Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

282 resultaten - Pagina 12 van 19

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19
[12] Eindelijk bereikten wij de stenen wand van jullie hart. Door de bliksem en de donder van de ster stortte deze in en je kwam en zag de grote verlatenheid in je innerlijke leven. Je riep het leven; daarvan liet zich maar weinig weer terugvinden. Ik zag jullie grote nood, ging heen, riep en bracht je het leven in grote hoeveelheden!
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Waarlijk, degenen die aan donder en bliksem gewoon zijn, zullen uit ergernis de dood vinden als Ik dan tenslotte zal komen zoals Ik nu in de morgen kwam! Begrijp dat! - En doe nu allen wat Emmanuël Abba toekomt, amen; maar in jezelf, amen!"
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Het zou niet goed zijn jou de bliksem en de donder toe te vertrouwen; want onder jouw regime zou de aarde er spoedig verglaasd uitzien of net zo als op een plaats waar de felste stralen van de zon het zand in de diepere beken doet smelten en dan haar oevers bedekt met een weliswaar doorzichtig glas, - maar juist omdat het op het oppervlak dan licht opvangt en doorlaat, zal het onder het glas donkerder en kouder zijn dan daar waar het nog blanke zand zijn droge voorhoofd naar de stralen van de zon toekeert. En luister: op glas groeit in de eeuwigheid geen vrucht meer!
Hoofdstuk 143: Het offer. Lamechs vermanende vurige woorden. Over de zachtmoedigheid en het geduld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Hemel en aarde en dus ook alle elementen zet U ter wille van ons zichtbaar in de meest verbazingwekkende beweging en U laat zelfs door de ontstellende donder Uw grote liefde en erbarmen aan onze dove oren prediken; en door de meest felle, krakende bliksem wekt U onze in diepe doodsslaap verzonken ogen, opdat zij de werken van Uw oneindige Vaderliefde zullen aanschouwen, ja opdat zij U, Uzelf, zullen aanschouwen, o heilige Vader!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Luister, de storm is geheel gaan liggen; aangename rust heerst nu weer boven de hard beproefde vlakten van de aarde; van de bladeren van de bomen vallen de laatste druppels van de doorstane grote angst en een koele dauw heelt menige wond die de bliksem zeker in de gezonde stammen heeft geslagen; en een verkwikkende slaap zal zich al meester gemaakt hebben van de kleine bange kindertjes; en allen die dit lange uur van verschrikking wellicht tot vertwijfeling bracht, zullen neergevallen op de grond met door wroeging verteerde harten en badend in tranen van berouw, God voor deze redding danken.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Nog doorkruisten duizend bliksemschichten de gloeiende wolken; rondom hen heerste in nog honderd vulkanen de grootste activiteit; de zee was mijlen en mijlen ver teruggeweken; hier en daar brandden nog door de bliksem in brand gestoken bossen; dof rolde nog de donder; niet zelden sloeg een bliksemflits nog geweldig krakend in de nog hevig bevende aarde en het gehuil van de nu reeds ver verwijderde woudbewoners weerklonk nog huiveringwekkend uit de diepten!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Pas tijdens die derde rond­gang zal ook de láátste bliksem van de toorn van de aarde worden teruggenomen! ,
Hoofdstuk 210: Bezichtiging van de omgeving van het huis. Het Kindje loopt driemaal om de brandplaats. Zijn profetische woorden tegen Cyrenius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Je kunt dus heel gerust zijn, want van nu af zal Zeus weinig meer met bliksem en donder te maken hebben!'
Hoofdstuk 132: De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Daarom ben ik helemaal niet bang in deze nevel, want ik weet, dat wij allemaal desondanks nog heel ver van die dodelijke bliksem verwijderd zijn!'
Hoofdstuk 132: De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Maar daar staat dan tegen­over dat 'dicht bij Hem' zoveel betekent als dicht bij het Leven, en tevens erg ver van de dodelijke bliksem!
Hoofdstuk 132: De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] bij Hem heet het: Ver van Mij is: ver van het Leven. ..en dichtbij de dodende bliksem!
Hoofdstuk 132: De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Ik heb een betere God ge­vonden, Die niet zegt: Ver van Mij is ver van de bliksem, inte­gendeel:
Hoofdstuk 132: De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Het 'Ver van Zeus is ver van de bliksem' , komt hier allerminst uit!
Hoofdstuk 132: De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] vluchtte het daar bliksem­snel vandaan; niet één was er meer te zien!
Hoofdstuk 124: Flauwten van Tullia en van Eudokia. Giftige slangen op de top. Maria en het Kindje zuiveren die plaats. Cyrenius' gevolg ver­bijsterd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Zouden wij nu medelijden krijgen met degenen die tot offers zijn bestemd, dan zou Zeus ons bestempelen tot heiligschenners en door bliksem en donder vernie­tigen.
Hoofdstuk 69: De vreselijke angstige nacht voor de jeugdige mensenoffers. De drie duivelse afgodendienaars. Cyrenius' innerlijke woede en zijn vlijmscherpe oordeel: vrijheid voor de slachtoffers, dood aan de drie priesters - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19