Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

242 resultaten - Pagina 12 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[19] Degene die zij zochten in het oneindige en ontoegankelijke, vonden zij niet en zij waren uiteindelijk genoodzaakt uit eigen nietigheid een god te creëren die echter dan pas god is wanneer het hun als oppergoden belieft zo'n begrip in hun voorstellingsvermogen op te nemen. Om deze klaarblijkelijke domheid in één oogopslag in te kunnen zien, heeft men mijns inziens absoluut niet meer nodig dan het verstand van een kind van hoogstens vijf tot zeven jaar. Een eenvoudig mens voor wie zelfs het woord 'wijsbegeerte' of 'filosofie' even vreemd is als de beide polen van de aarde, zal bij een dergelijke voorstelling van de Godheid ogenblikkelijk met het weliswaar hoogst simpele, maar des te treffender antwoord voor den dag komen en zeggen:
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, kom maar weer overeind, dan zal na het nuttigen van de maaltijd aan Mijn tafel al spoedig duidelijk worden hoeveel je van dit weinige opeens zult kunnen begrijpen. Maak je echter van de maaltijd geen al te grote voorstelling, want hier zul je in de letterlijke betekenis van het woord merken dat 'kort haar snel geborsteld is'. Van de zogenaamde hemelse zwelgpartijen is hier geen sprake; men eet hier heel eenvoudig en leeft zogezegd op water en brood. Je zult echter spoedig ontdekken dat Mijn kinderen ondanks deze eenvoudige kost er buitengewoon goed uitzien. Ga daarom nu aan tafel, want deze is al voorzien van water en brood, en eet en drink zoals je Mij zult zien eten en drinken.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jellinek bekijkt de danseressen met grote aandacht en zegt daarop met een diepe zucht: 'Ach broeder, ik kan er niets aan doen, maar bij het zien van zo'n voorstelling heb ik altijd hetzelfde gevoel! Ik moet je heel eerlijk bekennen dat ik daar nooit echt plezier aan heb beleefd. Integendeel, ik werd daarbij steeds vervuld van een zeker gevoel van weemoed en verliet dan heel zonderling gestemd het theater. Ik dacht op aarde vaak na over dat eigenaardige gebeuren in mijn gemoed. Maar ik was nooit in staat daarvoor een redelijke verklaring te vinden. Maar nu gaat mij heel duidelijk een licht op, en dat verheugt me meer dan al deze danskunstvoorstellingen. De oorzaak ligt in het volslagen nutteloze van dit gedoe met armen en benen. Zeg eens, welk nut kan men met deze kunst ooit beogen? Volgens mij niet het allerminste! Alle andere kunsten, de muziek, de dichtkunst en de schilder- en beeldhouwkunst, kunnen in hun zuivere en waardige vorm voor het menselijk gemoed van wezenlijk nut zijn. En wel, omdat ze het hart kalmeren en veredelen, en zodoende niet zelden een ruw mens tot een zachtmoedig en gevoelig mens opvoeden, en een ware liefde in zijn hart opwekken. Ook al laten we deze danskunst een nog zo'n. zuivere en waardige richting inslaan, toch zullen door haar meestal slechts onzuivere gevoelens in een ziel worden opgewekt. De natuur van bijna iedere man wordt na een dergelijke uitvoering steeds veel zinnelijker en begeriger.
Hoofdstuk 58: Toets voor Roberts vrienden met betrekking tot hun liefde voor de vrouw. Goede beantwoording door Jellinek en Messenhauser - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Wanneer jullie, lieve vrienden, het niet beneden jullie waardigheid achten om ook ons arme schepselen bij gelegenheid een wat betere voorstelling van God te geven, dan zouden jullie ons een grote vreugde bereiden.
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Men heeft ons in de wereld de Godheid steeds op zo'n manier afgeschilderd, dat juist deze voorstelling van God ons ieder werkelijk Godsbegrip ontnam. God zou uit drie personen bestaan, die ieder voor zich volkomen God zou zijn, wat toch kennelijk tot drie Goden zou moeten leiden! Maar deze drie Goden zouden toch geen drie Goden, maar slechts één God zijn! Ieder van de drie Goden heeft wel zijn eigen taak. Zo hangt bijvoorbeeld God de Zoon sterk af van God de Vader en mag slechts datgene doen en onderrichten wat de Vader wil. En toch wordt er weer beweerd: Zoon en Vader zijn volkomen één! Met de Heilige Geest weet men eigenlijk helemaal niet waar men aan toe is. Is hij meer of minder dan de Vader of de Zoon? Hij zou uit beiden voortkomen en wordt als een duif boven beiden uitgebeeld! Dan zijn er nog die miljarden hosties, waarvan ieder eveneens volkomen God zou zijn! Kan een mens nu daaruit ooit tot een duidelijk inzicht komen over het wezen van God? Heb daarom geen hekel aan ons verzoek, want het inwilligen daarvan is voor ons belangrijker dan deze wijn.'
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De generaal zegt: 'Broeder, je hebt een totaal verkeerde voorstelling van Christus de Heer! Zoals gezegd, je ziet door de bomen het bos niet meer. Wij allen hebben hier duidelijk gehoord, hoe onze allergrootste Vriend jou de herkenningstekens heeft gegeven en je ook heeft beloofd, dat de Heer tegelijk met jullie in dit huis zal aankomen. Wel, kijk nu maar eens uit naar iemand die precies op Hem lijkt. Vind je zo iemand, houd hem dan voor de Heer. Want ik zeg je, de Heer, God Jezus, is hier even eenvoudig en zonder praal als Hij op aarde was. Van een of andere pracht en praal is bij Hem geen spoor te herkennen.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Robert zegt: 'Heer en Vader, dat het zo is, zien wij nu duidelijk in, maar de kern ervan nog lang niet. Want van de nodige tegenstellingen of objecten, die voor het zichtbaar maken van iets, dat 'het eerste' is, noodzakelijk zijn, kan ik mij nog niet zo goed een voorstelling maken. Een eerste moet toch beslist iets heel gedegens zijn, anders zou daaruit nooit een tweede kunnen voortkomen. Nu kan men zich afvragen, waarom dit eerste uit het uit haar ontstane tweede, voor zijn eigen openbaring een object moet vormen om voor die tegenover hem staande tweede zichtbaar te worden.'
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Aan de andere kant wordt alles getolereerd wat maar kan bijdragen tot het doden van de geest. Zoals: het dulden van alle soorten ontucht, al wordt er soms voor de schijn door de politie openlijk tegen opgetreden. Verder is het toegestaan om liederlijk te leven en te zwelgen zoveel de arme, onopgevoede mensheid maar wil, omdat ook genotzucht een heel nadelige invloed heeft op de geest. Eveneens zijn schunnige komedies geoorloofd; daarin mag het zo heet toegaan als maar mogelijk is. Als er maar geen politieke toespelingen of geestopwekkende dingen in voorkomen, kan de voorstelling zonder enig bezwaar van start gaan, omdat ze een doorslaggevende invloed heeft op de onderdrukking van de geest.
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Zeg me eens, ervaren beschermheilige inzake geboorte-aangelegenheden, hoe vaak moet een mensenziel dan eigenlijk geboren worden voordat ze eindelijk eens kan zeggen: nu ben ik goddank voorgoed uit het laatste moederlichaam in een blijvend daglicht gekropen? Ik geloof dat bij jouw voorstelling van de hemel geen enkele ziel het ooit zo ver zal brengen. Geen wonder dat een Nicodemus, toen Christus hem iets onthulde over de wedergeboorte van de geest, zich genoodzaakt zag om te vragen of hij dan weer in een moederlichaam zou moeten kruipen. Het lijkt me dat jullie hele hemelse wijsheid uit niets anders dan uit geboorte en dood en dan weer uit wedergeboorte en dus ook uit herhaald sterven is samengesteld! Zeg ons toch eens oprecht hoe vaak je je hemelse vroedvrouwenwerk nog voor ons zult verrichten, voordat we het werkelijke gezichtsvermogen terugkrijgen? Licht, licht, vriend de vroedvrouw! Dan zal alles zonder veel verloskundig werk beter gaan, want zonder licht is al het gezwets oudewijvenkoek! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De monnik Thomas zegt: 'O Heer, U vraagt mij, alsof ik U iets zou kunnen zeggen wat U nog niet wist. Kijkt U maar eens in mijn hart en U zult daarin nog die oertekst vinden, die Uw almachtige rechterhand heeft opgetekend. Uit deze tekst spreekt een oneindige grootsheid en verhevenheid, zodat mijn hart U alleen daardoor kon aanvoelen. Het was daarom nooit in staat zich U anders voor te stellen. Iedere bekrompen, heers- en hebzuchtige voorstelling van U kon daardoor in mijn hart nooit postvatten. Om deze reden kon ik ook nooit het geloof in de Godheid van Jezus, de Gezalfde, echt helemaal aanvaarden, hoewel ik strikt genomen nooit aan die mogelijkheid heb getwijfeld. Toch zou de Godheid van Christus duidelijker zichtbaar naar voren hebben moeten treden, ongeveer zoals bij de apostelen, dan zou ik wel tot een vast geloof genoodzaakt zijn geweest. Dat was echter ongetwijfeld om wijze redenen nooit het geval. Christus of Zijn Geest liet altijd toe, dat de roomse curie van Hem mocht maken wat ze maar wilde.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De franciscaan zegt: 'Heer graaf, u benadert deze kwestie wat al te behoedzaam. Ik zeg u, men moet de woorden van God niet zo letterlijk nemen, daar de hele Schrift toch enkel een zinnebeeldige voorstelling is van de hogere moraal, zoals een volmaakt mens die zou moeten hebben. Onder de lampolie wordt hoofdzakelijk de ware liefde tot God verstaan en onder het licht van de lamp de uit de liefde voortvloeiende wijsheid. De dwaze maagden hadden echter geen liefde en wilden ook de anderen hun liefde ontnemen, maar deze waren verstandiger en lieten zich niet misleiden. Zij gelastten de liefdelozen om de wereld in te gaan opdat zij daar de liefdesolie zouden kunnen halen. De liefdelozen gingen en vulden hun lampen, of beter gezegd hun harten, vol wereldse liefdesolie. Toen zij met de wereldse liefde in het huis van de bruidegom wilden terugkeren (waarin wij ons hier, zoals ik mij niet zonder reden voorstel, reeds geruime tijd bevinden), of beter gezegd: toen zij zonder ware liefde bij God aankwamen en toegang tot het hemelrijk verlangden, kon de Godheid toch nauwelijks iets anders tot hen zeggen dan: 'Ik ken jullie niet met die liefde van jullie, die Ik nooit als de Mijne heb voorbestemd! Ga dus daarheen, waar je liefde van afkomstig is!' Ziet u, heer graaf, zo begrijp ik deze en nog veel andere teksten, en zo is het ook bedoeld. Daarom meen ik dan ook, dat u de Godheid van al te veel hardheid beschuldigt. Laten wij ons nu eens allen daaroverheen zetten en de geboden hulp aangrijpen! Werkelijk, het kan ons niet zo slecht vergaan, dat zegt mijn hart me!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Mathilde zegt: 'Nee, nee, nu hebben we allebei plaats genoeg. Ik ben je zelfs veel dank verschuldigd, omdat je mij de moed hebt gegeven en de weg hebt gewezen. Ik heb me er nooit een juiste voorstelling van kunnen maken, hoe men God eigenlijk waardig zou moeten liefhebben. Daarom was ik ook zo verbaasd, toen onze Heer en Vader mij riep om aan Zijn zalige borst te komen. Ik kon mij zo'n toenadering nooit ofte nimmer voorstellen, maar nu zie ik duidelijk in hoe bij God dan toch alle dingen mogelijk zijn. Hem zij daarom voor eeuwig al mijn liefde!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Minerva zegt: 'Dat is me een vreemde hemeldame; deze allerordinairste proletarische trien, en voor haar zou ik uiteindelijk nog respect moeten hebben?! Ik, het eerste wezen van de hele oneindigheid, en die daar, het minste uit het allerarmzaligste en beruchte Lerchenfeld! Je hebt wel een fraaie voorstelling van een hemeldame, als je dit echte Weense misbaksel voor zoiets aanziet! Gefeliciteerd, je hebt het met je wijsheid in de hemel werkelijk al ver gebracht!'
Hoofdstuk 42: Minerva voor de poort. Onvriendelijke ontmoeting met Helena. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Neen, zo dom als deze geestenwereld in elkaar zit, dat gaat elke menselijke voorstelling te boven! Een boek verdwijnt vanzelf wanneer men het - en terecht - een beetje bekritiseerd heeft. Dat is niet slecht!
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Welnu, onze man heeft reeds de zee bereikt; geen enkel landtongetje onderbreekt nu ergens meer het eindeloze watervlak van deze zee, wat zijn oorzaak vindt in het grenzeloze onbegrip van deze man en in dit overeenkomstige beeld uitgedrukt wordt. Ook duidt het die toestand bij de mens aan, waarin hij zich hoegenaamd geen voorstelling kan maken van wat dan ook en letterlijk zo volkomen verdwaasd is, dat al zijn begrippen chaotisch in een zee van onzin samenvloeien.
Hoofdstuk 11: De benauwde toestand van onze wandelaar; zijn verdere monoloog en zijn ergernis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17