Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

384 resultaten - Pagina 13 van 26

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26
[5] Als nu de mensen op deze aarde zich deze orde van Mij niet willen laten welgevallen en aan de hand van hun verstand en vrije wil een andere en naar zij menen betere en wijzere orde voor zichzelf willen scheppen -wat zowel aan deze als aan gene zijde heel vaak het geval is -moeten ze het aan zichzelf toeschrijven, wanneer ze daardoor in plaats van in een betere, in een steeds maar slechtere toestand van leven en bestaan terechtkomen en tenslotte zozeer verdwaald en uitgeput raken, dat zij -helaas -op geen enkele andere manier geholpen kunnen worden dan door het voelen van alle denkbare kwellende toestanden, die ze zichzelf bezorgd hebben; en dergelijke gevoelens duren dan net zo lang, tot een ziel in zichzelf begint te keren en steeds meer inziet dat zij, door zich tegen Mijn orde te verzetten, noodzakelijkerwijs haar toestand nooit zal verbeteren, maar alleen verslechteren.
Hoofdstuk 111: Waarom uiterlijke vormen vernietigd dienen te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Wij troffen hier zeker geen wereldse rijkdommen aan en geen bont gedoe van mensen, zoals dat in de steden het geval is, waar niets anders dan handel en nog eens handel, bedrog, leugens en huichelarij bedreven wordt, en alle mensen van God de enige Heer afgekeerd raken en de mensen dag en nacht elkaar opjagen, ruzie met elkaar maken en elkaar bedriegen en vervolgen; toch troffen we datgene aan wat wij nodig hebben om in leven te blijven, maar vooral rust in ons gemoed en ook een goede gelegenheid om ons steeds meer vertrouwd te maken met de ene, enig ware God van de Joden, Zijn geboden steeds weer gewetensvol te houden en onze kinderen in Zijn geopenbaarde orde op te voeden.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik, zei: 'Dat zijn jullie wel, maar toch zal er van nu af gerekend geen jaar voorbijgaan en zullen jullie je aan Mij ergeren, Mij verloochenen en verraden! Waarlijk Ik zeg jullie nog meer: als Ik als jullie Herder binnenkort gedood wordt, zullen jullie als Mijn schapen verstrooid raken. Ik zal jullie na Mijn opstanding wel weer bij elkaar brengen en jullie, voorzien van alles, de wereld insturen om alle mensen Mijn evangelie over de komst van het rijk Gods op deze aarde te verkondigen, en jullie zullen vele aanhangers krijgen maar uit deze aanhangers zullen weldra volgelingen opstaan, die in jullie voetstappen treden en eveneens in Mijn naam zullen onderrichten.
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Toen Ik dat had gezegd, verdwenen de letters boven en onder de zon, en de nevels in het Jordaandal begonnen op te lossen, omdat de zon begon met haar stralen de landstreken van het Beloofde Land te beschijnen.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar bezie in deze tijd en ook in de veel vroegere tijden eens de vele duizenden soorten lekkernijen waarmee de mensen hun maag en hun buik vullen, dan zal je direct duidelijk worden wat een ongelooflijk grote hoeveelheid van allerlei ongegiste en derhalve onreine, kwade en schadelijke substanties bij zo'n gelegenheid vaak het hele menselijke lichaam in bezit nemen en het langzamerhand steeds meer beginnen te martelen en te kwellen! Want zulke uiteenlopende substanties raken dan in een menselijk lichaam in een constant gevecht, dat het alleen voor een poos kan temperen door zijn toevlucht te nemen tot allerlei uit ervaring bekende kruiden en wortels en met behulp daarvan de neiging van de inwendige zielensubstantie tot revolutie te stillen
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Daarop zei Rafaël: 'Beste vriend en broeder, dat is bij de burgers van deze wereld wel gebruikelijk, omdat jullie wil en de kracht om die ten uitvoer te brengen nog met veel zwakheden behept is; maar voor ons, burgers van de hemel van de Heer, is dat niet meer het geval, maar wat wij wensen en willen is er al op hetzelfde ogenblik en zo volmaakt als maar mogelijk is. Sta nu op en bekijk deze streek een beetje, dan zul je volkomen overtuigd raken van de waarheid van wat ik je nu heb gezegd!'
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Ja, mijn beste vriend, het rijk Gods heeft in alle opzichten een eindeloze uitgestrektheid! Als wij volmaakte geesten ons niet sneller zouden kunnen bewegen dan jullie mensen op deze aarde, zou het er met het verrichten van de wil van de Heer op zeer veraf gelegen plaatsen van Zijn scheppingen erg bedenkelijk uitzien -maar omdat de tijd en de ruimte voor ons volmaakte geesten helemaal geen belemmering kunnen vormen, kan ook de orde van de Heer in de hele oneindigheid nooit ook maar enigszins verstoord raken. Begrijp je dat, mijn beste vriend en broeder?'
Hoofdstuk 202: Rafaëls bewijs van zijn snelheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Ik zei tegen Simon Juda:'Nu heb je volkomen goed en juist geoordeeld; maar je zult tevens hebben gemerkt dat jouw vlees je dat oordeel niet heeft ingegeven, maar alleen Mijn geest in jou! Daarom moet ook jij proberen je wereldse verstand en wereldse wil volkomen kwijt te raken, dan zal het hemelse begrip van de geest en de kracht van het hemelse willen je volkomen eigen worden!
Hoofdstuk 214: De beelden van het uitrukken van de ogen, het afhakken van de handen en van het eten en drinken van het vlees en bloed van de Heer (20.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Hij is een Galileeër en van beroep pottenbakker. Hij is van al Mijn leerlingen het meest bedreven in de Schrift en als leraar een begaafd redenaar; maar hij is daarbij zeer geldzuchtig, en dat is de eigenlijke duivel in hem die hij niet kwijt zal raken -want alle soorten duivels en boze geesten zijn, als ze het hart van een mens eenmaal in hun greep hebben gekregen, gemakkelijker uit de mens te verwijderen dan de gierigheidsduivel.
Hoofdstuk 223: Judas Iskariot (30.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Als jullie dat bezien, moeten jullie erkennen dat er een streven naar buiten en een streven naar binnen bestaat -geestelijke mensen en wereldse mensen. Beide strevingen hebben, omdat ze aanwezig en derhalve door de geest Gods ingesteld zijn, een middelpunt, waar de twee soorten elkaar raken en in Mijn ogen, die van de Vader, gerechtvaardigd zijn. Beide strevingen kunnen zich echter ook van dat middelpunt -of beter: van het rustpunt van Mijn scheppen verwijderen en dan in verkeerde dingen verstrikt raken.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Na deze woorden renden al die aarzelende toeschouwers naar Mij toe, en ieder van hen probeerde Mijn handen te pakken of Mijn kleed aan te raken. Daarbij stonden hen allemaal de tranen in de ogen; want ze werden machtig doordrongen van Mijn geest van liefde, die in hen een vurig verlangen naar Mij wekte.
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Daarop vroeg de opperstadsrechter Mij: 'O Heer en Meester, die alle dingen geheel en al weet, hoezo hebben deze vogels dat water eigenlijk nodig voor hun verdere vlucht? Want voorzover ik weet heb ik wel altijd opgemerkt dat de vogels in verhouding tot hun grootte tien keer meer water tot zich nemen dan enig ander dier, en toch raken ze geen urine kwijt; ik heb tenminste nog nooit opgemerkt dat een vogel heeft gepiest, en U hebt nu gezegd dat deze vogels het water echt nodig hebben om verder te kunnen vliegen, terwijl ik in de mening verkeerde dat het water samen met het voedsel dat ze tot zich hebben genomen hen alleen maar zwaarder maakt, zodat het moeilijker voor hen is om verder te vliegen!'
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Lazarus, die zich intussen met spijs en drank had gesterkt en nu frisser en monterder was dan ooit tevoren, gaf opdracht tot een groot feestmaal, dat naar Joods gebruik bij geen enkele blijde gelegenheid mocht ontbreken. Hij nodigde Mij uit om het met de zijnen te willen delen en vroeg of hij ook zijn buren mocht uitnodigen, die nog niet aanwezig waren. Dat stond Ik hem graag toe; want het stemde overeen met Mijn wil dat deze daad in de wijdste kringen bekend zou raken, omdat nu begonnen zou worden aan de laatste en grootste visvangst voor Mijn rijk.
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Velen zullen zich er nu misschien over verbazen, dat Mijn leerlingen na zoveel onderricht en bewijzen van Mijn goddelijkheid in Mij toch nog altijd in tweestrijd met zichzelf konden raken en konden gaan twijfelen. In dit verband moet er echter steeds op de zwakke, menselijke natuur gewezen worden, waarvan het overwinnen voor hen nu weer moeilijker werd dan voor jullie tegenwoordig omdat iedereen die maar enigszins gelooft Mijn hele leven nu met één blik kan overzien en Mijn overwinnen van de dood zich als voornaamste punt voor ogen stelt, terwijl destijds een ontwikkeling van hun zielen alleen mogelijk was samen met Mijn ontwikkelingsgang, waarvan dat voornaamste punt als bekrachtiging van Mijn leer immers pas het sluitstuk vormde.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] De volgende dag kwam Simon Petrus naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, wij zien nu allemaal heel goed in dat wij verkeerd gehandeld hebben, aangezien God Zelf zeker nooit de hulp of zorg van mensen nodig zal hebben; maar toch is ons tot nu toe nog steeds niet zo duidelijk hoe het komt dat Uw lichaam soms in een soort tijdelijke onafhankelijkheid van Uw innerlijke geest verkeert, zodat het ook in Uw woorden klinkt alsof U nu eens de eeuwige geest Gods in persoon Zelf bent, maar dan weer alsof Uw lichamelijke mens geheel en al onafhankelijk en slechts bij tijd en wijle van Hem doordrongen is! Wij raken daarbij steeds in een bepaalde tweespalt in onze zienswijzen, die U ons zeker zult vergeven, omdat wij U immers vast aanhangen en in U geloven, maar U toch in Uw innerlijke natuur nog niet helemaal begrijpen. Hoe is het daar nu eigenlijk mee gesteld!'
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26