Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 12 van 1037

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[21] Petrus liep dadelijk naar voren waar Ik was, en klaagde Mij zijn nood. Ik zei toen, terwijl Ik juist voor het huis van Jonaël bleef staan: Ga en breng die mens bij Mij!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Toen keek de jongeman de burger aan en deze begon te beven en terwijl de jongeman hem voortdreef, volgde hij Petrus zonder tegenspraak naar Mij. Ik zag hem aan en de burger bekende, dat hij gelogen had en dat hij zo'n magiër nooit gezien had, maar dat hij alleen maar over zo'n magiër had horen spreken en alleen maar had willen testen of deze leerling wel gelovig genoeg was, waar hij overigens beslist geen kwade bedoeling mee gehad had.
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] op Mijn roepen komen ze allen snel aanlopen, haasten zich met verheerlijkte gezichten naar Mij toe, en danken Mij met tranen in de ogen dat Ik hun door deze slechte mens belasterde onschuld weer gezuiverd heb!
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei echter tegen de knechten: 'Ga naar uw heer en zeg hem: zijn en uw Heer laat weten dat Hij, tesamen met allen, die bij Hem zijn, bij hem het middagmaal zullen gebruiken!'
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Het hele kasteel is dan meteen een en al actie, de koks en kokkinnen duiken in de provisiekamers en torsen massa 's eetwaren naar de keukens, en de tuinlieden haasten zich de grote tuin in om allerlei heerlijk fruit te plukken.
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Na een poosje komt de kasteelheer, omgeven door honderd van zijn voortreffelijkste dienaren, in piekfijne kledij naar Mij toe, buigt driemaal tot hij bijna de grond raakt, en verwelkomt Mij en allen die Mij vergezellen, en dankt voor de hoge eer die hem te beurt valt, want hij denkt dat Ik werkelijk een vorst uit Rome ben.
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als dat nu het 'loon' van de waarheid is, welke ezel of os zal dan verder nog een vriend van de waarheid willen zijn? Je kunt de waarheid beter als een gevangene in je eigen borst opgesloten houden en je vrij onder de mensen bewegen, dan de waarheid de vrijheid te geven, en zelf naar lichaam en ziel gevangene worden. Want als het lichaam versmacht in een kerker, kan de ziel op haar beurt niet in een park gaan wandelen.
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Volgend voorbeeld: iemand betaalt, zoals maar al te vaak gebeurt, aan een slimme handelaar veel te veel geld voor bepaalde goederen. De bedrogene heeft veel geld en goederen en merkt niets van het bedrog en voelt zich opperbest. Nu komt er echter een waarheidslievend mens, die het bedrog gemerkt heeft, en die maakt het de bedrogene duidelijk, hoe hij door zijn zakenman voor zoveel geld bedrogen werd! Pas op dat moment wordt de bedrogene ongelukkig, hij gaat naar de rechter en geeft veel geld uit om de bedrieger gestraft te krijgen. Heeft deze waarheid hem iets goeds gebracht?! Nee, alleen toorn en wraak heeft het bij hem gewekt en het heeft hem er toe gebracht nog méér geld uit te geven! De bedrieger echter, die goed liegen kon, wist de zaak zo te verdraaien, dat men de waarheid van de verrader niet alleen niet geloofde, maar hem ook nog als een kwaadwillige lasteraar in de gevangenis zette! Vraag: wat voor loon gaf de waarheid hier nu weer aan haar vriend?!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Jonaël zegt: 'Ik zeg u: Kijk eens een beetje beter naar ons gezelschap; misschien valt u dan toch iets op! Wat denkt u van die vele heerlijke jongemannen, die u in ons gezelschap ziet? Kijk eerst en spreek dan!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu wendt de koopman zich geheel tot Mij en zegt: 'Heer van al deze mensen, die ut naar het mij toeschijnt, volgen als lammeren hun herder, zeg mij toch, met wie ik de hoge eer heb te spreken! Want ze vroegen het mij en ik raadde de hoogste aardse positie die ik ken; maar men zei mij, dat ik het mis had. Daarmee houdt voor mij alles op; wilt u mij daarom de eer aandoen, mij iets naders over uw maatschappelijke staat te vertellen!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het is nu al de derde dag dat Ik in Sichar verblijf en het is van daar naar de stad een wandelingetje van enige landwegen; het zou Mij erg verwonderen, als u van uw collega 's uit de stad niets over Mij gehoord had!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Nu zal het middagmaal voor u allen echter wel klaar zijn; komt daarom allemaal en eet en drinkt naar hartelust!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Nu dan, alles is tot zover naar wens; al het andere zullen we dan nog geheel doornemen en afspreken! En breng ons dan nu maar allen in de grote zaal. Maar die mannen daar helemaal achteraan, laat die hier, die horen niet bij Mij, maar alleen maar bij de wereld!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik geef echter wel aan de armen die naar mij toekomen, en heb geen hond om een bedelaar van de deur te houden. Alleen dit bos, waar ik erg van houd, zie ik niet graag gebruikt door vreemden en armen, omdat ze de tuinen en nieuwe beplantingen vaak moedwillig beschadigen, en omdat ze daarin als hongerigen en dorstigen toch niets vinden waarmee ze zich kunnen verzadigen en hun dorst kunnen lessen. Daarentegen heb ik op ongeveer twintig landwegen gaans van hier een groot vijgen en pruimenbos aangeplant; daar mogen alle vreemdelingen en armen vrij plukken, alleen mogen ze de bomen niet beschadigen, en daarvoor heb ik er ook een aantalopzichters lopen.
Hoofdstuk 59: Ezau's slot. Vrees voor Wie hij lief moest hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Laat het echte beheer maar aan God de Heer over, en geef aan degenen, die de Heer naar je toestuurt, en dan zal je vermogen niet kleiner worden! Heb je dan niet vele en grote akkers en weiden, en tuinen volooft en druiven, en zijn je uitgebreide stallen niet volossen, koeien, kalveren en schapen? Kijk, als je daarmee handel drijft, dan zal de zegen van God je steeds datgene volledig vergoeden, wat je in de loop van het jaar aan de werkelijk armen hebt gegeven; maar wat je op de rentegevende rekening van de rijken wegzet, zal je van bovenaf nooit worden vergoed, en je zult veel zorgen hebben en je steeds afvragen, of ze je geld wel goed beheren. Doe daarom, zoals Ik je nu gezegd heb, dan zul je een goed en zorgeloos leven hebben, en alle armen zullen je liefhebben en overal waar het maar mogelijk is zegenend van dienst zijn, en de Vader in de hemel zal je doen en laten steeds zegenen; en zie, dat zal beter zijn dan de steeds grotere zorgen die de rentegevende rekeningen je zullen geven!'
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...