Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 13 van 84

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[12] CYRENIUS zegt: "Daar twijfel ik toch sterk aan! Want uit de zuivere Mozaïsche wetten en voorschriften spreekt duidelijk de goddelijke geest, maar het vieren van uw nieuwe maan geeft slechts blijk van een grof bijgeloof en een hele scheepslading vol botte, menselijke domheid. Wat is de nieuwe maan? U weet het niet, maar wij weten het en moeten daarom luidkeels lachen om uw viering van de nieuwe maan. En onze geleerden, die veel begrijpen, verbazen zich er over hoe het toch mogelijk is dat in de naaste omgeving van Grieken, Romeinen en Egyptenaren. zulke domkoppen en ongehoorde duisterlingen kunnen voorkomen, die met eens weten wat de maan in wezen is en wat een nieuwe maan is! -Vertel mij eens wat voor idee u over de maan heeft!" .
Hoofdstuk 138: Cyrenius Iaat getuigen uit Caesarea halen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De BOODSCHAPPER antwoordt wat verlegen door de onverwachte aanwezigheid van de opperstadhouder: "Vereerde en almachtige heer der heren! Het zit eenvoudigweg zo: Gisteren verlichtte de zon, of een andere lichtbron, de avond ongeveer een paar uur langer dan normaal het geval is, waarna deze echter plotseling van het firmament verdween -een weliswaar zeldzaam, maar toch geen nieuw verschijnsel op deze grote en uitgestrekte aarde -.Toen begonnen de Joodse priesters, die dat net zo goed als wij op grond van menselijke ervaringen en kennis begrepen, in plaats van hun gelovigen klare wijn te schenken, dit blinde, bijgelovige volk te vertellen dat, wat nu plaats vond, volgens hun mystieke profetenboeken te maken had met een reusachtig strafgericht van God. Daardoor ontstond er een vreselijk gehuil bij de domme Joden. Zij bezwoeren hun priesters, die zij beschouwden als hun vrienden en dienaren Gods, bij God tot elke prijs gedaan te krijgen dat Hij Zijn straffende rechterhand genadig terug zou trekken.
Hoofdstuk 140: Alarmerende berichten uit Caesarea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] CYRENIUS antwoordt: "Dat gaat u noch iemand van uw gespuis wat aan, want menselijke monsters zoals u geeft Cyrenius geen antwoord meer! Want u bent niet alleen een ellendige volksbedrieger, maar ook een geestelijke en lichamelijke volksmoordenaar. Ik wacht nu alleen nog op bericht van de bestuurder uit de stad en op de aankomst van Cornelius, Faustus en Jonah uit Kis, daarna zal ik u wel zeggen waarom ik nu die wachten heb latenuitzetten!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] CYRENIUS zegt: "Maar beste, wijze Mathaël, zeg jij me nu toch eens op welke wijze deze menselijke, veelkoppige hydra geheel buiten mij om aan een door de keizer ondertekend veiligheidsdocument kwam?! Ja, we kunnen nu niets anders doen dan op de een of andere wijze onze kalmte te bewaren! Ik ben toch wel benieuwd, wat de Heer daarvan zal zeggen!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De CRITICUS doet dat, brengt het document bij Cyrenius en zegt: "Geëerde gebieder, hier is het document! Wij zijn allen grote en grove misdadigers en doen nu alleen nog een beroep op uw menselijke hart!"
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Het is voldoende dat slechts weinigen inzien dat alle leringen over het een of andere goddelijke wezen niets anders zijn dan -onder ons gezegd -loze, oude fabeltjes, die ontsproten zijn aan de menselijke fantasie en verder geen enkele basis hebben. "
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] STAHAR zegt: "Ja, ja, beproeven is goed als ik maar wist waarmee je nog meer -hm -ja, er schiet me niets te binnen waarmee ik je nog verder zou kunnen beproeven, aardige jongen, en bovendien is de verwezenlijking van het eigenlijk belachelijke, eerste proefstuk al zo buitengewoon, dat iets wat nog onmogelijker uitvoerbaar zou zijn helemaal niet te bedenken is! Maar door jouw buitengewoon lieflijke gestalte zou ik nu toch waarlijk eerder aannemen dat je echt een engel van God bent, dan een tovenaar! Alleen schijn je werkelijk een lichaam te hebben en daar ziet men toch niet een geest aan af. Laat me eens voelen of je ook botten hebt!"
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] HERME zegt: "Ik wil het, en aan een krijgslist heeft het mij nooit ontbroken! Maar deze mensen zijn nog te sluw voor de furiën, laat staan voor ons tijdens een wettige rechtszaak! Om deze mensen te kunnen vangen, moet alleen maar datgene gebruikt worden wat betrouwbare getuigen over hen verklaren, want als men hen ook aan het woord laat wordt men in de war gebracht, houdt hen uiteindelijk nog voor onschuldig en geeft hun waarom ze vragen. Daarom stel ik voor, deze voorname spitsboeven gezamenlijk op te pakken en als voer voor de vissen in zee te werpen, zodat geen haan meer naar ze kan kraaien! Als rechter heeft men dan ieder recht voldoende zijn loop gelaten! Als zich ergens tijgers, hyena 's en wolven voordoen, waardoor de mensheid veel angst en verlies lijdt, moet men dan soms deze beesten vooraf nog netjes een verhoor afnemen?! Nee, zeg ik! Hun schadelijkheid is te duidelijk, daarom weg met hen als zij te gevaarlijk voor de menselijke maatschappij dreigen te worden! Heer der heren! Deze mensen zijn Proteussen, die onmogelijk te vangen zijn! Hoe meer wij ons inspannen om ze langs politieke weg te vangen, des te meer zullen wij zelf door hen gevangen worden! Ik ken ze, ook al ben ik een Griek! -Maar, genadige heer der heren, sta mij nu nog één vraag toe!"
Hoofdstuk 141: Herme, de boodschapper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De OVERSTE zegt: "Stelt u zich eens een hoge, menselijke functie voor! Daaraan hangt steeds een geheime hoogmoedslabel, waarop staat 'eer en macht van de functie'! Dat maakt, dat men daardoor heel gemakkelijk begint te zondigen. Als men gewend is om zo te zondigen, wordt men blind en doof en komt steeds hoger door te zondigen. Jammer genoeg komt men beslist eenmaal op een hoogte waar staat: 'Slechts tot hier en geen halve stap verder!' Dat punt heb ik nu bereikt en ik zal erg blij zijn om zo snel mogelijk heel diep beneden te zijn! Acht en zeventig jaar ben ik nu reeds en ik heb verder weinig meer te verwachten! Van nu af aan wil ik mij alleen met het zuiver goddelijke bezighouden, als u mij de korte rest van mijn levenstijd nog wilt schenken!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CORNELIUS zegt: "Ja, Heer, wat U zegt is een totale waarheid, die er volgens puur menselijke maatstaven nog nooit is geweest. Want als die ooit ergens uitgesproken zou zijn en bestaan zou hebben, zouden er zeker een aantal mensen deze als zodanig hebben aangenomen en streng daarnaar hebben geleefd, en de uitwerking daarvan zou zeker niet zijn uitgebleven.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Alle duurzame scheppingen, die voor enige tijd, of ook wel voor altijd, een bepaalde, zichtbare vorm hebben -zoals bijvoorbeeld een gehele wereld en alles wat erin en erop is en alles waaruit deze bestaat -zijn van God uitgegane ideeën die zich reeds in een gerealiseerd bestaan bevinden. Maar om dat tot stand te brengen, moeten er van God ook voortdurend, merendeels vormloze, geheel vrij werkende ideeën uitgaan, die ook met Zijn wil vervuld zijn, maar die er alleen zijn om te werken en vormen te maken. Zij zijn er niet om zelf een vorm te zijn, waarin kracht en intelligentie zijn samengegaan om zo, op een aan God gelijke wijze, vanuit het eigen centrum op de objectief uitgezonden ideeën dusdanig in te werken, dat zij binnen een zekere planmatige orde zinvolle vormen opleveren. Nee, zij blijven zelf steeds zonder vorm en bevorderen het maken van vormen, zoals de wijze Plato reeds beweerd heeft over de oorspronkelijkheid van de menselijke ziel.
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar U, o Heer, wist heel goed dat de menselijke vorm slechts door de adem van Uw wil het leven had en nu in staat was, aan zijn eigen, innerlijke ontwikkeling te gaan werken om de vrije zelfstandigheid te verwerven.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] En ik geloof ook hiermee, voor zover het de menselijke wijsheid mogelijk is, Uw aan mij gestelde vraag in algemene zin geheel beantwoord te hebben! - Ik vraag U, o Heer, mij Uw oordeel daarover nu duidelijk mee te delen."
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Tirannen en onderdrukkers, die hun medemensen met geweld onderdrukken, plegen zich wel altijd met uw luister te omhullen en strooien daarnaast alle nog zienden zand in de ogen en wurgen de armen en zwakken alleen om uw verheven verschrikkings luister te doen toenemen, - en dat noemt u goed en zelfs nog zeer nuttig voor de menselijke zielook?! O, oude, blinde dwaas!
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als de mens nu in dit dierlijke element wordt opgevoed, wordt dit steeds meer en meer zijn levensbasis, dat wil zeggen: zijn liefde. Maar omdat deze basis dierlijk is, blijft de mens dan ook een verscheurend dier en bezit niets menselijks, behalve de armzalige gestalte, het vermogen om te spreken en, als gevolg van de bouw van het logische geheugen, een ordelijk begripsvermogen, dat echter steeds meer door het dierlijke element wordt aangezet tot lage handelingen. Het kan daardoor slechts dat als goed en zaligmakend zien, wat het pure, dierlijke element wil.
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...