Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 13 van 2030

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Ik heb toch ook niet gezegd dat degene die Mijn leer aan andere mensen verkondigt, Mijn daden helemaal niet moet vermelden, maar er moet niet teveelophef over gemaakt worden; en dan moeten bij voorkeur alleen die daden vermeld worden, die Ik de mensen uit pure liefde bewezen heb, als Arts en Helper in de grootste nood van één of ook van verschillende mensen.
Hoofdstuk 46: Het belang van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Met eiken en ceders kunnen de winden niet zo'n spelletje spelen. Op eiken en ceders lijken echter die mensen, die door de pure waarheid van Mijn leer tot Mij bekeerd zijn. Tegenover hen kunnen de valse leraren en profeten hun duizendvoudige windspel spelen en dan zullen ze niet buigen, want de kracht van de innerlijke waarheid is machtiger dan alle andere krachten op de hele aarde.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Daarop zei de waard: 'Je hebt weliswaar niet slecht gesproken, maar ik moet toch de opmerking maken dat wij, pure Romeinen, die door jullie als heidenen worden genoemd nog nooit iets bijzonder goeds over jullie priesters van Jeruzalem hebben gehoord! Want jullie zitten vol hoogmoed, vol zelfzucht en heerszucht en vervolgen iedereen die het waagt jullie met de zuivere waarheid te confronteren; en ik ben sterk van mening dat jullie profeten -die jullie zelf hebben gestenigd, omdat ze jullie de waarheid zeiden geen ongelijk hadden dat ze vanwege jullie niet zo prijzenswaardige eigenschappen jullie de ondergang voorspelden.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Aan de mensenziel wordt nu een leider gegeven; want de pure ziel alleen zou, als voleindigde vorm die niet verder ontwikkeld kan worden, niets hogers meer boven zichzelf waarnemen, als er nu niet een geestelijk voelen, het gewaarworden van een macht in haar zou kunnen binnenvloeien, die haar verdeemoedigt en ertoe aanspoort om haar Schepper te zoeken. En dat is de goddelijke vonk, die als geest in haar wordt gelegd, en die zich gelijktijdig met haar moet ontwikkelen, haar door een juiste opvoeding steeds meer moet doordringen en door zelfonderricht in alle kennis moet binnenleiden.
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Het is niet moeilijk je voor te stellen hoe Ik bij het binnengaan van het huis, nadat de eerste vreugderoes vervlogen was, nu door allen bestormd en begroet werd als Redder uit hoge nood. Ik nam al die dankzeggingen vriendelijk in ontvangst en zei hun, die werkelijk dronken van vreugde waren, de Heer hun dank te brengen en Hem te danken die in de Mensenzoon zulke grote dingen volbracht. Ik moest daar zo spreken, omdat velen van hen er nog lang niet rijp voor waren om te weten dat Ikzelf de Heer was, wie hun dank moest gelden.
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Wat heeft het voor nut om jullie steeds te wijzen op het verschil tussen de Mensenzoon en de Godszoon, als jullie bij jezelf niet in staat zijn het verschil te kennen en te voelen tussen de geestelijke en de lichamelijke mens?
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] In..het huis van Lazarus was het rustig, en niemand stoorde Mij, terwijl Ik in Mijn kamertje alleen bleef en tweespraak hield met Mijn Vader in Mij. Geen mens zal. echter helemaal begrijpen hoe dat laatste mogelijk was. Daarom moet hier gezegd worden dat Mijn ziel heel goed zag hoe het mogelijk zou zijn om al het lijden te ontlopen, en dat zij weifelde, omdat ook zij aan de aarde geketend was evenals de ziel van ieder ander mens die een taak te vervullen heeft. Alleen de Geest in Mij, van wie iedereen weet wie Die was, schreef Mij de weg voor en stelde de ziel voor de keuze, of ze uit liefde voor Hem en de mensen de aangewezen weg wilde gaan of niet. Zo kwam dan ook nu op het laatst de beslissing opnieuw dichterbij, en de Mensenzoon koos nogmaals voor de wegen van de Vader.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Voor iemand die deze onthullingen heeft begrepen, zou het alleen maar verwonderlijk zijn als het niet zo was; want als deze oude religies voorlopers zijn van de leer van de Mensenzoon en Godszoon, dan moeten ze ook de grondtrekken daarvan bevatten; ze kunnen geen dingen bevatten die ervan verschillen. Dat het leven van de afzonderlijke leraren, die opstonden, ook overeenkomsten vertoont met dat van Mij, berust op dezelfde grondslag.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[21] De Wijsheid gaf het gebod; de Wil, de Kracht verlangde de vervulling ervan; de Liefde vond de weg om in de mens Jezus de voorwaarden te vervullen die noodzakelijk waren om de vroegere toestand van zaligheid voor alle schepselen terug te brengen. In het feit dat deze weg, die direct naar God leidt, nu geopend is, en in het feit dat deze weg door de Mensenzoon Jezus werd vervuld, die daardoor tot Godszoon werd, is de verlossing gelegen. Het sterven van Jezus is de bezegeling van de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Het was niet noodzakelijk; maar omdat de mensheid het met haar onbegrensde vrije wil door Lucifers invloed verlangde, onderwierp Jezus zich ook aan deze eis en stierf hij lichamelijk.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] En zie, toen trokken zij allen weg en gingen aldus aan het werk om een stad te bouwen, en daaraan werkten zij zestig jaar. Omdat de bouwsels dikwijls instortten, hadden zij veel tijd nodig om de woning van de nieuwe vorst te bouwen en konden deze pas afmaken, toen Ik Hanoch in een droom getoond had hoe ze te werk moesten gaan. Want Ik had medelijden met de arme kinderen, die bij deze bouw aan vele en zware mishandelingen bloot stonden van de zijde van de tot dan toe weliswaar zeer ordelijke en rechtvaardige Kaïn, die zich streng aan de wet hield. Door grote schrik te verwekken en onder grote vrees en angst voor de straffen zonder genade of erbarming, leidde hij de zijnen als een tiran. In hem was geen liefde, maar rechtvaardigheid ten aanzien van gehoorzaamheid aan alle wetten. Daarbij dacht hij er echter niet aan, dat gehoorzaamheid die een gevolg is van grote vrees eigenlijk allerminst gehoorzaamheid is, maar pure eigenliefde. Want wie zichzelf liefheeft, houdt zich aan de wet uit pure vrees voor de altijd er op volgende zekere bestraffing als hij die wet overtreedt, omdat hij bijzonder veel medelijden met zichzelf heeft als hij de pijn van de straf in zijn hulpeloze zwakte ondergaat. Maar indien hij ook maar de geringste gelegenheid vindt om in zijn hart onopgemerkt te zijn, zal hij de wet en de wetgever vervloeken en de wet weldra met voeten treden.
Hoofdstuk 22: Hanoch, Kaïns zoon, als wetgever - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Maar jullie aarzelen, - niet omdat jullie er de moed niet toe zouden hebben, maar omdat mijn gehoorzaamheid ten opzichte van de wil van God je verwondering wekt! En zie, hoe een verscheurend dier jullie mensen, die een eeuwig leven te wachten staat, jullie naar de wil van God over je totale godvergetenheid en eveneens over je bestemming moet leren! Zie, geen verscheurend dier is zo wild, dat het door honger gedreven zijnsgelijke aan zou vallen om die aan stukken te scheuren en daarmee zijn honger te stillen! Alleen jullie mensen, die eeuwig zullen leven, trekken in horden uit om je broeders niet uit nood, maar uit pure helse heerszucht te doden, met hun bloed de aarde te bevlekken en hun vlees daarin te begraven!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[46] Had Ik dit alles nu niet kunnen vermijden? Zeker! Hier stond echter aan de Mensenzoon de keuze open om zich alle heerlijkheid en alle eer van deze aarde toe te eigenen. Daarom moest Hij ook werkelijk in de situ­atie komen om te kunnen kiezen. En daar lag voor Hem de beslissing.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[70] De Heer spreekt: "Jij, geliefde vriend van Mij, hebt heel juist gesproken! En Ik kan je zeggen dat niet jouw vlees en bloed, maar je geest je dit heeft ingegeven. Maar daarom is het met de zaak van de toekomstige wederkomst van de Mensenzoon wel zo gesteld, zoals Ik jullie overduidelijk heb laten zien.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[251] Deze Geest is wel God, maar Ik als Mensenzoon ben dat niet. Als zodanig heb Ik Mij net als elk ander mens door veel moeite en oefening de waardigheid van God eerst moeten verwerven en kon daardoor pas één worden met de Geest van God. Nu ben Ik wel één met Hem in de geest, maar wat het lichaam betreft nog niet. Maar ook hier zal Ik volledig één met Hem worden, echter pas na een groot lijden en na een totale en uiterst vernederende zelfver­loochening van Mijn ziel"
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[281] In een vurig worstelen om verbinding met de Vader-Geest in Hem ondervond de Mensenzoon Jezus dan ook spoedig een grote verlichting en versterking. Lucas bericht: "En een engel kwam uit de hemel en gaf hem kracht!" Door deze geestelijke hulp werd Jezus' ziel zich, in de slapende discipelen, plotseling in alle helderheid bewust van haar taak. Zoals zij in de ban van hun zwakheid en onmacht in de hof van Gethsémane lagen te slapen, zo sliepen immers nog in de gehele schepping in en op de aarde en alle hemel­lichamen myriaden niet verloste zielen in het gericht van de materie en wachtten op het moment dat ze gewekt en uit de knellende banden van de anti-orde en het gericht teruggevoerd zouden worden naar het rijk van de godde­lijke orde, van de liefde, het licht en het eeuwige leven!
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...