Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 13 van 724

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] De schriftgeleerde zei: 'Ja, Heer en Meester, voor mijzelf begrijp ik dat nu wel, en ik zie wel in dat het ook inderdaad niet anders kan zijn; maar het zal niet zo gemakkelijk zijn om de andere mensen die waarheid te laten begrijpen, omdat ze al teveel vastzitten in allerlei dwalingen en de leugen voor een waarheid houden. Daar komt ook nog eens de tempel bij, die ons voorschrijft wat en hoe we tegen het volk moeten spreken. En het zal dus wel moeilijk worden om voortaan een goede leraar van het volk te zijn. Maar aan iedere overwinning moet strijd voorafgaan! U, de Heer Zelf, hebt ons de waarheid onthuld, en U zult ons ook ondersteunen in onze strijd tegen de vijanden van de waarheid -daar vragen wij U nu om en zullen U daar ook altijd om vragen; want zonder Uw steeds aanwezige hulp zullen wij niets kunnen doen.
Hoofdstuk 86: Over het ware vrezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Je hebt het beeld heel juist en naar waarheid opgevat, en het was op zijn plaats om het hier met een paar woorden weer naar voren te halen. Maar opdat iedereen het door jou aangehaalde beeld volgens het oordeel van zijn eigen verstand nog duidelijker begrijpt en het nu een gunstig moment voor ons is, zal Ik jullie een ander beeld geven, waarmee jullie nog duidelijker zullen zien hoe een waar mens niet moet aflaten te bidden en te vragen, als hij de ware kracht van Mijn rijk in zichzelf wil bereiken. Luister dus!
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] U wilt Zelf dat wij met ons onophoudelijke bidden en vragen werkelijk tot uitentreuren bij U moeten komen, voordat U ons verhoort, want daardoor wilt U dat ons vertrouwen in U aldoor en in toenemende mate geoefend wordt, waardoor wij uiteindelijk zo sterk kunnen worden dat wij onze eigen dag des levens, die Uw rijk in onszelf is, kunnen bereiken; daarin dragen wij dan als Uw kinderen in Uw geest en wil in het hart van onze ziel zelf iedere hulp en kracht en zullen we U verder niet aldoor lastig hoeven te vallen met bedelen in de nacht van ons leven. Want nu moet de mens m zijn zwakheid van zijn levensnacht hulp zoeken; maar als hij eenmaal door Uw genade zelf sterk en machtig is geworden, dan kan hij zichzelf?elpen! - Heer, heb ik het beeld dat U destijds gegeven hebt overeenkomstig de waarheld begrepen?'
Hoofdstuk 87: Het oefenen in geloof en vertrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Jouw bede is waarachtig en juist en zal ook volledig verhoord worden; maar als een mens om onbeduidende en dwaze dingen van deze wereld bidt, zal hij door Mij meestal niet helemaal verhoord worden. Wees nu dus helemaal gerust; in jouw handelen zul je ook de volledige verhoring van je bede vinden, alsook allen die jij in je bede hebt opgenomen. Want het is Mij altijd welgevallig als iemand uit pure liefde met een juiste bede bij Mij komt; die zal nooit onverhoord blijven. Maar de verzoeken en de gebeden van de mensen die zich als dienaren Gods hoog laten eren en prijzen en zich voor hun nietszeggende vragen en bidden werkelijk onbarmhartig duur laten betalen, zullen door Mij nooit ook maar in het minst verhoord worden. Want wat iemand niet uit ware liefde voor zijn naaste doet, maar alleen om in de ogen van de wereld te schitteren, heeft voor Mij geen waarde.
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Weliswaar zijn wij niets kwijtgeraakt van onze schatten en waren die we hebben meegenomen, maar wat in feite bijna erger is dan het zojuist genoemde verlies, is het feit dat onze belangrijkste en beste leider ziek is geworden. Hij heeft al een paar dagen lang geklaagd dat hij van tijd tot tijd door ongewone pijnen in zijn maag en ook in zijn hoofd overvallen wordt. Toen wij ons nu met jouw brood en wijn hebben gelaafd, heeft hij die pijnen weer gekregen, en deze keer bedenkelijk veel heviger. Is hier soms ook een arts, die onze leider zou kunnen helpen? Werkelijk, die zal koninklijk door ons beloond worden! Maar zou de goede man -zoals bij zulke ziekten dikwijls het geval is - niet onmiddellijk geholpen kunnen worden, dan willen wij je vragen of we onze lijdende vriend hier aan jouw zorgen mogen toevertrouwen; en als wij over een paar dagen weer hierheen komen - waar je vast en zeker van op aan kunt - zullen wij je alles tienvoudig vergoeden wat je voor de verzorging van onze vriend nodig hebt gehad.'
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als de plaatselijke priesters jou vanavond echter zullen vragen wat voor mensen je geherbergd hebt, mag je Mijn naam wel noemen; en als je gevraagd wordt wat Ik gezegd en gedaan heb, zeg dan tegen hen: 'Niets dan goeds!' Als ze je nog meer vragen zullen stellen, ga daar dan niet op in; want dit overspelige geslacht verdient het niet deel te hebben aan het rijk Gods! Houd dat voor jezelf, voor je huis en voor de armen van geest; aan hen kun je bij een goede gelegenheid het evangelie verkondigen dat Ik je heb toevertrouwd, dan zul je op die manier in Mijn naam op volmaakte wijze de hongerigen voeden, de dorstigen laven, de naakten kleden en de gevangenen verlossen, waarvoor je later in het andere leven in Mijn rijk een groot loon zult krijgen.
Hoofdstuk 113: De Heer vertrekt uit Kana De Heer in Kis aan het meer van Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Maak je niet druk om die vijf tempeldienaren en neem ze maar op. Als ze bij ons binnen willen komen, weiger het hun dan niet; want Ik en wij allen zijn niet bang voor hen. Geef hun wat ze vragen, zodat ze geen reden zullen hebben om kwaad van ons te spreken! Ze kennen Mij niet, en wij zullen weldra het een en ander met hen over Mij te spreken krijgen. Ze moeten de waarheid horen!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Eén van hen zei: 'Wij zullen afwachten tot het vriendelijke gezelschap van Kisjonah het ochtendmaal beëindigd heeft; daarna zullen we hen serieus naar de verblijfplaats van de beroemde Nazarener vragen. Als ze ons dat willen meedelen, zullen we onmiddellijk daarheen reizen waar hij te vinden zal zijn, en dan zullen we deze halve Romeinen, voor wie wij een doorn in het oog zijn geworden, de rug toekeren!'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Ik zal jullie niet als wezen in deze wereld achterlaten, maar waar er ook maar twee of drie in Mijn naam bij elkaar zullen komen, daar zal Ik in hun midden zijn; en wat jullie dan de Vader, die in Mij is zoals Ik in Hem, in Mijn naam zullen vragen, zal jullie ook gegeven worden.
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei tegen hen: 'Dat zal ten eerste afhangen van de sterkte van jullie geloof, en ten tweede heb Ik jullie toch al overduidelijk de volkomen ware verzekering gegeven dat jullie alles gegeven wordt, waar jullie de Vader in Mijn naam om zullen vragen.Welke verzekering moet Ik jullie nu nog meer geven?'
Hoofdstuk 133: De Heer laat de Indo-joden weer naar hun eigen land gaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Hun metgezellen zeiden: 'Beste vrienden, pas als hij aanwezig is zal wel blijken of zich daar een geschikte gelegenheid voor aandient, en of hij ons zal toestaan dat wij hem daarnaar vragen. We zullen blij en in de hoogste mate dankbaar zijn als hij onze lichamen geneest en met name onze ingewanden, die al zwak zijn geworden van ouderdom en volledig ongeschikt zijn geworden om onze ledematen levensdiensten te bewijzen.
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Het zou derhalve toch raadzaam zijn om nader te bespreken wat wij de rechter, voor wie wij morgen vast en zeker geleid worden, voor antwoorden zullen geven op zijn vragen over onze onderneming in deze streek, die per slot van rekening zonder toestemming van Rome totaalonrechtmatig is; want ik vertrouw de landelijke rust van deze nacht echt nog niet volkomen, ondanks de goede hoop die jij, mijn vriend (d.i. de commandant) zojuist onder woorden hebt gebracht.
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als jullie de Vader om iets vragen, vraag Hem dan niet zozeer om de goederen van deze aarde, waar de blinde en dwaze heidenen en ook de godvergeten Joden en Farizeeën naar streven, maar vraag Hem veeleer om de onvergankelijke schatten voor ziel en geest, dan zullen die niemand onthouden worden. Wat echter de goederen betreft die voor het tijdelijke levensonderhoud noodzakelijk zijn, die zullen er zonder meer vrij bij gegeven worden aan iedereen die zijn streven en vragen en zoeken alleen richt op het rijk Gods en de liefdevolle gerechtigheid daarvan.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Daarom zeg Ik jullie nog eens: als jullie de Vader in Mijn naam iets vragen, vraag Hem dan vooral alleen de onvergankelijke schatten van het rijk Gods, dan zullen jullie die ontvangen, en samen daarmee ook datgene wat jullie nodig hebben om op deze aarde te leven!
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] De commandant en zijn twee dienaren hebben nu weliswaar met grote aandacht geluisterd naar jouw vragen en de uitleg die Ik je gegeven heb, maar ze hebben er niets van begrepen; daarom zullen ze ons nu weldra met hun Griekse wijsheid lastigvallen - daarom zullen we met alle geduld en rust hun aanval op ons afwachten!'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...