen jullie het leven in je hebben! .
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] In het geheel zal het toch nog wel een half uurtje zijn tot aan de afgrijselijk uitziende stormrand, en toch komt het dreun~n van de,donder machtig hierheen gerold! Daar aan de stormrand moet je er beslist doof van worden! Nu voel ik ook een behoorlijke aardschok! Merk jij daar niets van?
Hoofdstuk 208: Aardbeven, storm en onweer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar Petrus komt bij Mij staan en zegt heimelijk tegen Mij: 'Heer, heeft de geest van de Vader in U zich zo van U verwijderd, dat U nu niet in staat bent, om deze storm meester te worden? Probeer toch, als het U mogelijk is, om deze storm te laten bedaren!' Ik zeg: 'Er is een wijze reden voor, waarom deze storm, die niet lang meer zal duren, uit moet razen! Als je echter daaraan twijfelt, weet dan dat er tien vijandelijke vaartuigen op zee zijn om ons te achtervolgen en ons allemaal gevangen te nemen en te vernietigen! Deze storm doet echter met hen, wat zij met ons wilden doen. Als dat zo is, waarom vraag je Mij dan en verlang je, dat Ik deze storm, die nodig is voor ons voorlopig noodzakelijke heil, zal laten bedaren? Laat hem helemaal uitrazen, totdat het doel waarvoor hij ontstaan is geheel bereikt is, dan zal hij wel op een heel prettige manier eindigen! Kijk daar eens en zeg Mij dan, wat de huizenhoge golven van de zee, net als kwaadaardige en baldadige kinderen met hun rondslingerende speelgoed, op hun woedende ruggen heen en weer en omhoog en omlaag slingeren!'
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl Petrus een poosje naar deze taferelen kijkt, zegt hij tegen Mij: 'Heer, vergeef het mij; maar U weet dat ik nog steeds een zondig mens ben en U daarom met een echte oerdomme vraag lastig heb gevallen; maar nu is mij alles duidelijk! De slechte Farizeeën uit Jesaïra hebben in Jeruzalem hulp gehaald; tien schepen met Romeinse soldaten werden uitgerust om ons hier gevangen te nemen. Zij moesten over het water hierheen komen, omdat ze moeilijk over land hier naar Kis (dit is de naam van de plaats, die geheel aan Kisjonah toebehoorde) konden komen, en nu hebben ze voor hun moeite het welverdiende loon gekregen! Zij zullen ons wel niets meer doen, en zoals ik aan de richting van de golven zie, zullen de schepen die schipbreuk hebben geleden, met de wrakken naar Sibarah drijven waar veel rotsen zijn, waar het bij deze nooit gehoorde en nooit geziene woedende storm voor iemand heel moeilijk zal zijn het er levend af te brengen! Oh, dat is buitengewoon goed dat deze slechte overspelige soort eens in zo'n oordeel terechtgekomen is! Dit voorval zou er wel eens veel toe kunnen bijdragen de Farizeeën alle verdere moed te ontnemen om tegen U op te staan!'
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De engel zegt: 'Omdat het er om gaat, een geheel nieuw schepsel te worden en wel uit en in God. Als je eenmaal uit God een geheel nieuw schepsel en kind van God bent geworden, dan krijg je alles weer terug!
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Op alle andere hemellichamen vormen de mensen zich niet zelf, maar worden ze door God, of wat hetzelfde is, door Zijn kinderen gevormd. Hier moeten de mensen zich echter geheel zelf vormen volgens de geopenbaarde ordening, anders kunnen ze onmogelijk kinderen van God worden! En zo is een voltooid mens op deze aarde als een kind van God in alles aan God gelijk; maar een niet voltooid mens is daarentegen veel minder dan het dier!'
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Let dus heel precies op alle punten, die Ik je nu heb genoemd! Want als de boze een bepaalde ziel zover heeft gebracht -wat echt niet zoveel moeite voor hem is -dat zij op het een of andere punt toegaf, hetgeen natuurlijk een zonde tot gevolg had, dan kost het heel wat strijd om deze schade aan de ziel weer geheel te herstellen.
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De Farizeeën kunnen van verbazing bijna geen woord uitbrengen. Na een poosje horen ze echter ook in het plaatsje Kis luid roepen en jubelen; en de Farizeeën met de geheel genezen zieken lopen zo snel mogelijk naar buiten om te zien wat dat lawaai betekent. Maar dan zien ze al gauw hun zieken uit de herberg, die allen als vrolijke herten in het rond springen en voortdurend 'Heil aan de man' roepen, voor hem die hen zo wonderbaar genezen had.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar als iemand die net zo vermoeid van een dagtocht, in een herberg aankomt, meteen naar bed gaat en pas de volgende dag 's middags op staat, dan zal hij zijn verdere reis voortzetten met totaal verstijfde voeten en met een geheel verward hoofd en na een poosje lopen zal hij zo moe zijn dat hij vurig verlangt naar een rustpauze, en het kan zelfs gebeuren dat hij langs de weg blijft liggen en dood gaat als hij mogelijkerwijs geen hulp krijgt.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...