Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 12 van 1112

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Als er zo'n windgevecht op zee voorkomt, vooral dichtbij de kust, dan wordt door de wervelwind natuurlijk ook het gemakkelijk in beweging te brengen water meegesleept en daardoor ontstaan de zogenaamde waterhozen, waar iedere schipper zich voor dient te hoeden; want als een schip in zo'n waterhoos terecht zou komen, dan zou het reddeloos vernietigd worden. In de hete streken op aarde komen ook dikwijls vuurwervelwinden boven zee voor, waarvoor iedere schipper zich nog meer in acht dient te nemen.
Hoofdstuk 144: Weersverschijnselen en hun oorzaak - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Water zelfheeft een grote hoeveelheid van de jullie nu al herhaaldelijk verklaarde ethergeesten in zich. Als stof bestaat het uit buitengewoon kleine ronde blaasjes, waarin de eigenlijke ethergeesten opgesloten zitten. Omdat deze blaasjes zeer rond en glad zijn en dus niet zo sterk tegen elkaar drukken, omdat ze zeer gemakkelijk kunnen wegschuiven en elkaar voortdurend ontwijken, gedragen de ethergeesten in het water zich gewoonlijk ook rustig. Maar het water hoeft maar in een ketel op het vuur gezet te worden, of het wordt weldra onrustig; want de ethergeesten in het water worden door de activiteit van de hen omgevende gelijkwaardige ethergeesten geprikkeld, beginnen met steeds grotere heftigheid de eigenlijke waterstofblaasjes door elkaar te jagen en doen die uitzetten, en vele verlaten bij het barsten van de te sterk uitgezette waterstofblaasjes hun woonelement en ontsnappen, waarna ze zich verenigen met de vrije ethergeesten in de lucht van de aarde, ofwel ze stijgen snel omhoog, helemaal door de luchtlaag h.een tot aan hun oerverwanten.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wij weten nu dat de in hun rust gestoorde ethergeesten heel gauw actief worden en zodoende het onweerstaanbare geweld en de macht te kennen geven die hun eigen is. En kijk, dat doen ze ook als ze in het water door een steeds toenemende activiteit van buiten van hun metgezellen, door vuur dus, onrustig worden. Wanneer ze dan bij het koken nog kunnen ontwijken en in een toestand van rust kunnen komen, dan is hun dat natuurlijk liever; maar als jullie water in een stevig gesloten vat op het vuur zetten, zullen de in het water rustende ethergeesten jullie weldra laten zien wat voor geweld ze in zich hebben, als ze actief beginnen te worden. Het zal niet lang duren voor het in stukken gereten wordt, al zou het vat ook van ijzer zo dik als een arm gemaakt zijn, en de geesten zullen zich met een harde knal vrij maken en zich daarna terugtrekken in de hun aangeboren rust. -Dat is een heel aanschouwelijk voorbeeld, waar jullie nu wel en beslist nog duidelijker kunnen opmaken, dat de ethergeesten ook in het water wonen.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Boven het vasteland woeden bij zulke gelegenheden steeds hevige stormen, zoals wij er nu een meegemaakt hebben; maar als een dergelijk massaal opstijgen van onzuivere natuurgeesten ergens onder de zee plaatsvindt, dan worden de zuivere ethergeesten in het water daardoor ook direct zeer onrustig; het gevolg daarvan is gewoonlijk een springvloedstorm die voor schippers het gevaarlijkste is, omdat de golven daarbij vaak huizenhoog worden en zelfs met de grootste en sterkste schepen een kwalijk spelletje spelen als een stormwind met het kaf. Bij zulke gelegenheden worden de onzuivere geesten ook heel sterk gezuiverd; maar voor mensen is het niet bepaald ongevaarlijk om zich daar op zee te bevinden waar iets dergelijks aan de hand is.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Als de zee na een dergelijke storm weer rustig geworden is, zullen jullie het oppervlak van de zee, de touwen van het schip, de riemen en nog veel andere dingen zwak zien oplichten, net zoals jullie zojuist buiten het gras, de bomen en zelfs jullie haren hebben zien schitteren. De oorzaak daarvan is natuurlijk weer het jullie nu wel voldoende verklaarde 'elektron'; maar nu is het niet zozeer afkomstig van die speciale activiteit van de ethergeesten, maar veeleer van de gelouterde, voorheen onzuivere natuurgeesten uit het inwendige van de aarde, welke geesten zich op deze manier op zichtbare wijze nuttig beginnen te betonen aan de planten, de dieren, het water en de lucht. De oude natuurwijzen hebben dat oplichten 'tegen-elektron' genoemd.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Zeer zeker! Door te geringe activiteit en door hun drang naar rust worden ze nog nauwer tegen elkaar gedrukt, geperst in zekere zin, zonder daarbij tot enige actieve beweging te komen; zodoende worden ze zwaar in vereniging met de luchtgeesten, drukken op de geesten van het water , die daardoor eveneens volledig passief worden, en die volledige passiviteit is nu datgene wat zich aan jou als ijs op het water vertoont. Hoe minder activiteit de jullie nu voldoende getoonde geesten dus in zichzelf ontwikkelen, des te kouder wordt het dan' ook in de streken, waar aan de geesten te weinig gelegenheid tot verhoogde activiteit geboden wordt. Daarom bevriezen in de winter snel voort stromende rivieren en beken dan ook veel moeilijker dan rustig stilstaande wateren, omdat die bepaalde geesten daarin noodgedwongen veel actiever zijn dan in de stilstaand water.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu vroeg Petrus Mij: 'Heer, het oude Jericho lag toch aan de oostzijde van de rivier de Jordaan, en ik weet niet of en waar wij gisteren op onze reis hierheen de rivier overgestoken zijn; want dit nieuwe Jericho ligt toch beslist oostelijker van de rivier dan het oude lag, aangezien U ons nu de plaats van het oude Jericho getoond hebt, die van hieruit in het westen ligt. Wij zijn gisteren weliswaar een heel brede stenen brug overgegaan, maar beneden in de rivierbedding bevond zich naar mijn mening toch niet zo veel water, dat men het voor het water van de Jordaan kon houden.'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Want waar de aarde bergen heeft, daar moeten die ook zijn. Waar er bronnen, meren, beken, rivieren en zeeën zijn, daar moeten die ook zijn, net zoals de verschillende zintuigen in het menselijke lichaam. En waar zich dergelijke kwaadaardige plaatsen bevinden aan het oppervlak van de aarde, daar moeten die zijn; want de aarde, de lucht en het water moeten een vrijwel eindeloos groot aantal van de meest uiteenlopende natuurgeesten in zich verenigen, zodat daaruit allerlei mineralen, metalen en stenen kunnen ontstaan en planten en dieren, ieder naar zijn aard, hun voedsel en hun bestaan kunnen vinden en kunnen leven.
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Waar de mensen dus zulke plaatsen op aarde aantreffen waar geen enkele plant groeit en ook geen dieren van welke soort ook voorkomen, daar moeten zij zich ook niet vestigen; want daar bestaat beslist een dergelijke ondergrondse bron, via welke de zeer onzuivere natuurgeesten naar het oppervlak van de aarde gebracht worden, om zich met de lucht en het water te verenigen.
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Daarop stonden deze berg arabieren op en haastten zich naar Essea. Die met de verbrande hand haastte zich nog het meest om snel bij de bron te komen, die zich juist voor de herberg bevond waar wij verbleven, en hij vroeg de wachter van de bron om water daaruit. Deze gaf hem tegen een kleine vergoeding een grote bak met zuiver water, waar hij direct zijn hand in stak; onmiddellijk voelde hij de ondraaglijke pijn aanzienlijk verminderen, en hij prees Mij omdat Ik zijn pijn verzacht had.
Hoofdstuk 198: De Heer en de Arabische rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De leerling zei: 'Op eenzelfde manier zijn er al dikwijls enkele duizenden mensen onder de blote hemel gespijzigd! Ook heeft de Heer verscheidene keren, als men geen wijn maar alleen water had, en niet van het zuiverste soort, dat door Zijn wil voor ons en vele anderen in de beste wijn veranderd; zo heeft Hij ook door Zijn woord en door Zijn leer ons oude, bedorven en troebel geworden geloofswater levend gemaakt, gelijk de. best wijn. Werkelijk, de Heer heeft in minder dan tweeënhalf jaar buitengewoon veel grote wonderwerken gedaan, en wel zoveel, dat die nauwelijks meer te tellen zijn of in boeken beschreven zouden kunnen worden! Maar het grootste en eeuwig blijvende wonder is Zijn woord; wie zich daarnaar richt, zal het eeuwige leven in zich hebben.
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Dat kunnen we wel doen; maar het is hier een waterarme streek en de waard zal zich goed voor het water laten betalen, want hij is een zeer op winst beluste heiden, zoals de meeste Grieken. Als jullie het water willen betalen, dan kunnen wij de herberg binnengaan, een kleine pauze nemen en ons water en wat brood laten geven.'
Hoofdstuk 1: De Heer ontmoet een groep arme bedevaartgangers (ca. 17.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, dat wordt veroorzaakt door hun inwendige geest, die het licht en de regen in zijn karakteristieke eigenschappen verandert! De leeuw, de panter, de tijger, de hyena, de wolf en nog een groot aantal andere roofdieren voeden zich met het vlees van zachtmoedige dieren, en worden ook door dezelfde zon beschenen en verwarmd en ze lessen hun dorst met hetzelfde water als de zachtmoedige en tamme huisdieren; waar komt hun wildheid dan vandaan? Kijk, die komt voort uit hun inwendige geest, die het zachte in zichzelf in verscheurende wildheid verandert!
Hoofdstuk 41: De leerlingen hebben een vraag over het verduisteren van de zuivere leer van Christus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard verontschuldigde zich dat hij behalve wat water uit de regenput en schapenmelk niets te drinken had; de leerlingen namen genoegen met de schapenmelk, die de waard in ruime mate bezat, en lesten daarmee hun dorst.
Hoofdstuk 64: In de plattelandsherberg (17.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Wie in Mij en Mijn woord zal geloven en daarnaar zal handelen, uit diens lendenen zullen stromen levend water vloeien, en hij zal nooit meer dorst hebben; want hij zal het eeuwige leven in de waarheid en in de geest van alle liefde uit God in zich hebben.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...