Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 13 van 1110

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Daarop gaf IK ten antwoord: 'Mozes heeft jullie wel een scheidbrief gegeven, volgens welke jullie van je vrouw kunt scheiden; maar hij deed dit alleen vanwege de hardheid van jullie hart. Vanaf het allereerste begin van de mensheid op deze aarde was het echter niet zo, maar zoals Ik het jullie zojuist gezegd heb. (Matth. 19,8)
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER): 'Toen jij en jullie vriendelijke buren naar dit gebied zijn gekomen, hebben jullie hier niets dan stenen en hout aangetroffen. Jullie gingen onmiddellijk aan het werk, verzamelden het beste en meest geschikte, daarna gingen jullie bij jezelf te rade en begonnen ijverig na te denken over de vraag volgens welke regels van de bouwkunst jullie je bij elkaar gezochte materiaal tot een hut of zelfs tot een woonhuis zouden samenstellen.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En toen jullie nog dieper bij jezelf nadachten, kwamen er beelden voor jullie geest. Aan de hand van deze beelden ontwierpen jullie toen spoedig een plan en begonnen het ene huis na het andere volgens dit plan te bouwen en na korte tijd stonden er heel aardige huizen in jullie dal. Als jullie geen geschikt bouwmateriaal gevonden hadden, hadden jullie vanuit je innerlijk verstand ook nooit een geestelijk plan kunnen ontwerpen, dat geschikt was voor dit materiaal; maar omdat jullie dit hebben gevonden, vonden jullie ook spoedig een hierbij passend beeld van een woonhuis; vervolgens voegden jullie het materiaal zo samen, dat het iets totaal anders voorstelde dan wat jullie oorspronkelijk hadden aangetroffen.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En die ene (JUDAS ISKARIOT) zei: 'ik dank Hem in stilte voor alles wat ik ontvangen heb; maar jullie hebben volgens Zijn getuigenis meer ontvangen dan ik, - daarom is het nu toch ook terecht dat jullie de Heer danken voor wat je meer ontvangen hebt. jullie kunnen reeds allerlei wonderen verrichten; mij lukt er niet één, ook al geloof ik dat het me zal lukken - en jullie lukt al bijna alles! Voor wat ik derhalve nog niet ontvangen heb, kan ik niet bedanken, maar ik kan er alleen maar om vragen. Ik heb er weliswaar al heel vaak in stilte om gevraagd, maar tot nu toe behalve spijs, drank en leer nog steeds niets gekregen en daarom hoef ik alleen daarvoor te danken, -maar zeker niet voor de gave, wonderen te verrichten! Begrijp me, als je me wilt begrijpen!'
Hoofdstuk 273: De geldzucht van Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Meer hierover kunnen jullie van Mijn leerlingen vernemen; als jullie getrouw blijven handelen volgens Mijn leer, zal jullie dat alles in de loop der tijd door je geest getoond worden wanneer deze één wordt met je ziel; hij zal jullie dan in alle wonderbaarlijke waarheden binnenleiden. "
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Daarop sprak MOZES: 'Booswicht, je bent nu oud, maar je was ooggetuige en je hoorde alles wat ik indertijd tegen de vergadering van priesters gezegd heb toen ik uit het heilige der heiligen terugkwam! Ik zei toen: 'Luister, broeders, God de Heer heeft in Zijn grote genade en ontferming mijn innerlijk voor mij geopend, en Mozes' geest kwam in mij en nu is mijn ziel met Mozes' geest één mens, die nu voor jullie staat zoals hij eens voor de Farao en op de Sinaï voor God stond! Ik was de eerste die deze stoel neergezet heeft en op Gods bevel daarop is gaan zitten, - en nu zit ik er, omdat God dat zo wil, als laatste op; want in de toekomst zal alleen de Heer, die reeds in deze wereld op wonderbare wijze het vlees der mensen heeft aangenomen, met deze stoel doen wat Hij volgens Zijn ondoorgrondelijk raadsbesluit zal willen!' Jullie werden woedend over die waarachtige voorspelling van mij, sleurden mij van de stoel af en wurgden mijn lichaam. Is het zo niet gebeurd?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] MOZES zei: 'O, jullie wereldse, sluwe vossen, jullie wisten heel goed aan de hand van vele voorbeelden uit de Schrift, wat heldere dromen te betekenen hebben! Denk maar eens aan de droom van Jacob, de dromen van Jozef, de droom van de Farao en nog heel veel soortgelijke dromen; die hebben jullie heel goed in het oor gefluisterd wat jullie tot zevenmaal toe herhaalde visioen te betekenen had; maar jullie wereldse instelling, jullie priesterlijke hoogmoed, jullie lust om onbeschrijflijk luxueus te leven en jullie lust tot de grootst mogelijke luiheid en tot alle soorten en vormen van hoererij hebben jullie verblind en verdoofd, en daarom waren jullie erg bang om volgens Mijn voorspelling al jullie aangename, aardse levensvoordelen te verliezen, en daarom hebben jullie, in plaats van je naar Gods wil te voegen, liever alles tegen Hem ingezet en zijn jullie tot op dit uur en tot op dit ogenblik volledig in opstand tegen God. Stofwormen, hoe bevalt jullie deze ware geschiedenis?!
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Het goed doen volgens de wil en het woord van God is en blijft eigenlijk, ook al doet de mens het uit eigen vrije wil, een genade van boven, een verdienste van de geest van God in het hart van de mens, en valt de mens alleen maar ten deel door de genade van God. -Nu weten jullie hoe de zaken staan. Jullie zijn vrij en kunnen doen wat je wilt!'
Hoofdstuk 10: De zelfbeschuldiging van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Jullie begrijpen dit weliswaar nu nog niet en je kunt het ook niet begrijpen; maar als jullie blijven in het geloof in Mij en doen wat Mijn leer zegt, dan zullen jullie, als je geloof en je liefde gerijpt zijn, gedoopt worden door de Heilige Geest, die Ik aan allen zal zenden die door hun leven laten zien dat zij in Mij geloven en in Hem, Die Mij uit Zich in het vlees als Mensenzoon in deze wereld heeft gezonden; want het eigenlijke, waarachtige, eeuwige leven is: dat je in Mij als de waarachtige Zoon van de Vader in de hemel gelooft en volgens Zijn leer leeft.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wanneer echter de Geest waarover Ik nu met jullie heb gesproken, tot jullie zal komen en jullie zal doordringen, zullen jullie uit jezelf alles begrijpen wat je nu allemaal ziet en hoort maar door je puur natuurlijke gesteldheid niet kunt begrijpen; want het lichaam kan de geest niet begrijpen en is op zichzelf zonder meer dood. Het heeft geen ander leven dan alleen maar het tijdelijke meeleven uit de levenskracht van de ziel, die met de geest verwant is en die helemaal op hem kan gaan lijken, en één met hem kan worden als zij zich helemaal van de wereld afwendt en haar zinnen alleen richt op het meest innerlijke, geestelijke, volgens de orde en wijze zoals Mijn leer en Mijn persoonlijke voorbeeld het jullie laten zien.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] De materie is een graf van het gericht en de tijdelijke dood en de dode geesten in deze graven moeten ook Mijn stem horen en Mijn wil gehoorzamen, zoals jullie nu gezien hebben. En zoals deze steen nu plotseling is opgelost, zo zal het ook stukje bij beetje met de hele aarde gaan, en dan zal daaruit een nieuwe, geestelijke, onvergankelijke aarde ontstaan vol leven en geluk voor haar geestelijke bewoners, en er zal gericht noch dood op haar hemelse velden heersen; want zij zal ontstaan uit het leven van allen die uit haar ontstaan en op haar geboren zijn.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Jullie zouden wel graag van Mijn wondertekenen willen genieten?! Maar weet je, Ik ben met zoals de een of andere magiër die zijn bedrieglijke tekenen tot stand brengt om de blinde en domme wereldse mensen zich daarover te laten verbazen en hen te amuseren, maar Ik doe Mijn tekenen alleen volgens de wil van Hem die Mij als een mens van vlees en bloed in deze wereld heeft gezonden en nu ook in Mij woont; en als Ik dus een teken doe, dan moet het dienen voor het diepe innerlijke, geestelijke onderricht van de ziel, en daarnaast moet het de mens allerlei goeds brengen! Maar het teken dat jullie vroegen, weliswaar zonder onzuivere bedoelingen, heeft hier geen echt doel, geen nut en het helpt niet, en daarom is het beter als Ik het niet doe; want jullie kunnen je nu intussen ook wel voorstellen dat bij God alle dingen mogelijk zijn.'
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Nee, nee, vrienden! Jullie wens was heel begrijpelijk, want Hij die iets helemaal in het materiële niets kan laten overgaan, moet ook het tegendeel kunnen! Zo hebben jullie gedacht en het ook precies zo uitgesproken, en dat was toch goed en juist! Het zou alleen niet juist geweest zijn als jullie anders gedacht en gesproken zouden hebben. Dat echter het gevraagde teken direct na het reeds gegeven teken niet helemaal volgens de goede orde geweest zou zijn, konden jullie immers niet weten, maar alleen Ik! En dus hebben jullie door je wens beslist geen fout begaan, maar ook Ik niet door niet meteen aan jullie wens gevolg te geven. Maar omdat jullie nu volledig afgezien hebben van het verlangen in je hart, en ook zonder teken geloven dat Ik eveneens een tegengesteld teken kan doen, zal Ik nu eerst ook zo'n teken ten uitvoer brengen! - Kijk eens of er nog wijn in jullie bekers is! ,
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Omdat nu eenmaal alles uit Mij is en Ik door Mijn wil in alles de kern ben als het alles behoudende, leidende, besturende, ordenende en levengevende principe, ben Ik volgens de macht van Mijn wil en Mijn wijsheid ook een subject, en zodoende ben Ik de alfa en de omega of het begin en het einde, alsook het eerste en het laatste in al het geschapene, en tengevolge van deze eigenschap van Mij, dat Ik zowel objectief en in alles ook subjectief ben, kan Ik hier nu bij jullie heel goed als mens volgens de macht van Mijn wil en wijsheid bestaan en toch daarnaast het eeuwige, alleen levende en scheppende Object ten opzichte van alle schepselen zijn.
Hoofdstuk 31: Het goddelijke en menselijke wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Dat Ik nu bij jullie in tijd en ruimte besta, dat zien jullie; dat Ik echter tevens volgens Mijn innerlijk ook buiten tijd en ruimte besta, dat leren jullie Mijn daden, die Ik niet zou kunnen doen als Ik Mij nu ook met Mijn goddelijke Ik in tijd en ruimte zou bevinden. Want het tijdelijke en het ruimtelijke is en blijft eeuwig en altijd begrensd, is derhalve niet volledig en volmaakt; slechts het buitentijdse en buitenruimtelijke is in alles onbegrensd en dus volkomen en volmaakt. Om te laten zien dat het echter zo is en onmogelijk anders kan zijn, zal Ik dit alles nog nader voor je verklaren door een aantal voorbeelden, let dus goed op!'
Hoofdstuk 31: Het goddelijke en menselijke wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...