Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 13 van 366

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Daarop antwoordde Ik: 'Je zegt het. Maar Ik zeg jullie: van nu af aan zal het gebeuren dat de Zoon des mensen zal zitten aan de rechterzijde van de Kracht en in de wolken des hemels tot de Vader zal komen, die in Hem woont!'
Hoofdstuk 73: Het verhoor en de veroordeling van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Dit zeg Ik nu echter: dat Ik de enige, eeuwige God ben naar Mijn drievoudige aard; als Vader ben Ik dat volgens Mijn goddelijkheid, als Zoon volgens Mijn volkomen menszijn en als Geest volgens alle leven, werking en inzicht. Ik ben vanaf de eeuwigheid de liefde en de wijsheid Zelf Nog nooit heb Ik iets van iemand gekregen. Alles wat er is, is van Mij en wie iets heeft, heeft het van Mij. Hoe kan Ik dan een tiran zijn en verdoemenis uitspreken?! - 0 jullie dwazen! Ik houd van jullie; jullie verachten Mij. Ik ben jullie Vader; jullie maken Mij tot scherprechter. Waar Ik zegen, vervloeken jullie; waar Ik opbouw, vernielen jullie; wat Ik opricht, buigen jullie neer; over wat Ik zaai, leiden jullie verstikkende stromen; jullie zijn in alles tegen Mij. Zou Ik zijn, zoals jullie zeggen dat Ik ben, - waarlijk, Ik zeg je, de aarde zou allang niet meer bestaan, ja ze zou zelfs nooit geschapen zijn! Omdat Ik echter ben die Ik ben, bestaat alles nog zoals het Was en zoals het eeuwig zal zijn; en ook jullie zullen zijn zoals je wilt zijn, zonder Mijn doemvonnis, - want jullie zullen zijn wat je van jezelf gemaakt hebt. Maar van diegenen die Mij nemen zoals Ik ben en Mij liefhebben zoals Ik hen liefheb, zal Ik maken wat zij willen, zodat hun vrijheid en vreugde eeuwig volkomen zal zijn.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Dus let op: de liefde woont alleen in de Vader en heet de Zoon. Wie deze versmaadt zal in de handen vallen van de machtige Godheid en zal voor eeuwig van zijn vrijheid worden beroofd en de dood zal zijn deel zijn; want de Godheid woont ook in de hel, maar de Vader woont alleen in de hemel. God berecht alles naar Zijn macht; maar de genade en het eeuwige leven berusten slechts bij de Vader en heten de Zoon. De Godheid doodt alles; maar de Zoon ofwel de liefde in Mij heeft leven, geeft leven en maakt levend.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Want zie, Ik ben Heer over alles wat er is! Ik ben God, de eeuwige en machtige en als zodanig ben Ik ook je Vader, de heilige en meest liefdevolle. En dat alles ben Ik in het woord; maar het woord is in de Zoon en de Zoon is in de liefde en de liefde is in de wet en de wet is aan jullie gegeven. Als je die in acht neemt en ernaar handelt, dan hebben jullie haar in jezelf opgenomen; dan wordt zij levend in je en verheft je zelfs en maakt je vrij en dan staan jullie niet meer onder de wet, maar erboven in de genade en in het licht, wat allemaal Mijn wijsheid is.
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] En zie, daarom wil Ik Mijn gerichten in deze tijd opheffen en op Jouw verzoek overvloedig genade voor recht laten uitstromen en Ik wil de schade die Mijn gericht heeft aangebracht, weer goed maken. En buiten Mij kan niemand iets goed maken dan Ik alleen, omdat niemand goed is behalve Ik, de heilige Vader; want dat zal voortaan voor eeuwig Mijn naam zijn. En Jij, Mijn Liefde, bent Mijn Zoon; en de heiligheid als de machtige alom werkende band van de kracht tussen Ons en tussen alles wat van Ons uitgegaan is, is de Heilige Geest, die alle ruimten der ruimten en alle oneindigheden der oneindigheden zal vullen, amen. En dat zegt nu de goede, heilige Vader. Amen.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Aldus spreekt de heilige en enig goede Vader door Zijn Zoon, die de eeuwige Liefde in Hem is en door de Heilige Geest als de werkende genade uit Ons beiden, voor de toekomstige vergeving van de zonde, die nu hun lichamen moeizaam en bezwaarlijk maakt, en tenslotte tijdelijk zal doden om na de dood van het lichaam het leven te verkrijgen, na de tijd van de beloofde middelaar.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] En jullie zullen mij altijd weer te zien krijgen, zo dikwijls je in volledige overgave je harten aan de Heer der heerlijkheden zullen offeren; en ik zal jullie offer in een vat opvangen en zal het omhoog naar God dragen en zal het uitschudden voor het aangezicht van de Zoon en dan zal de grote, heilige Vader welbehagen vinden in je werken.
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Daarom ben ik zichtbaar weergekeerd, ten eerste om jouw offer te vergaren in dit vat van de erbarmende genade, die de eeuwige Zoon in de Vader is, en het te brengen voor Zijn allerheiligste aangezicht, de oogappel van de eeuwige Vader. Maar eerst moet ik nog de overtreders van de wet van de liefde en het gebod van de heilige genade tuchtigen en een groot deel van de geschenken van hen afnemen, hen met blindheid slaan en ze uit het paradijs verdrijven.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] En toen Adam bemerkte dat zijn zoon hem en ook zijn moeder hielp, net als alle overigen, sprak Adam ontroerd: "O mijn lieve zoon, omdat jij mij te hulp kwam in onze grote nood, ontvang dan ook al mijn zegen als dank en als troost van je zwakke vader en je zwakke moeder!
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[44] Want zie, de overdracht van het zwaard betekent jouw volkomen vrijheid net als de mijne, en zo is de wil van de Heer de jouwe geworden en heeft je boven de wet gesteld en heeft jou de geboden in eigendom gegeven en nu ben jij net als ik een onsterfelijke zoon van de liefde van de heilige Vader in het reine rijk van het licht van de vrije geesten!
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zie, alles wat ik verloren heb, dat hebben jullie ook verloren door mij omdat jullie door mij en met mij gezondigd hebben op één na, die ik niet meer waard ben mijn zoon te noemen, die gebleven is in de volheid van de genade en in de volheid van de zegen, in alle macht en in alle kracht, rein en rechtvaardig voor het alziend oog van de meest heilige en allerbeste Vader, van Zijn liefde en van Zijn geest.
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En zie, toen nam Kaïn het woord en vroeg heel treurig en diep ontroerd aan Hanoch: "O Hanoch, grote vorst, mijn gewezen zoon, zeg me recht vanuit je hart en naar waarheid, zijn je vader en moeder niet uitgezonderd van alles wat je wijs en naar eigen goeddunken je onderdanen hebt bevolen? En moet ik dan gelijk gesteld worden aan mijn kinderen, gebied dan dat zij ook hun vader en moeder van voedsel moeten voorzien, want wij zijn aloud, afgemat en zeer zwak geworden. Of sta mij genadig toe hier vandaan te trekken tot aan het eind van de wereld, opdat ik de grote ellende van mijn. kinderen niet langer aan hoef te zien, daar zij onder het zware juk van de vrije gerechtigheid versmachten."
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu Meduhed deze toespraak beëindigd had, vielen allen voor God op hun knieën ter aarde neer en dankten en prezen God vanuit het diepst van hun hart, en dat duurde wel een uur; toen verhieven zij zich opgewekt en gingen, door de geest van de genade geleid iets verder landinwaarts en vonden daar in een ruime grot een grote hoeveelheid werktuigen van allerlei soort, zoals houwelen, aksen, bijlen, schaven, allerlei soorten messen, zagen, hamers, boren, winkelhaken, beitels en een miljoen dubbele spijkers, door jullie krammen genoemd. En zie, toen werden zij zo buitengewoon blij, dat zij sprongen en juichten van vreugde over Mijn voor hen niet te begrijpen grote genade. (N.B. Zie, wat Ik jullie hier geef is meer dan deze gereedschappen; maar er is er nog niet één die zich van ganser harte aangediend heeft om Mij met grote vreugde in zijn hart naar behoren te bedanken. Let op, jullie stompzinnige vereerders van Mijn naam en fijnproevers van Mijn woord en zet de poorten van de liefde, van de nieuwe, heilige stad in jullie harten, wijd open, opdat Ik Mijn engelen daar naartoe kan sturen, zodat zij van tevoren alle pleinen, stegen en schuilplaatsen zullen reinigen, evenals alle daaraan gelegen woningen, zodat Ik dan Mijn intrede zal kunnen doen en jullie Mij dan tegemoet hollen en in grote vreugde uitroepen: 'Hosanna in den hoge en vrede voor alle volkeren die van goede wille zijn; geloofd zij de Heer, die op een ezelin aangereden komt; halleluja voor de zoon van David; hallelujah voor de vorst van de vrede; hallelujah voor Hem, die komt in naam van de Here God Zebaoth; Hij alleen is waardig alle lof, alle roem en alle eer van ons te ontvangen; Hij is de heilige, enige Vader van onze harten, amen!')
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En zie, na deze terechtwijzing gingen de zeven met de jonge vrouwen, door Seth geleid, naar de woning van Adam en vonden hem en Eva tot Mij bidden en zuchten naast Enos ('de prediker van Mijn naam'), die een zoon van Seth was en aan de zijde van Henoch ('de wil van Jehova'), de zeer vrome zoon van Jared. Seth meldde onmiddellijk aan vader Adam wat er was gebeurd en verzocht hem erbarmen te hebben met de nakomelingen van Kaïn om daardoor de ordening die door de zeven verstoord was, weer te herstellen.
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En Adam zei: "Waar spreken jullie over? Ik ken de zoon van Methusalah en die is pas eenhonderdenzesentwintig jaar oud en heeft nog nooit een vrouw leren kennen!* (* N.B. van 25 juni 1841: "Hier duiden de eenhonderdzesenrwintig jaar niet op de leeftijd, maar geven slechts een toestand aan waarin de mens nog niet tot de juiste verhoudingen is gekomen, d.w.z. honderd voor God, tien voor de broeder en de naaste en één voor zichzelf! Als je dus kunt rekenen, reken dan en je zult er achter komen wanneer de mens geschikt is om wedergeboren te worden. Lamech heeft nog geen vrouw leren kennen omdat hij in de geest nog niet op de trap stond, die gesteld is tot grondsteen van de eeuwige ordening. Ans.W.H. (Anselm W. Hüttenbrenner) is pas honderdzevenendertig jaar oud; - er moet van de zeven en van de drie nog zoveel afvallen. Amen. Dat zeg Ik, jullie Vader. Amen. Amen. Amen." - Methusalah was toentertijd tweehonderddrieendertig en Lamech zesenveertig jaar oud. Vgl. hoofdstuk 110, vers 7! De uitgever.) Waar spreken jullie over? Vervloekt zij de leugen en de mond die haar uitspreekt, en de tong die onwaarheid spreekt in het aangezicht van God! Daarom, bij de vloek van Kiïn, van de moordenaar, spreek, - waar komen die vrouwen vandaan?"
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...