Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 12 van 71

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Kijk, ik heb nu volgens de wil van de Heer door de vele ondergeschikte dienstgeesten de grote en, zoals jullie zien, zeer helder licht gevende, vurige, tongvormige levensgeesten van de oergedachten die daar aan het water speelden, hierheen gehaald! Let maar eens op hoe druk zij om de vrij voor ons zwevende vrouwelijke levensklomp beginnen te draaien! En kijk, daar beginnen alle kleinere vrouwelijke levensgeesten zich weer te bewegen en zich in te spannen om deze onrustige, mannelijke levensgeesten kwijt te raken; maar die weten van geen wijken en de opwinding van de vrouwelijke levensgeesten verspreidt zich verder en verder, tot in het hoofdlevenscentrum!
Hoofdstuk 120: De verwekking bij het dier en bij de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Na deze woorden zien allen weer met hun lichamelijke ogen en zijn buiten zichzelf van verbazing over alles wat zij gezien en gehoord hebben, en beginnen Mij luidkeels te roemen, en houden dat zo'n half uur vol.
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Door deze actie en strijd krijgen alle levensdelen al maar meer behoefte aan voedsel en door de manlijke wordt dit ook in toenemende mate naar hen toe geleid. De zich steeds meer ordenende, buitenste levensgeesten beginnen ter wille van de voeding vertrouwelijker om te gaan met de hen activerende, mannelijke geesten, de oude angst en vrees verdwijnt en dat deelt zich ook mee aan de binnenste geesten. Alles begint zich vrijer te bewegen en daaruit volgt de voltooiing van het wezen, dat nu heel snel zo ver gegroeid is dat jullie, kinderen van de Heer, reeds kunnen vaststellen welke diersoort daaruit te voorschijn zal komen. Kijk, er groeit een sterke ezelin uit en de Heer wil dat zij blijft bestaan en niet weer verdwijnt!"
Hoofdstuk 120: De verwekking bij het dier en bij de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Daarom moeten jullie er bij jullie kinderen ook bijzonder op letten dat zich in hen geen zogenaamde zwakke kanten ontwikkelen, want die worden voor ~e ziel hetzelfde als chronische, half genezen ziekten. Als het weer steeds goed is en de wind tevens uit de goede hoek komt, merkt men er niets van en de mens die ze bezit voelt zich helemaal gezond; maar zodra zich maar een begin van slecht weer aan gaat kondigen, beginnen zulke zwakke plaatsen in het lichaam zich ook meteen te roeren en maken de mensen vaak vertwijfeld van pijn.
Hoofdstuk 126: De gevolgen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk maar eens wat zo'n echt verwend kind, dat men er niet vanaf het begin af aan geleidelijk aan heeft gewend om te werken, voor een ontzettend bedroefd gezicht zal zetten, als het zo ongeveer na het twaalfde jaar serieus en definitief moet gaan werken, ook al is dat werk op zijn krachten afgestemd! Het begint te huilen, wordt diep bedroefd, mismoedig, geërgerd en kwaad op hen die het tot regelmatig werk beginnen aan te sporen,
Hoofdstuk 127: De vrees voor de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dat wat Ik jullie nu laat zien en aan jullie uitleg is slechts een voorbereiding op datgene wat de geest jullie overvloedig zal geven. Ik zou jullie nog heel veel te zeggen hebben, maar jullie zouden dat nu niet kunnen verdragen; wanneer echter de geest der waarheid zal komen, zal deze jullie binnenvoeren en begeleiden in alle wijsheid! Laten wij, nu jullie dat weten, op deze plaats meteen weer aan een belangrijke en verdere voorbereiding beginnen, en onze Mathaël met zijn vele ervaringen zal ons een ander verhaal uit zijn belevenissen vertellen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De MEESTEN zeggen: "Ja, Heer, wij begrepen deze les in ieder geval redelijk; maar als wij er ons op zouden beroemen er nu alles van af te weten dan zouden wij onwaarheid spreken. Uit de vorming van de ezelin daarstraks hebben wij wel waargenomen en gezien hoe uit de geestelijke oersubstanties een ding of een wezen ontstaat. Wij zagen immers gewoonweg het gras groeien en hoe zich een ezelin in zekere zin vanzelf uit de vuurtongen geschapen heeft. Ja, wij weten door Uw goedheid en genade zelfs, wat, wie en waarvandaan deze vuurtongen zijn en hoe zij zich samen kunnen voegen tot een duidelijk herkenbare idee en vorm. Wij beseffen heel goed dat deze talloze oergedachten van U waar de gehele oneindigheid vol van is, hoewel zij er uiterlijk hetzelfde uitzien, op zichzelf toch zeer verschillend zijn, lichter en zwaarder al naargelang hun doel hoger, ernstiger en degelijker is, en dat aan elkaar verwante oergedachten zich ook het eerst samenvoegen en een bepaald orgaan beginnen te vormen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Mathaël, doe dus weer je best en vertelons de geschiedenis die jij in Bethanië hebt gezien en meegemaakt! Wij hebben nog vier uur tot zonsopgang en kunnen daarom nog veel te weten komen en als het ware meebeleven, en jij, Mathaël kunt nu meteen met je verhaal beginnen."
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat deze stoet, volgens jouw terminologie, van het oosten naar het westen ging, duidt op een belangrijk aards sterfgeval, overeenkomstig het feit dat alles op aarde in het oosten, waar de zon opkomt, met zonsopgang ontwaakt en bij zonsondergang weer in slaap ondergaat. Maar tegelijk stemt de aardse avond in omgekeerde zin overeen met de puur geestelijke morgen en de aardse morgen met de geestelijke avond, want op de aardse morgen beginnen de meeste mensen zich zo veel mogelijk bezig te houden met de wereldse zorgen en die zijn vaak genoeg een echte en zwarte geestelijke avond zonder schemering, dus reeds letterlijk een geestelijke nacht. Alleen 's avonds, moe van de wereldse zorgen, gaan dan velen er toe over om na te denken over het verdwijnen van het tijdelijke, en zich tot God te wenden, en dat komt dan op z'n minst overeen met een geestelijke ochtendschemering.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Daar naar het oosten zie je hoge bergketens die erg dicht bebost zijn. Ga er met tien maal honderdduizend mensen heen, leg vuur aan en verbrand al die bossen, dan zullen de bergen helemaal kaal zijn! Wat zal dat echter tot gevolg hebben? De vele daardoor werkloos en naakt geworden natuurgeesten zullen dan in de vrije lucht beginnen te woeden en te razen. Ontelbare bliksems, wolkbreuken van de verschrikkelijkste aard en voortdurende hagelbuien zullen daarop de gehele wijde omgeving vernietigen. Dat is allemaal een heel natuurlijk gevolg van het vernielen van die bossen. Zeg eens, of ook daar weer sprake is van Gods toorn en Zijn wraak!
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als het 's zomers op een dag erg heet en zwoel wordt, beginnen de natuurgeesten in beweging te komen en deze toenemende beweging veroorzaakt ook de steeds grotere warmte en zwoelte. Dit groter of intensiever worden van de warmte ontstaat doordat bepaalde geesten zich dichter tegen elkaar aandrukken, hetgeen weldra in de vorm van nevel en wolken ook voor het lichamelijke oog zichtbaar wordt.
Hoofdstuk 147: De oorzaak van warmte en koude. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zelfs JARAH zegt: "Mij bevalt het ook niet! Want mij geeft het alleen maar veel vreugde als ik merk, dat bij iemand de liefde en genade van de Heer zich in zijn ziel wonderbaarlijk beginnen te openbaren; maar wanneer een ziel zich aan iets wil onttrekken is dat naar.Wie door de Heer uitgenodigd wordt om te spreken maar niet wil, mogelijk uit valse schaamte, en dan zegt dat hij geen roem zoekt, liegt tegenover zichzelf en alle anderen, en liegen is iets heel lelijks!"
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Ik wilde eigenlijk toch al niet meer aan die hele domme geschiedenis denken en deze heel stilletjes helemaal laten vallen; maar omdat U, o Heer, mij nu verzocht heeft om het hele verhaal te vertellen, heb ik dat nu ook naar waarheid gedaan en nu weet iedereen hoe het er met mij voorstond en hoe het er nu met mij voorstaat. Ik was in dit geval wel heel eigenzinnig, en er was met mij niet veel te beginnen; maar nu ben ik volmaakt in orde, herken het enig ware licht van alle leven en zal ook nooit weer proberen iemand te bedriegen.
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als echter tienmaal honderdduizend mensen druk bezig zijn om bergen af te graven en grote meren op te vullen, of om zeer brede heerbanen aan te leggen teneinde gemakkelijker oorlogen te kunnen voeren; als mensen hele bergketens dagreizenver afschuinen tot een hoogte van vierhonderd tot vijfhonderd manslengten, of grachten om de bergen graven van tweehonderd tot driehonderd manslengten diep en daardoor de inwendige watersluizen van de aarde openen, zodat de bergen beginnen te verzinken in de leeg geworden grote waterbekkens en het water zo begint te stijgen dat het in Azië bijna boven de hoogste toppen der bergen als een zee begint voort te golven -waarbij nog komt dat bij deze grote verwoesting van de bergen vele honderd duizendmaal honderdduizenden hectaren van de bosrijkste streken mee vernietigd werden, waardoor talloze myriaden aard en natuurgeesten, die voordien de handen vol hadden aan de mooiste en weelderigste vegetatie, nu opeens vrij en werkloos geworden zijn -, vraag jezelf dan maar eens af, hoe de geesten toen in de luchtregionen tekeer zullen zijn gegaan! Wat een stormen en massale wolkbreuken, wat een hagelmassa' s en hoeveel ontelbare bliksems zijn er toen meer dan veertig dagen lang uit de wolken naar de aarde geslingerd en wat een watermassa' s zullen zich toen over bijna geheel Azië verspreid hebben, en dat allemaal door louter natuurlijke oorzaken! Zeg eens, was dat weer Gods toorn en Zijn onverzoenlijke wraak?!
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zeg: "Wel, de reden is zo duidelijk, dat je er haast over zou struikelen! Als je twee stukken hout stevig tegen elkaar wrijft, worden zij warm, heet, en gaan tenslotte zelfs ontbranden en beginnen fel te branden. Waarom gebeurt dat? Omdat de in het hout en in de cellen en organen hiervan aanwezige, natuurgeesten met te veel geweld gewekt worden uit hun zwijgende en doffe rust, al gauw ieder voor zich in een sterk vibrerende beweging raken, en dan als licht en vuur zichtbaar worden. Daardoor activeren zij ook de wat tragere, aangrenzende geesten en tenslotte raken zo alle natuurgeesten in een zeer heftige beweging, of liever, in brand. Als deze beweging of het branden ten einde is, koelen weldra al deze natuurgeesten snel af; hoe heftiger een activering plaats vindt, des te sneller treedt daarna vermoeidheid bij de natuurgeesten op, daarmee de rust en daarmee de koude.
Hoofdstuk 147: De oorzaak van warmte en koude. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...