Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2241 resultaten - Pagina 13 van 150

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Ik herinner mij opeens de mythe van een jonkvrouw, die door een wonderlijk samenspel der natuurkrachten onvoorstelbaar mooi en aantrekkelijk was. Dat bemerkten jongelingen, mannen en grijsaards en die geraakten al gauw in een grote strijd verwikkeld, waardoor beslist moest worden wiens vrouw zij zou worden. Maar de vechtende schare werd iedere dag groter tot verderf van de vele strijdenden. Toen men eindelijk Inzag dat men met dat gevecht op leven en dood nooit het doel zou kunnen bereiken, kwamen de strijdenden onderling tot een overeenkomst en zeiden: 'Dit wezen hoort niet op deze aarde thuis, maar in de hoge hemelen, want het is een godin! Daarom moet offervaardigheid hier de doorslag geven! Aan wie van de vele offerenden zij haar mooie hand zal geven, die zal haar dan verder ongestoord bezitten!' Na dit besluit bracht men van alle kanten onmetelijke schatten als offer en men vereerde naar als godheid. Tenslotte ging de verering van deze schoonheid zo ver dat men de verering en aanbidding van de goden helemaal verwaarloosde. Toen werden de goden toornig en maakten de schone jonkvrouw nog aantrekkelijker, maar maakten tevens haar adem giftig, zodat ieder die ook maar in de verte met haar adem in aanraking kwam bewusteloos op de grond viel en zo urenlang verdoofd bleef liggen. Bovendien zetten zij een giftige naald in de tong van de jonkvrouw, waarmee zij naar willekeur iedereen kon doden, die tegen haar zin bij haar mond kwam.
Hoofdstuk 46: Opdracht aan Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Wij gaan dan ook aan de ochtendmaaltijd en Ik zend na de maaltijd de bode voor de bewuste aangelegenheid naar Jeruzalem. Jaïrus wacht in grote spanning op de terugkeer van de bode, die natuurlijk slechts zolang wegblijft als hij nodig heeft om op zuiver menselijke wijze met de tempelpriesters te onderhandelen. Daar de onderhandeling echter toch ongeveer twee uur had geduurd, kwam de bode ook pas na twee uur , tot grote vreugde van Jaïrus terug, en bracht Jaïrus behalve het bericht over het verheugde accepteren van zijn akte van afstand als overste, ook een lof en dankcertificaat voor zijn getrouw vervulde ambt. Tevens werd hem de naam van zijn opvolger meegedeeld met daarbij het verzoek deze in geval van nood met raad en daad terzijde te staan, als hij dat nodig zou hebben.
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Wij zijn echter ook goed gehumeurd, want Kisjonah kwam niet met lege handen, maar vergezeld van een aantal vol beladen lastdieren met hun begeleiders, en bracht wijn, meel, kaas, brood, honing en een grote hoeveelheid uitgelezen gerookte vissen mee, zodat moeder Maria nauwelijks plaats had om al het meegebrachte op te bergen.
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] KISJONAH zegt: "Wel, toen wij het resterende deel uit de grot in mijn bergen gingen weghalen, bepaalde U dat er voldoende brood en wijn meegenomen moest worden omdat wij daar veel hongerigen en dorstigen zouden aantreffen! Daarop liet ik meteen een grote hoeveelheid brood en wijn meenemen en wachtte toen bij en in de grot tot er iemand zou komen die brood en wijn nodig had! Maar, Heer, er kwam niemand aan wie men het meegenomene kon geven!
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK vraag: "Hoe kwam hij dan aan die razernij?"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Op dat ogenblik werd de razende rustig, zijn al bijna geheel zwarte gelaatskleur nam weer de natuurlijke kleur aan en hij vroeg Borus met een dankbaar gezicht of hij hem de boeien af wilde nemen, en Borus maakte meteen de boeien los, die helemaal schoon en onbesmeurd waren. En de genezen man kwam naar Mij toe en bedankte Mij heel innig voor de aan hem bewezen ongehoorde weldaad, maar vroeg Mij ook of hij in de toekomst voor zo'n bezoeking verschoond zou mogen blijven.
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Op dat ogenblik ontstond er een sterke luchtstroom, de rottingsschimmel verdween, over de beenderen vormde zich snel een huid, en daarbinnen begon het lichaam net zo tot de juiste proporties op te zwellen, als met gist vermengd brooddeeg in de broodvorm, en binnen enkele ogenblikken stapte de knaap levend en wel uit de open kist, herkende meteen Jaïrus, Faustus en Cornelius, die hij uit Nazareth heel goed kende, en vroeg speciaal aan Jaïrus: "Maar beste oom, hoe kwam ik hier nu in die kist? Wat is er dan met mij gebeurd? Ik was toch net nog in een heel prettig gezelschap en ik weet echt niet hoe ik nu opeens daar vandaan kom!"
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Herodes schrok daarvan en kwam bevend bij zijn knechten terug en zei tegen hen: 'Dat is de timmerman Jezus niet, want die ken ik omdat hij nauwelijks vijf jaar geleden met zijn vader Jozef een nieuwe troon voor mij heeft gemaakt en bij dit werk als kunstzinnig timmerman een behoorlijke vaardigheid liet zien, hoewel hij zich verder heel eenvoudig voordeed. Het is echter Johannes, die ik heb laten onthoofden. Die is uit de dood opgestaan en doet nu als onverwoestbare geest dingen tegen mij, die anders geen mens kan doen. (Matth. 14:2) Daarom moeten jullie niets meer tegen hem ondernemen, want dat zou jullie en mij het grootste onheil kunnen brengen!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Johannes is wel lichamelijk uit de weg geruimd, maar in zijn plaats kwam de bekende Jezus, waar tegenover Johannes zich nauwelijks zo verhoudt als een molshoop tegenover de machtige berg Ararat! Zijn bovenmenselijk zachte en uitermate mensvriendelijke, ondogmatische optreden en gedrag, de grote wijsheid in iedere zin van Zijn spreken, waarvan de puur goddelijke, koesterende en begrijpelijke waarheid geen mens, met slechts een verstand zo groot als een erwt in zijn hart, ook maar een ogenblik laat twijfelen aan de hemelse afkomst -en tenslotte Zijn daden, laten ieder mens zeggen: Zoiets is aan God alleen maar mogelijk!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na een uur kwam Chiwar bij Mij terug en wilde alles vertellen wat er in de synagoge met de nieuwe overste besproken was.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CHIWAR zegt: "Hij is een Jood, kwam uit de bergen en is nu al naar het dal afgereisd, je kunt hem niet meer zien of spreken - tenzij hij weer terugkomt! Maar wanneer dat is? Dat kon nog wel eens heel lang duren!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Hij zei eigenlijk niet veel, maar wat hij zei, was diepzinnig, waar en inhoudrijk! Hij heeft toen ook in Jeruzalem een aantal zieken genezen. Toen het voorval echter, naar ik meen -voor Herodes kwam, die behoorlijk bang voor deze Jezus moet zijn, verdween de wonderdoener bij nacht en ontij plotseling uit Jeruzalem, en wij konden niet te weten komen waar hij was heengegaan. Naar Galiléa kan hij niet gegaan zijn rechtstreeks uit Jeruzalem, want dan zouden wij zeker direkt een bericht gekregen hebben, omdat wij veel spionnen achter hem aan gestuurd hebben.
Hoofdstuk 90: Korah herinnert zich een ontmoeting in de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen kwam de dochter en zei tegen Herodes: 'Geef mij het hoofd van Johannes op een gouden schotel!' (Matth. 14:8) De koning vond dat toch weljammer, niet zo zeer voor Johannes, maar veel meer vanwege het volk, waarvan hij vreesde dat het wraak op hem zou nemen. Maar terwille van de eed en degenen, die met hem aan tafel zaten, gaf hij zijn knechten opdracht om de dochter het verlangde te geven. (Matth. 14:9) En de knechten gingen heen, onthoofdden Johannes in de gevangenis (Matth. 14:10) nadat ze vooraf met een smoesje ettelijke leerlingen van hem wegstuurden, en droegen toen zijn hoofd op een schotel naar de eetzaal om het aan de dochter te overhandigen, en die gaf het daarna aan haar slechte moeder. (Matth. 14: 11 )
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Toen Chiwar die woorden had uitgesproken, stapte er opeens een enorme grote REUS de eetzaal binnen, kwam met een kwaad en honend gezicht voor Chiwar staan en zei met een donderende stem, waarvan de steunpilaren van de eetzaal begonnen te trillen: "Ben jij die lichtzinnige mug, die in het oor van de leeuw een stormgeraas wil ontketenen? Probeer eens, ellendige aardworm, hoe je het in een gevecht met mij kunt klaarspelen! Ik kan ook iets, wat nog zeer onbekend voor je zou kunnen zijn! Kijk, jouw messias is alleen maar afhankelijk van mijn grootmoedigheid, omdat het voor mij nu niet bepaald eervol is om met muggen een gevecht te beginnen, maar als hij teveel praatjes heeft naar mijn zin, laat ik hem zonder meer aan het kruishout vastmaken, en dan kun jij je messias aan het kruishout aanbidden! -Maar wat wil je nu doen als ik je ogenblikkelijk in stukjes scheur ter grootte van een zonnestofje?"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen kwam de OVERSTE naar Borus toe en zei: "Dat zou ik echt niet achter jou gezocht hebben! Dat de naam van Jezus een bijzondere kracht heeft, waarvoor, zoals ik duidelijk heb ondervonden, zelfs de machten der onderwereld heel veel eerbied hebben, heb ik vandaag in de synagoge gezien; maar dat ook lichamelijke ziekten, van welke aard dan ook, zich voor deze naam moeten buigen, dat zagen mijn ogen nu pas hier. Heus, achter deze J ezus moet nog veel meer steken dan alleen maar een op Elia lijkende profeet, want door diens naam is zover ik weet nog nooit een zieke genezen! Over deze naam, beste vrienden, zullen wij met elkaar nog veel te bespreken hebben!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...