Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 13 van 884

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] En hetzelfde is ook hier het geval! Welke aardse macht zal de strijd met deze goddelijke macht winnen? Want voordat ze het zwaard ter hand zou nemen voor de strijd, zou ze immers reeds vernietigd zijn! Ja, wanneer de Heer en Meester zal toelaten dat Zijn vijanden de hand aan Hem zullen slaan, zullen ze Hem zelfs ook wellichamelijk kunnen doden; maar zolang Hijzelf het ondoorgrondelijk geheime 'fiat!' niet in Zichzelf heeft uitgesproken, zal ook niemand het wagen ook maar de zoom van Zijn kleed aan te raken, -en als iemand het waagt, kon het hem wel eens vergaan zoals het de misdadigers van gisteren is vergaan! Dus voor hen, die als ware vrienden met deze ware Godmens door alle grote gevaren van de wereld op hun pad trekken, is de grootste veiligheid reeds gegarandeerd.
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hetzelfde zal er ook met hen gebeuren die misschien nog een halve eeuwigheid na ons het licht van de wereld zullen zien. Ze zullen ook wel zeer onduidelijk geworden begrippen van uw leer te zien krijgen; maar wie zal hen, zoals U nu Zelf bij ons doet, daarover nader en duidelijk kunnen onderrichten? En als zo'n buitengewone leer niet helder en duidelijk onderwezen wordt, zal ze ook moeilijk door iemand met een levendige inzet als richtsnoer voor zijn handelen genomen worden en de materie zal op die manier, zoals tot nu toe, steeds de grote overwinnaar zijn.
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Hierop stelde DE MAN Mij nog een vraag en zei: 'is de maan dan ook een wereld? En hoe werd mijn zoon dan maanziek? Want behalve zijn bezetenheid moest hij wel maanziek zijn, omdat de volle maan een grote invloed had op zijn lijden"
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] IK zei: 'Dat de maan ook een soort aarde en wereld is, zul je nu nog moeilijk of helemaal niet begrijpen, ofschoon het zo is; maar Mijn leerlingen begrijpen het en de latere nakomelingen zullen het maar al te goed begrijpen en inzien. Maar dat je zoon steeds zo'n grote vrees had voor de volle maan lag niet in zijn natuur, maar in die van zijn plaaggeest die oorspronkelijk uit die zeer magere en hoogst onherbergzame wereld stamde. De rest hoef je niet te weten"
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar het is natuurlijk vanzelfsprekend, dat er op deze wereld voor grote en grove overtreders van de rechten van de mensen ook gezaghebbende en grote wereldse rechtbanken moeten zijn en bestaan, omdat anders tenslotte niemand nog zeker zou zijn van zijn leven. Maar wat de kleinere misstappen betreft die niet zelden tussen jullie mensen plaatsvinden, die moeten voor de rechterstoel van het barmhartige en verzoenlijke hart bijgelegd worden, opdat de kleine misstappen van de mensen onder elkaar niet uitgroeien tot grote zware misdaden; want waarlijk Ik zeg: roof, doodslag en moord zijn uiteindelijk immers niets anders dan gevolgen van eerdere kleine misstappen van mensen onder elkaar, die ontstaan zijn om louter kleine, wereldse redenen van eigenbelang en eigendunk. -Een kleine gelijkenis zal dat nu voor jullie nog duidelijker belichten:
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Daarop antwoordde IK hem: 'Blijf uiterlijk wat je bent, maar wees innerlijk een ware jood, wat je heel gemakkelijk kunt doen, omdat je daarbij tegenover geen enkele priester iets verplicht bent! Dat de Farizeeën vanwege je grote rijkdommen, liever hebben dat je bij hen hoort dan dat je een vreemde voor hen bent, zul je wel inzien! Blijf daarom watje bent en zoek de waarheid en de grond van het leven en het bestaan! Want alleen de waarheid zal je vrij maken en hiermee zul je hoog boven al het priesterdom staan en boven alles wat de wereld wijsheid noemt. -Heb je Me nu wel begrepen?"
Hoofdstuk 254: De Heer met de Zijnen in het huis van de Griekse herbergier. Waarheid maakt vrij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] DE WAARD zei: 'Je hoeft niets te vrezen! Ook al heb je tot nu toe geen betere weg naar beneden gevonden, hier zijn nog andere mensen die een veel gemakkelijker weg kennen en die zullen wij in de toekomst ook nemen. Want je ziet hier onbekende gasten bij me; dit zijn zeer wonderbaarlijke mensen, zij kennen die betere weg en zullen hem ons aanwijzen. Maar van nu af aan zullen we deze weg niet te vaak meer hoeven af te leggen omdat de Meester, deze grote Meester aller meesters van de wereld, ons ook in dit gebergte een nog beter zout zal aanwijzen dan het zout van Nahim. Maar ga nu zitten en eet en drink met ons mee!'
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Want deze zo geprezen en in alle streken van de wereld buitengewoon gewilde Essenen hebben overal een groot aantal spionnen die zich in allerlei menselijke verschijningsvormen in vele landen bewegen. Door hen vernemen de hoogste leiders en bestuurders van het grote instituut alles wat er ergens aan bijzonders is en gebeurt. En daarom is het absoluut met raadzaam om tegen hen te velde te trekken, omdat ze dat vast en zeker snel te weten zouden komen en dan wraak zouden nemen op hun vijand.
Hoofdstuk 274: Over de Essenen en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zei: 'Johannes was wel een brandend en helder schijnend licht; maar u zocht hem alleen maar op omdat u zich bij zijn licht slechts wat wilde opmonteren. (Joh,5,35) Ik heb echter een groter getuigenis over Mijzelf dan het getuigenis van Johannes; want de werken die Mijn Vader Mij opgedragen heeft om persoonlijk uit te voeren, deze werken dus, die Ik alleen doe voor de ogen van de hele wereld, getuigen volledig naar waarheid dat de Vader Mij als Zijn Zoon tot u heeft gezonden. (Joh.5,36)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar IK zei: 'U vergist zich erg als u zo over MIJ oordeelt; want Ik kan als mens ook niets uit Mijzelf doen. Ik hoor echter altijd de stem van de Vader in Mij en zoals Ik die hoor, zo handel, spreek en richt Ik, en. Mijn gericht is dan juist, omdat Ik niet Mijn menselijke wil, maar alleen die van Mijn Vader uitvoer die Mij in deze wereld heeft gezonden. (Joh.5,30). Als Ik als mens over Mijzelf zou getuigen, zou dat getuigenis van Mij onjuist zijn (Joh.5,31); maar het is een Ander die u niet kent en nog nooit gekend heeft die door Mijn daden, die reeds alom bekend zijn, over Mij getuigt, en daarom weet Ik maar al te zeker dat het getuigenis dat Hij Mij steeds gaf en geeft, volkomen waar is. (Joh.5,32)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Wat heeft u tegen Mij? Is het dan niet juist, dat Ik zonder enig uiterlijk vertoon tot u kom, om u niet bang en moedeloos en vreesachtig te maken?! Heeft Elia, toen hij in de geest, dus ook geestelijk, een voorspelling over Mijn komst ontving, Jehova soms in de stormwind of in het vuur voorbij zien gaan toen hij in de grot verborgen was? Nee, in een zacht ruisen ging Jehova voorbij! En kijk, dat vindt nu hier in uw bijzijn plaats! Waarom wilt u het dan niet geloven? Zijn Mijn werken, die Ik ten aanschouwe van duizenden en nogmaals duizenden getuigen reeds gedaan heb, dan niet het waarachtigste getuigenis daarvan? Heeft dan ooit iemand op de wereld zulke daden verricht?"
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarop sprak MOZES: 'Booswicht, je bent nu oud, maar je was ooggetuige en je hoorde alles wat ik indertijd tegen de vergadering van priesters gezegd heb toen ik uit het heilige der heiligen terugkwam! Ik zei toen: 'Luister, broeders, God de Heer heeft in Zijn grote genade en ontferming mijn innerlijk voor mij geopend, en Mozes' geest kwam in mij en nu is mijn ziel met Mozes' geest één mens, die nu voor jullie staat zoals hij eens voor de Farao en op de Sinaï voor God stond! Ik was de eerste die deze stoel neergezet heeft en op Gods bevel daarop is gaan zitten, - en nu zit ik er, omdat God dat zo wil, als laatste op; want in de toekomst zal alleen de Heer, die reeds in deze wereld op wonderbare wijze het vlees der mensen heeft aangenomen, met deze stoel doen wat Hij volgens Zijn ondoorgrondelijk raadsbesluit zal willen!' Jullie werden woedend over die waarachtige voorspelling van mij, sleurden mij van de stoel af en wurgden mijn lichaam. Is het zo niet gebeurd?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Wat de jongste dag betreft, zullen jullie na het afleggen van je lichaam, in de andere wereld net zo goed een jongste dag hebben als je in deze wereld ook een laatste en tevens oudste dag zult hebben. Alleen, zolang jullie nog in deze wereld leven kunnen jullie, als je dat wilt, nog gemakkelijk een uitweg uit de hel vinden, want hier bij jullie zit de grote Leider en Verlosser, luister naar Hem en doe wat Hij zegt! - Ik heb voor U gesproken, o Heer, en laat nu Elia het woord maar doen!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarop opende Ik bij alle aanwezigen voor enkele ogenblikken het innerlijke gezicht, en de ster werd een wereld vol licht, en in het midden ervan stond een nieuw Jeruzalem, dat twaalf poorten had, en de ringmuren, die een vierkant vormden, waren uit evenveel soorten edelstenen opgetrokken als er poorten in de stad waren. Door alle poorten gingen engelen in en uit; ook waren Mozes en Elia weer aanwezig met nog vele andere profeten. De joden verbaasden zich daar uitermate over en begonnen Mij te loven en te prijzen omdat Ik hun de grote gunst had bewezen dit te laten zien. Maar Ik riep hen weer in hun natuurlijke toestand terug en toen zagen zij alleen maar weer de heldere ster, die steeds kleiner werd en tenslotte helemaal verdween.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zulke kinderen van de wereld pakken dan alles aan wat maar de aandacht trekt in deze wereld. Omdat zij echter de ware geest niet hebben vanwege het feit dat zij kinderen van deze wereld zijn, zetten zij de zaken waarmee zij veel aardse goederen denken te verkrijgen, volgens hun eigen blindheid en wereldwijsheid met grote uiterlijke praal en uiterlijke waardigheid en luister op, en lokken dan vele, ook betere geesten naar zich toe.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...