Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15547 resultaten - Pagina 13 van 1037

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Nu wendt de koopman zich geheel tot Mij en zegt: 'Heer van al deze mensen, die ut naar het mij toeschijnt, volgen als lammeren hun herder, zeg mij toch, met wie ik de hoge eer heb te spreken! Want ze vroegen het mij en ik raadde de hoogste aardse positie die ik ken; maar men zei mij, dat ik het mis had. Daarmee houdt voor mij alles op; wilt u mij daarom de eer aandoen, mij iets naders over uw maatschappelijke staat te vertellen!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het is nu al de derde dag dat Ik in Sichar verblijf en het is van daar naar de stad een wandelingetje van enige landwegen; het zou Mij erg verwonderen, als u van uw collega 's uit de stad niets over Mij gehoord had!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Nu zal het middagmaal voor u allen echter wel klaar zijn; komt daarom allemaal en eet en drinkt naar hartelust!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Nu dan, alles is tot zover naar wens; al het andere zullen we dan nog geheel doornemen en afspreken! En breng ons dan nu maar allen in de grote zaal. Maar die mannen daar helemaal achteraan, laat die hier, die horen niet bij Mij, maar alleen maar bij de wereld!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik geef echter wel aan de armen die naar mij toekomen, en heb geen hond om een bedelaar van de deur te houden. Alleen dit bos, waar ik erg van houd, zie ik niet graag gebruikt door vreemden en armen, omdat ze de tuinen en nieuwe beplantingen vaak moedwillig beschadigen, en omdat ze daarin als hongerigen en dorstigen toch niets vinden waarmee ze zich kunnen verzadigen en hun dorst kunnen lessen. Daarentegen heb ik op ongeveer twintig landwegen gaans van hier een groot vijgen en pruimenbos aangeplant; daar mogen alle vreemdelingen en armen vrij plukken, alleen mogen ze de bomen niet beschadigen, en daarvoor heb ik er ook een aantalopzichters lopen.
Hoofdstuk 59: Ezau's slot. Vrees voor Wie hij lief moest hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Laat het echte beheer maar aan God de Heer over, en geef aan degenen, die de Heer naar je toestuurt, en dan zal je vermogen niet kleiner worden! Heb je dan niet vele en grote akkers en weiden, en tuinen volooft en druiven, en zijn je uitgebreide stallen niet volossen, koeien, kalveren en schapen? Kijk, als je daarmee handel drijft, dan zal de zegen van God je steeds datgene volledig vergoeden, wat je in de loop van het jaar aan de werkelijk armen hebt gegeven; maar wat je op de rentegevende rekening van de rijken wegzet, zal je van bovenaf nooit worden vergoed, en je zult veel zorgen hebben en je steeds afvragen, of ze je geld wel goed beheren. Doe daarom, zoals Ik je nu gezegd heb, dan zul je een goed en zorgeloos leven hebben, en alle armen zullen je liefhebben en overal waar het maar mogelijk is zegenend van dienst zijn, en de Vader in de hemel zal je doen en laten steeds zegenen; en zie, dat zal beter zijn dan de steeds grotere zorgen die de rentegevende rekeningen je zullen geven!'
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: ' Als Ik niet reeds lang geweten had, dat je een rechtvaardig en uitermate godvrezend man bent, dan zou Ik niet naar je toegekomen zijn. Maar weet wel, dat je Diegene vréést, die je eigenlijk boven alles moest liefhebben; dat is niet helemaal juist van jou, en daarom kwam Ik hierheen om je te tonen, dat je in de toekomst God meer moet liefhebben dan vrezen. Dan zal God wel naar je afdalen en bij alles wat je doet, jouw zekere, krachtige en betrouwbare helper zijn!'
Hoofdstuk 59: Ezau's slot. Vrees voor Wie hij lief moest hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De koopman, die deels bijzonder verbaasd en deels zeer geërgerd was, zegt: 'Zo gaat dat nu, als ik ook maar één stap buiten de deur zet; niets dan een opeenhoping van wanorde! Wat hebben die koks en kokkinnen nu weer? Er zijn hier toch al vaak tienduizend gasten verzorgd en dan ging alles zoals het behoort; en nu zijn het er nauwelijks duizend, en overal heerst de grootste wanorde! Maar wat zie ik?! Uit alle ramen kijken jongemannen naar buiten; mijn kasteel is dus vol mensen, en jij en je ondergeschikte knechten zeggen, dat alle deuren in mijn kasteel afgesloten zijn?! Hoe zit dat nu? Liegen jullie en wil je je voor je traagheid verontschuldigen, of, als de kamers inderdaad afgesloten zijn, wie heeft ze dan afgesloten?'
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar Ik zeg tegen de koopman: 'Beste vriend, laat de zaak maar op z'n beloop zoals het nu reilt en zeilt! Het is namelijk zo, dat toen jouw dienaren en wachters een tijdje geleden door jou naar Mij toegestuurd werden om Mij te vragen, wie Ik ben en wat Ik hier met zo'n groot gezelschap zoek, Ik, als een heer, van jou verlangde dat je ons allemaal een goed middagmaal moest geven! Je was meteen bereid om dat te doen, hoewel je niet wist, wie Degene is Die Zich het recht aanmatigt om van jou voor zoveel gasten een middagmaal te verlangen.
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Vriend, als je uit dit huis naar een willekeurig ander land zou gaan om daar te kopen of te verkopen, dan neem jij toch ook de dienaren mee, die je nodig hebt, en laat je daardoor bedienen; nu, zo doe Ik het ook! Ik heb er buitengewoon veel; hoeveel het er zijn zou je bezwaarlijk ooit kunnen begrijpen. Als Ik dus op reis ga, waarom zouden Mijn dienaren en knechten dan bij zo'n gelegenheid thuis blijven?!'
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg: 'Laten we eerst het middagmaal gebruiken en dan hebben we daarna nog wel tijd voor verdere uitleg. Nu hebben we echter al genoeg gepraat en het wordt nu wel eens tijd om uit te rusten, en de inwendige mens te versterken. Laten we daarom naar de grote zaal gaan, die in dit slot aan de oostkant ligt, en van hieruit niet gezien kan worden, omdat we hier net aan de westkant van het kasteel staan waar je de grote zijvleugel van het kasteel niet kunt zien!'
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als hij op de eerste verdieping komt, ziet hij direct de voorspelde vleugel, loopt vol verrukking door de open deuren naar binnen, beziet de grote zaal en krijgt een flauwte van verbazing. Meteen lopen enige van de witte jongemannen op hem toe, helpen hem en brengen hem bij. Als hij een beetje bij zijn positieven is, komt hij weer naar Mij toe en vraagt Mij met een stem, die trilt van opperste verwondering: 'O Heer, ik smeek u, overtuig me toch of ik wel waak of dat ik misschien slaap en nu heel vast droom!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De koopman zegt: 'Ja ja, dat is nu zichtbaar en waar, maar het is toch welongelooflijk dat een mens zoiets kan! Heer, luister naar mij! Als u geen profeet bent zoals Elia, dan moet u een aartsengel in menselijke gedaante of uiteindelijk misschien wel Jehova Zelf zijn! Want zulke dingen zijn bij God alleen maar mogelijk!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De koopman zegt: ' Juist! Ik heb buiten al aan Jonaël gevraagd, wie en waarvandaan deze heerlijke schone jonge wezens zijn, maar ik kreeg geen antwoord en werd heel eenvoudig naar u verwezen. Toen ik daarvoor naar u toekwam, ben ik het vreemd genoeg helemaal vergeten; Ik was alleen maar met u bezig en onze discussie nam een heel andere wending. Nu pas herinner ik het me weer en ik zou nu van u een goed antwoord willen hebben over alles wat betreft deze lieflijke jongemannen!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg: 'Heel goed, heel goed! Maar nu aan de maaltijd! Na de maaltijd zul je nog genoeg beleven; maar nu zeg Ik vóór de maaltijd niets meer. Kijk eens naar de velen, die honger en dorst hebben omdat het vandaag juist zo warm is! Daarom moeten ze nu eerst worden verkwikt en helemaal gesterkt, want dan komt geestelijk al het andere ook wel weer!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...