Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 13 van 412

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Hoe meer de mensen met hun verstand de aardse dingen proberen te vinden, des te zwakker wordt in hun hart het goddelijke licht van de liefde en van het geestelijke leven. Daarom noemde Mozes zulk aards licht van de mens ook de avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Alleen wanneer God door Zijn barmhartigheid een levenslichtje in het hart van de mens aansteekt, dan begint de mens pas de waardeloosheid in te zien van alles wat hij eerder met zijn verstand, de geestelijke avond, zich toegeƫigend heeft, en hij ziet dan ook langzaam .maar zeker steeds meer in, dat al de schatten van het avondlicht net zo vergankelijk zijn als het avondlicht zelf.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar Gods ware licht, aangestoken in het hart van de mens, dat is de morgen die met en uit de voorafgegane avond de eerste echte dag in de mens teweegbrengt.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Het zou echter makkelijk kunnen gebeuren, dat het licht van God in het hart van de mens uit zou stromen in het avondlicht en dan zou oplossen of minstens zich zo zou vermengen, dat men uiteindelijk niet meer zou weten wat het natuurlijke en wat het goddelijke licht in de mens is.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Deze scheiding is de werkelijke hemel in het hart van de mens en wordt zichtbaar door een waar levend geloof, maar in der eeuwigheid nooit door onnutte verstandelijke spitsvondigheden.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dan komt God weer en helpt de mens verder, als deze uit de hem gegeven en dus eigen kracht genoeg gedaan heeft op deze tweede dag van zijn geestelijke leerschool. En die verdere hulp bestaat daarin, dat het licht in de mens versterkt wordt, waardoor het als een voorjaarszon, niet alleen door de grotere lichtsterkte maar door de juist daardoor veroorzaakte warmte, alle zaden die in het hart van de mens gelegd zijn begint te bevruchten.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Onder deze omstandigheden komt God weer tot de mensen, natuurlijk - dat begrijpt u wel - geestelijk, en Hij, als de eeuwige liefde, zegt tegen de liefde in het hart van de mens: 'Laat de aarde nu alle soorten zelfbestuivende grassen en kruiden voortbrengen, en allerlei soorten bomen en struiken, die ieder naar eigen aard vruchten dragen en zichzelf uitzaaien op aarde!'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit gebod van God in het hart geeft de mens dan een standvastige wil, sterkte en moed en hij gaat aan het werk.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En zie! Zijn juiste inzichten stijgen als met regen beladen wolken op boven de aan banden gelegde zee, en trekken over de droge aarde die ze bevochtigen en vruchtbaar maken. En de aarde wordt groen, brengt allerlei grassen en kruiden met zaden voort en allerlei bomen en struiken met hun zaden. Dit betekent, dat de liefde in het hart van de mens aanstonds verlangt en wil wat het ware door hemelse wijsheid verlichte verstand nu goed en waarachtig vindt.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Want net zoals het zaad, wanneer het in de aarde gelegd wordt, weldra opgroeit en een veelvoudige vrucht voortbrengt, zo groeit ook de juiste kennis in de levenskrachtige bodem van het hart.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dit zaad van de kennis gaat echter als volgt te werk: het wekt de levenskracht die in de aarde sluimert, en deze verzamelt zich dan meteen steeds meer rondom het zaad en maakt, dat dit ontkiemt en een plant wordt die veel vrucht geeft. Of wel, de echte kennis wordt in het hart omgezet in de daad, en uit de daad volgen dan allerlei werken; en daarover heeft Mozes het met zijn wijze woorden in zijn Genesis, en wel in het al hiervoor woordelijk besproken eerste hoofdstuk, de verzen 11 en 12.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De door het licht uit de hemel tot de juiste kennis gebrachte oorspronkelijke avond van de mens, wordt zo de aanleiding voor de werken die daarop moeten volgen; en dit is de derde dag van de ontwikkeling van het hart en de gehele geestelijke mens. Om deze geestelijke mens gaat het, daarvoor zijn Mozes en alle andere profeten van God in deze wereld gekomen, net als Ik nu Zelf! Naar Ik meen is dit onderwerp nu toch wel duidelijk genoeg voor u!?'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als -- het buitenste vat voldoende ontwikkeld is, waartoe God het overvloedig voorziet van alle nodige bestanddelen en eigenschappen, dan wekt of liever ontwikkelt God Zijn ongeschapen eeuwige geest in het hart van de mens. De kracht van deze geest wordt door Mozes bedoeld, als--hij spreekt over de twee grote lichten die aan het uitspansel geplaatst worden en dat hebben alle aartsvaders en profeten ook altijd zo bedoeld.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als ze echter volgens de haar gegeven wet het goede en ware in alle deemoed en bescheidenheid van haar hart en' volgens de haar door God meegegeven vrije wil aangenomen heeft, dan is zo'n deemoedige,.bescheiden en gehoorzame wil, om het zo maar eens te zeggen een echt uitspansel geworden, omdat hij zich nu gevormd heeft, volgens de, hemelse opgave die in de ziel is gelegd, en zo helemaal geschikt is om het zuiver ongeschapen goddelijke in zich op te nemen. .
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...