Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 12 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[553] Marcus, de leerling van de apostel Paulus, getuigt aldus: "Toen het zesde uur was aangebroken, kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur. Om het negende uur riep Jezus met luide stem: 'Eloï, Eloï, lama sabachtha­ni?', hetgeen betekent: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?' Toen sommigen van de omstanders dit hoorden, zeiden ze: "Zie, hij roept Elia". Direct liep iemand van hen toe, nam een spons, drenkte die met zure wijn, stak ze op een riet en wilde hem laten drinken. De anderen zeiden echter: "Stil! Laat ons zien of Elia werkelijk komt om hem te redden". Jezus slaakte echter een luide kreet en gaf de geest. En het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden." (Marcus, 15:33 e.v.)
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[742] Het verstand - al zoekt het nog zo naarstig en al is het nog zo bedreven - gaat niet zo snel als de liefde. Het heeft niet die machtige, vurige drang, noch die goddelijke kracht. Daarbij komt het verstand ook niet zo snel en zo gemakke­lijk tot inzicht als de liefde, die bij het doel stil houdt en zich deemoedig buigt voor de influisteringen van de Geest. Daarom ook moet het geloof zonder terughouding het graf binnengaan, intreden in het stoffelijk, materiële omhulsel van het goddelijk leven van de Geest. Het geloof moet in de directe nabijheid de bewijzen in de vorm van de uiterlij­ke tekenen exact kunnen onderzoeken.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[11] 'Stil, jij monster, in de naam van Hem, Die hier woont, en Die Heer is van de Oneindig­heid!
Hoofdstuk 208: De nachtelijke orkaan en zijn verschrikkingen. Wilde dieren. Jozef vervloekt de storm. Berisping door het Kindje. Goed einde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Toen werd het meisje muis­stil, en geduldig zag ze toe, hoe de andere kinderen alle overige kuil­tjes bezetten.
Hoofdstuk 194: Cyrenius nu als minister. Het ontevreden meisje. Een muizenwonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] bewonderde Jonatha dit prachtige verschijnsel vanaf de heuvel. Hij bedronk zich aan het zachte maanlicht en werd er hele­maal stil van.
Hoofdstuk 174: Jozef en Jonatha houden bespiegelingen over de volle maan. Het Kindje over veelweterij in tegenstelling tot veel liefhebben. Aanschijn Gods en wezen van de maan - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Aan het eind gekomen van zijn langdurig gebed, zei hij ten­slotte: '0 Heerlijkheid der Heer­lijkheden, mijn God, mijn Schep­per heeft mij een bezoek ge­bracht! Hem, Die alle werelden en alle Hemelen schraagt. ..Hem heb Ik op mijn arm gedragen! O eindeloze genade der genade! Gij Aarde, zijt gij deze genade wel wáárd?! Ja nu begrijp ik de woor­den van dat Godskind: " Je hebt méér gedragen dan een we­reld!" , ...Toen werd Jonatha stil, en van pure verrukking kon hij een uur lang geen woord meer uitbrengen.
Hoofdstuk 166: Jonatha bij zijn jeugdvriend Jozef. Het verhaal van Jonatha. Zijn vragen over het bijzondere Kindje Jezus. Jozefs mededelingen over het Kindje. Ootmoed en liefde van Jonatha jegens het Kindje en zijn gebed - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Maria sprak: 'Geduld Eu­dokia: Na die sterren zul je ook de zon nog zien opkomen. In het licht daarvan pas zul je ge waar worden waar je bent! Maar stil nu: daar komt Cyrenius aan!'
Hoofdstuk 110: Tullia in koninklijk gewaad gehuld. Eudokia's verdriet en troost van het Kindje. Vreugdetranen van Eudokia. Maria 's medeleven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[31] Wees nu stil. Ze komen te­rug! Laten we wat we gehoord hebben morgen maar eens goed onder elkaar bespreken. Stil nu, daar zijn ze.'
Hoofdstuk 87: Maria als voorbeeld van vrouwelijke deemoed. Lof­ en danklied van Jozef en zijn zonen. Zegenrijke uitwerking op de drie afgodendienaars - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Cyrenius was zo verwon­derd over deze vraag, dat hij stil hield, en niet wist wat aan het Kindje te antwoorden. Hij zag im­mers duidelijk de zijne -wel drie­maal zo lang als de twee van het Kindje samen!
Hoofdstuk 60: Cyrenius' woede over Herodes door het Kindje bekoeld. 'Wie heeft de langste arm,' vraagt het Kindje. Een vernietigings­wonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Reeds bij de geboorte van dit Kindje deden zich tekenen voor, waarover iedereen verbijs­terd was: de hemelen werden ge­opend, de wind ging liggen, beken en rivieren kwamen tot stilstand, en de zon hield stil op een punt van haar baan aan de horizon!
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] U ziet -en iedereen kan dat zelfs op klaarlichte dag constate­ren -de ster staat inderdaad stil boven deze stal! Hij was onze gids hierheen, maar boven deze stal bleef hij staan, waaruit wij conclu­deren dat wij ongetwijfeld de plaats hebben bereikt, waar dat Wonder van alle wonderen in le­venden lijve verblijf houdt: een pasgeboren Kind, een Koning der Koningen, de Heer aller Heersers in eeuwigheid!
Hoofdstuk 29: Jozefs angstig gebed tot de Heer. De Perzische karavanen voor de grot. De hoofdman verbaasd. Goede getuigenis van de drie wijzen over het Kind, en de waarschuwing voor Herodes (14 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] En er staat bij, dat al de­genen, die die ster zullen ontdek­ken zich op reis moeten begeven en trekken, waarheen de machti­ge ster hen leiden zal; want daar waar die ster stil zal blijven staan, zullen ze de Heiland van deze we­reld vinden.
Hoofdstuk 29: Jozefs angstig gebed tot de Heer. De Perzische karavanen voor de grot. De hoofdman verbaasd. Goede getuigenis van de drie wijzen over het Kind, en de waarschuwing voor Herodes (14 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] En er was ook nog een beekje, met een sterk verval van de berg neerkomend. Maar zijn water stroomde niet omlaag het dal in, maar het stond­ of hing ­stil in zijn bedding! Het leek wel of op de aardbodem alles plotseling levenloos was geworden. ..; je zag geen enkele beweging!
Hoofdstuk 15: Maria in de grot. Jozef zoekt te Bethlehem een vroedvrouw. Wondere ervaring van Jozef. Getuigenis van de natuur. Jozef ontmoet een vroedvrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] En ik zag ook schapen, door herders geweid. Maar die schapen stonden onbeweeglijk stil, terwijl ook een hand, die een herder geheven had om achter­blijvers op te jagen, als versteend omhoog geheven bleef; kennelijk kon de herder hem niet bewegen!
Hoofdstuk 15: Maria in de grot. Jozef zoekt te Bethlehem een vroedvrouw. Wondere ervaring van Jozef. Getuigenis van de natuur. Jozef ontmoet een vroedvrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] 'O Jozef, kunnen we hier niet stoppen. .., Degene, Die in mij is begint mij nu toch wel vrese­lijk te benauwen; laat daarom stil­houden!'
Hoofdstuk 14: Maria is schijnbaar humeurig. Begin van de weeën. Maria in de grot - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20