Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1563 resultaten - Pagina 13 van 105

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Precies zo zouden jouw voeten zich tegenover je handen ook diep kunnen beklagen en zeggen: 'Waarom zijn juist wij, die net zo goed als jullie van vlees en bloed zijn, veroordeeld om jullie rond te dragen, terwijl jullie je zonder moeite zo vrolijk in de vrije lucht kunnen bewegen?'
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Maar hier op de wereld in het onreine vlees moet je je er vóór alles voor hoeden juist op deze allerhoogste en allereerste God zelfs maar verliefd te worden! Dat zou toch wel het verschrikkelijkste van het allerverschrikkelijkste zijn! Als je werkelijk al een soort liefde voor Hem voelt, dan is het ons geraden zo vlug als maar mogelijk is hier vandaan te gaan!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Opdat je weet, waar jouw goden vandaan komen, en waarom zij op zichzelf helemaal niets voorstellen, zeg ik je in naam van de Heer , die hier temidden van ons is, dat het nu slechts lege en voor jullie betekenisloze namen zijn. Vroeger duiden zij echter op kenmerkende eigenschappen van de Ene, alleen ware God, wiens geest thans in al Zijn rijkdom heerst in deze Meester, die nu voor jullie staat.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, de zon die nu aan de hemel schijnt is in rechte lijn nauwelijks zover van ons verwijderd, als de afstand, die een ervaren ruiter in een halve dag af kan leggen. De echte zon staat in rechte lijn echter zover van de aarde verwijderd, dat, als dat mogelijk zou zijn, een ervaren ruiter , als hij zonder te rusten dag en nacht door zou rijden, die ontzettend lange weg nauwelijks in tienduizend jaar zou kunnen afleggen. Hoe ver reiken de stralen van de natuurlijke zon en hoe onmeetbaar is de ruimte die zij vullen en hoe kort zijn daarentegen de stralen van deze schijnzon! Naar het oosten komen ze niet erg ver, wat ook goed te zien is aan de grotere duisternis in het oosten, en daarom is de lucht daar niet zo oogverblindend van licht doorzeefd als bij de natuurlijke zon. Het oogverblindende, doordringende licht in de lucht, die deze aarde naar alle kanten omgeeft, maakt echter juist dat wij overdag nooit een ster kunnen zien.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Marcus en zijn dienaars steken nu zo snel mogelijk alle soorten lichten aan, en Cyrenius en Julius bevelen de soldaten takkenbossen aan te steken. Als alles goed brandt, zeg IK luid: "Doof, schijnlicht der lucht, en wordt rustig, geesten die daarmee bezig waren!"
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Omdat de mensen gedurende die tijd vrij vaak koorts kregen, ten dele door het genot van de zeer vette vis en ten dele door de met veel onzuivere dampen bezwangerde lucht, noemde men deze tijd later ook wel 'de koortstijd'. De menselijke fantasie veranderde dit kenmerk al gauw in een godin en men bewees haar, om gevrijwaard te zijn van deze maagaandoening, meteen ook weer een soort goddelijke verering. -Nu weet je ook de natuur en waarheidsgetrouwe geschiedenis van de naamgeving van het tweede teken uit de dierenriem, dus gaan we met het derde verder!
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] En ik zeg jullie: Wie kennis heeft van wat dan ook, en die kennis komt niet daar vandaan, weet niets. Want al zijn kennis is dan nutteloos, volledig waardeloos en onbruikbaar stukwerk.
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan zegt MATHAËL diep getroffen: "O Helena! Lieftalligste van de hele, grote Pontus, waar haal je dan nu toch zo'n blinde, domme vraag vandaan? Vergeef me maar, dat ik je op zo'n erg ondoordachte vraag een wat hard antwoord geef! Jij en je vader zijn nu toch al in die school, hoe is het dan mogelijk dat je mij vraagt, hoe en wanneer je in die school kunt komen? Ja, zie je dat dan nu nog niet in, terwijl de Heer toch juist ter wille van jullie hier zulke grote tekens heeft gedaan?!"
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Wanneer JUDAS Mathaël dat hoort zeggen, zet hij grote ogen op en zegt: "Je vergist je in mij, Mathaël, want ook ik behoor bij het aantal uitverkorenen. Ik ben in de naam van de Heer al uitgezonden en ben net als mijn broeders pas een paar weken geleden door de engelen door de lucht gedragen!" .
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Want zie, er zijn er nu reeds op aarde, en dat zullen er in de toekomst meer worden, die tegen Mij zullen zeggen: 'Heer, Heer!' En Ik zal hen dan antwoorden: 'Waarom roepen jullie, vreemdelingen?! Ik ken jullie niet en heb je nog nooit gekend! Want jullie zijn nog steeds kinderen van de vorst van leugen, hoogmoed, boosheid, nacht en van alle duisternis! Ga daarom bij Mij vandaan, jullie onverbeterlijke boosdoeners!' En Ik zeg je dat bij hen dan veel gehuil en tandengeknars zal zijn!
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] In de twee voorafgaande perioden koelt de zee, duidelijk merkbaar voor de kustbewoners, af. Maar door de grotere kracht van de zon, door de strijd van de warme lucht uit het zuiden met de koude lucht uit het noorden en tevens door de in deze tijd meestal actiever wordende vulkanen en onderzeese lavastromen, wordt de zee langzaam maar zeker warmer. Omdat men dit zag als een gevolg van de in deze tijd optredende stormen, betekent de uitdrukking 'maor izat' zoiets als 'vechten'. Deze tijd werd daarom dan ook zinnebeeldig voorgesteld door een geharnast krijger, die men later zelfs tot een god verhief. - Dat is dan je derde hemelteken en het zal je nu wel duidelijk zijn welke betekenis je aan jullie oorlogsgod Mars moet hechten.
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Wie vis wil vangen, moet met het net het water in, want in de lucht zwemmen geen vissen. Wie goud wil delven, moet niet met een net in zee zoeken, maar naar de diepten der bergen gaan.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Kijk naar de lucht, de aarde, de zee; kijk naar de maan, de zon de sterren; kijk naar de bloemen op de velden en de bomen en bekijk de vogel~,in de lucht, de vissen in het water en alle dieren op de uitgestrekte aarde; kijk naar de hoge bergen en al de wolken en de winden. En zie, dat alles verkondigt luid de eer van God en toch kijkt God er niet met menselijke ijdelheid naar. Hij kijkt slechts naar een mensenhart dat Hem erkent en lief heeft als de enig ware, goede, heilige Vader. Hoe zal Hij dan genoegen scheppen in een verkeerd hart of een zinloze ceremonie met allerlei lippendiensten, waarachter niets anders schuil gaat dan de schreeuwendste zelfzucht, eerzucht, heerszucht en allerlei hoererij en leugen en bedrog?!
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Bestijg een berg en je zult je niet genoeg kunnen verbazen over de zuiverheid van de lucht, kijk echter naar beneden in het dal en je zult een groot verschil in zuiverheid ontdekken tussen boven en beneden!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Als men deze mensen mogelijk een ander inkomen zou kunnen geven, zou een en ander misschien beter en gemakkelijker gaan, maar waar moet je in een land dat niet zo groot is, zo snel voor duizenden een nieuwe bron van inkomsten vinden, en waar voor zoveel mensen brood vandaan halen!? Voor een paar dagen zouden wij dat nog wel kunnen, maar voor jaren achtereen! Waar moet je het vandaan halen, als je ook nog goed en redelijk wilt blijven!?
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...