Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 13 van 92

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Een echte profeet moet door zijn medemensen op een bepaalde manier geëerd worden, want zijn voorspellingen en soms ook zijn daden, als bewijs van het goddelijke van zijn roeping, moeten de gewone, alledaagse mens toch een zeker respect inboezemen, - of de profetieën hem bevallen of niet en of zij met zijn aardse interessen overeenstemmen of niet.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk naar boven, alle ontelbare sterren zijn werelden, heel veel groter en mooier dan deze aarde en op ieder van die werelden vind je mensen, die uiterlijk helemaal op ons lijken, en overal tref je veel wijsheid bij hen aan en ook liefde ontbreekt hen niet volledig. Zij komen echter, zo ongeveer als de aardse dieren, reeds volmaakt ter wereld en behoeven niet van het begin af aan alles te Ieren wat ze moeten en willen weten. De taal is bijna overal gelijk en hun kennis heeft heel bepaalde grenzen, maar overal gaat de kennis tot aan de hoogste goddelijke geest, welke kennis echter toch meer een vermoeden is dan een weten.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] PHILOPOLD zegt: " Ja, beste vriend, dat zal wat moeilijk gaan, omdat je nog geen begrip hebt van onze eigen aardse wereld en er geen juiste voorstelling van hebt hoe die er als geheel uitziet en hoe zij, vergeleken bij d~ andere werelden, fysiek gesteld is! Ik moet je dus vertellen hoe der:{ aarde er uit ziet en hoe zij reilt en zeilt, en dan zul jij je daarna van de andere werelden gemakkelijker een juist begrip kunnen vormen."
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] O, broeder Philopold, wat een nooit te vergelden verdienste heb je je door mij verworven! Hoe kan, hoe moet ik het je belonen?! Vriend, als ik, vanaf nu gerekend, nog zoveel jaren zou leven als Methusalem en mij alle tempels en catacomben van de aardse, menselijke wijsheid ten dienste zouden staan, zou ik uiteindelijk van alle waarheden die jij mij nu hebt geopenbaard, nauwelijks zoveel weten als wat ik daarvan wist toen je begon met mij die wondere zaken te onthullen! Er verging nu slechts een klein uur, en ik sta er nu zo door en door verlicht bij als Mozes op de Sinaï, toen de vlammen van Gods licht zich hoog boven zijn hoofd sloten en hij letterlijk met lichaam en ziel door en door met de goddelijke wijsheid werd doordrongen!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: "Deze klomp was een half uur geleden nog een deel van de zon. Door een grote vuurkrater, waarin het geweldig tekeer ging, werd hij samen met vele andere brokken, met een onbegrijpelijk groot geweld naar buiten geslingerd in het grote wereldruim. Als bij toeval werd deze klomp richting aarde gestuurd. Sneller dan de bliksem vloog hij door de ether en bereikte reeds achter het werelddeel Europa de atmosfeer van deze aarde, die hij eerst aan de bovenzijde slechts lichtjes raakte. Toen hij in het volgende ogenblik echter dieper zonk en door de steeds dichtere atmosfeer van deze aarde veel weerstand ondervond, verminderde zijn snelheid sterk en toen hij in deze omgeving kwam, vloog hij in vier ogenblikken slechts twintig uur gaans. Toen ik hem inhaalde was hij Azië toch al bijna voorbij en zou binnen tien ogenblikken in de grote aardse zee zijn gevallen. De Heer wilde echter dat jullie ook in dit opzicht voorlichting krijgen, en niet blijven geloven dat er een boze geest over de aarde vliegt om daaraan en aan de mensen schade te berokkenen. Nu hebben jullie de boze geest voor je en daar kunnen jullie van leren dat dit een heel gewone verschijning is tussen de grote hemellichamen."
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Met 'hemel en aarde' wordt de nieuwe, aardse mens meteen vanaf zijn geboorte aangeduid. De 'hemel' is het symbool voor zijn innerlijke, verborgen, geestelijke gaven en de lege woeste 'aarde' duidt op de nieuw ontstane natuurmens, die zich nauwelijks bewust is van zijn bestaan; het eerste stadium van de mens.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als hij zover komt, zal bij hemzelf wel zichtbaar worden dat de belofte van de leer van God niet ijdel en inhoudsloos is. Gaat hij echter door met alleen maar zijn verstand te raadplegen en daarnaar te handelen, dan zal hij het aan zichzelf te wijten hebben als hij gedurende zijn gehele aardse leven geen vervulling van de gedane belofte zal bereiken -en ook in het hiernamaals heel moeilijk! -Zeg eens, of jullie dit alles echt vanuit de levensgrond begrijpen!"
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] O Johannes, wiens doodsaanzegger ik met een gebroken hart moest zijn! Als jij die toon in het laatste moment van je aardse bestaan gehoord zou hebben, waarlijk, dan zou de dood van je lichaam een lichtomstraalde poort tot Gods hemelen zijn geworden! Maar in de donkere kerker waarin jij, geheiligde van God, verbleef, hoorde men alleen tonen van weeklagen, nood en verdriet!
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Zou het dan niet hoogst treurig voor een aardse vader zijn als hij bijvoorbeeld twintig lieve kinderen had, die allen blind en doof waren, zodat de liefdevolle vader dus nooit een woord met hen zou kunnen spreken en zich ook als mens nooit aan hen kon laten zien?! Stel je zo'n situatie eens levendig voor: een buitengewoon welgesteld vader met twintig qua uiterlijk wondermooi gevormde kinderen van beiderlei kunne, maar allen doof en blind! De vraag is dan: Zou zo'n vader niet al zijn geld ervoor over hebben om zijn toch zo lieve kinderen, horende en ziende te maken?! Maar wat een verdriet zou hij hebben, als er in de hele wereld geen middel zou zijn, om zijn kinderen te kunnen laten horen en zien?!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Heer en Vader! Reeds zolang ik de onmetelijk grote genade geniet U vanaf Uw aardse geboorte te kennen, heb ik U ook steeds liefgehad en U was steeds het punt waar al mijn gedachten om draaiden! Maar ik was niet altijd even sterk meester over mijn innerlijke wereld en over de wereld buiten mij. Maar nu geloof ik echter door Uw genade en liefde de nodige kracht gekregen te hebben om onder alle omstandigheden volgens Uw heilige wil, als mens de hele rest van mijn levensdagen te kunnen doorlopen.
Hoofdstuk 33: De belofte van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als na korte tijd zo'n mens op eigen wens, die men op dient te volgen, weer in het aardse leven is teruggebracht, is de oerlevenskiem weer in zijn oude rust teruggekeerd en de ziel valt dan weer terug in haar oude banden met het lichaam en herinnert zich niets van wat er met haar tijdens de magnetische slaap van haar lichaam is gebeurd. Zij weet geen jota van alle wijsheden die zij met haar lichamelijke mond heeft uitgesproken en is dan zelf weer net zo onverstandig en bijgelovig als zij voordien was.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wel zijn er in alle tijden ook echte met Gods geest vervulde zieleartsen in deze wereld gezonden, die de juiste weg voor de genezing van de zielen verkondigd hebben. Velen hebben zich daarnaar gericht en werden ook zonder mankeren genezen. Maar de zogenaamde groten en machtigen der aarde meenden zonder meer al een gezonde ziel te hebben, keken neer op de door Mij op aarde gezonden zieleartsen en vervolgden ze tenslotte. Zij verboden hun het genezingswerk voor zieke zielen uit te voeren en zo waren de aardse machthebbers er steeds de oorzaak van, dat de genadeleer voor de genezing van de zieke zielen nooit zodanig wortel kon schieten bij de mensen, dat deze uit kon groeien tot een krachtige boom der genezing.
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Reeds op deze wereld smaakt een krachtig werkend medicijn voor het lichaam meestal erg bitter. Nog bitterder zullen de medicijnen voor het genezen van de ziel in het hiernamaals smaken, omdat zij erg sterk moeten zijn teneinde een zwaar zieke ziel daar nog te genezen, omdat hier geen genezing meer mogelijk was. Ja, genezen zullen ze wel worden, maar het zal lang duren en er uiterst bitter toegaan! Daarom gelukkig degene die zijn ziel in deze aardse herstellingsoorden gezond zal maken!
Hoofdstuk 37: Herstellingsoorden van zielszieken, en de zieleartsen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Dat een mens zo nu en dan zwak wordt, gewoonlijk uit gebrek aan voldoende ervaring, is begrijpelijk. Wat kan het zwakke riet eraan doen dat het door de winden heen en weer bewogen wordt?! Maar wanneer de geweldige ceders, symbolen van onze brave goden, zich óók door de armzalige aardse winde.n als riet naar alle kanten, vaak zelfs naar de obsceenste, laten buigen en verbuigen, dan is dat onbegrijpelijk. Een mens die ook maar een beetje nuchter nadenkt, moet zoiets toch onvermijdelijk erg dom vinden!
Hoofdstuk 43: Zorel vraagt om schadevergoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...