Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 13 van 43

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] IK zei: 'Ja zeker, - maar alleen in bepaalde jullie bekende maanden, en dan moeten ze natuurlijk vers zijn en levend! De bereidingswijze is heel goed. Maar rivierkreeften zijn beter dan die uit zee.'
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Deze dubbelzonnen hebben echter in ieder zonnengebied een heel belangrijke functie, want zij zijn de natuurlijke regelaars van de bewegingen van de andere enkele, planetaire zonnen en de verdelers van de bekende voedingsstof voor een heel zonnengebied, en zij zijn zo verdeeld, dat er op iedere zevenhonderd tot duizend enkele zonnen een zo' n dubbelzon voorkomt. Maar in Mijn rijk zullen jullie dat alles overduidelijk leren kennen, want hier is alle kennis daarvan slechts onbeduidend stukwerk.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik zocht de volgende dag werk bij de mij reeds bekende werkhuizen en men zei mij, dat ik door de priesters tot zware zondaar verklaard was, omdat ik met mijn eigen zuster bloedschande bedreef. Men wees mij de deur en ik wist me geen raad.
Hoofdstuk 9: De bekentenis van de schijnbare misdadiger - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Agricola zei: ' Met die overlevering van jullie ben ik niet zo bekend, maar wel met die van jullie Messias, voor wie ik nu voornamelijk uit Rome hier naar Jeruzalem ben gekomen. Hebben jullie dan nog niets gehoord van de nu overal meer dan beroemde en bekende heiland uit Galilea?'
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] DE ROMEIN zei: 'Alleen dwazen en mensen die nooit nadenken of hun verstand gebruiken, kunnen zo 'n vraag stellen waarvan het numeriek precieze antwoord hun zelf eeuwig vreemd en volkomen onbekend zal blijven en ook moet blijven, ten eerste, omdat het tellen daarvan om heel begrijpelijke redenen voor iedere sterveling volmaakt onmogelijk is; en ten tweede -gesteld dat bijvoorbeeld het tellen van het gras op aarde mogelijk zou zijn - omdat er thans toch geen enkel aan ons bekend getal is dat het totaal van het gras op de hele aarde zou kunnen weergeven; en tenslotte ten derde -gesteld dat ik jullie door een vrijwel eindeloze reeks van ons bekende grootste getallen en cijfers het totaal van het zand in de zee en het gras op aarde zou meedelen - blijft er nog de vraag: Wie zal kunnen zeggen of ik dat oneindig grote getal te hoog of te laag heb aangegeven? En als iemand dat zegt, dan ben ik als hoge en door de keizer met veel staatsmacht voorziene Romein volkomen gemachtigd van mijn tegenstander op leven en dood het volledig rekenkundig bewezen tegenbewijs te eisen, dat mij geen mens, maar slechts God alleen zou kunnen geven; want die man zou onder toezicht van veel getuigen eerst het zand en het gras moeten tellen, wat toch helemaal onmogelijk zou zijn zowel volgens de elementaire verhoudingen als vanwege de menselijke leeftijd, en dus kunnen jullie mij in duizend en nogmaals duizend jaar absoluut geen geldig tegenbewijs leveren.
Hoofdstuk 217: Over het Hooglied van Salomo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Als u, geëerde heer en vriend, dat samenvat, zult u wel inzien dat een heel arme familie, al woont zij midden in deze grote stad, van alle verschijnselen en gebeurtenissen, ook al zijn die nog zo bijzonder, even weinig kan merken als wanneer zij ergens aan het eind van de wereld leefde! Als wij nu om de u genoemde redenen vrijwel niets weten over de beroemde en reeds overal bekende Galileeër, dan kan ons dat echt niet als schuld worden aangerekend.
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De jodin zei: 'O ja, dat begrijp ik nu heel goed; u zult wel volkomen gelijk hebben! Voor die daar beneden zouden Mozes en Elia nu wel zichtbaar uit de heldere hemel afkunnen dalen en hun hun grote schanddaden tonen en hen tot ware boetedoening manen en hen dan hierheen brengen en hun in die verheven man de beloofde en gekomen Messias tonen, dan zouden zij zelfs deze twee grootste profeten niet geloven, maar ze alleen maar vervolgen en belasteren! 0, dat is voor ons een maar al te bekende zaak! Maar laten wij nu ons gesprek beëindigen, want ik merk dat ook iemand anders iets wil zeggen en de verheven man schijnt iets van plan te zijn, waar wij heel goed acht op moeten slaan!'
Hoofdstuk 23: De vraag van de Romein naar de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] De Griek zei: 'Ja, ja, dat kan bij jullie wel zo zijn, maar als die bepaalde ene, ware God jullie joden zulke middelen heeft gegeven en zulke wegen heeft gewezen, waarom heeft Hij dat dan bij ons niet gedaan, want wij zijn toch evengoed mensen als jullie joden? Wij Grieken hebben immers ook verstand en begrip en werden in alle ons bekende tijden zelfs als een van de geestrijkste en ontwikkeldste volkeren der aarde gezien. Dat wij voor jullie nu onderdoen aan innerlijke geestkracht, daar kunnen wij zelf toch waarlijk niets aan doen! Als die bepaalde ene, enig ware God zich aan jullie joden als zodanig kenbaar heeft kunnen maken, waarom dan niet aan ons Grieken?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] In de tempelraad bevond zich echter ook de reeds bekende Nikodemus en hem werd ook naar zijn mening gevraagd.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen jullie de zeven zuilen zagen, zagen jullie in zekere zin de jullie reeds bekende zeven geesten van God, en toen het er later drie werden, zagen jullie in Benjamin de Zoon, in Levi de Geest en in het midden Juda als de Vader .En zie: Vader , Zoon en Geest werden één, waren van eeuwigheid één en zullen ook eeuwig één blijven! En deze Ene ben ook Ikzelf, en wie Mijn woord hoort en daarnaar handelt en leeft, zal ook één zijn met Mij en in Mij. Hij zal net als Ik opvaren naar de hemelen van God en in Mij het eeuwige leven hebben. Dat is heel in 't kort de volkomen ware betekenis van het eerste verschijnsel.
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na een poosje arriveerden de beide leerlingen samen met de twee andere mannen. De ene man was de ons reeds bekende waard uit het dal, een buurman van Lazarus uit u, omgeving van Bethanië, bij wie Ik al een paar maal overnacht had, en de tweede man was een bekende goede vriend van hem en ook een waard, maar uit de omgeving van Bethlehem, die de grote herberg aan de hoofdheerweg bezat en bij wie Ik ook een keer overnacht had en vele zieken had genezen.
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Nu gaan ze het huis binnen en worden door Nikodemus met de gebruikelijke egards naar het aanwezige gezelschap gebracht, dat hen ook heel vriendelijk en eerbiedig begroet en verwelkomt, en hun aan tafel ook meteen de beste plaatsen geeft, -iets, wat de Farizeeën erg belangrijk vinden, zoals jullie zelf ook wel weten. In zilveren bekers wordt hun nu meteen de beste wijn aangeboden met brood en eieren en zout. Ze eten en drinken er nu flink op los, wat ook een bekende deugd van de Farizeeën is; want de tempeldienaren houden erg van flinke eet en drinkgelagen.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Rafaël overhandigde de steen aan de magiër, en deze viel bijna flauw toen hij de hem maar al te bekende steen zag. Hij was buiten zichzelf van verbazing en keek nu eens naar de steen en dan weer naar Rafaël en wist zijn kalmte niet te herwinnen.
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'O ja, dat zijn ze zeker, - maar ze zijn niet gedenkwaardiger dan dit meer; want in dit meer ligt een grote, treurige geschiedenis van mensen begraven, evenals in de jullie Romeinen heel goed bekende Kaspische Zee. En daarom zijn deze verschijnselen veel gedenkwaardiger dan jullie brandende bergen, die Ik heel goed ken en waarvan Ik ook wel weet dat daar pas enige decennia geleden door de hevige uitbarsting van jullie Vesuvius enkele steden helemaal bedolven zijn.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen trad er een algemene, slechts kort durende rust in. Maar bij zoveel mensen kan een langere pauze niet gemakkelijk verwezenlijkt worden, vooral niet in een nacht waarin er van alles te zien is, en er ontstond onder de bekende joodse Grieken al gauw een woordenstrijd en iedereen wilde Mij het best begrepen hebben.
Hoofdstuk 128: De plaats van de hemelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...