Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 13 van 184

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[15] IK zeg: "Ook dat heeft weer een wijze reden! Als je geestelijk leraar je alles zonneklaar uit zou leggen, dan zou je nooit zelf beginnen te denken en te beslissen. Maar zo dwingt hij je tot nadenken en zelf te beslissen en kijk, dat is dan al de juiste hemelse manier van lesgeven! Als het nodig zal zijn en jij de juiste rijpheid bereikt zult hebben, zal de geestelijk leraar je ook bij iedere les duidelijke voorbeelden meegeven. Maar voorlopig moet je zelf eerst geestelijk actief worden, want anders zou je onmogelijk diepere waarheden van de hemelse wijsheid kunnen begrijpen! - Besef je dat nu helemaal goed?"
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ja, Heer en Meester, Uw leer bevat de zuiver goddelijke waarheid, ja ik zou zelfs zeggen: Zij is zelf al puur leven. Maar jammer genoeg zal zij door de niets gelovende bovenlaag van de wereld zeker niet aangenomen worden, omdat deze zich op heidense wijze op aarde al zo'n plaats veroverd heeft, dat zij daardoor naar aardse begrippen heel goed kan leven. Adam zou ondanks zijn geroemde Eden een arme stakker geweest zijn vergeleken bij een Caesar Augustus of een Lucullus en nog honderden zoals zij. 'Dat kan men zich door Zeus, Apollo, Mercurius enz. verschaffen, men kan naast deze fantasiegoden oneindig goed leven! Waarvoor dan waarheid, waarvoor liefde, zachtmoedigheid, geduld en wijsheid?' Zo zullen de groten en machtigen der aarde filosoferen en Uw echte heilige leer van de vriendschap bij iedereen achtervolgen, zoals de hongerige wolven een lam achtervolgen. .
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen CYRENIUS Mij zag, sprongen hem de tranen in de ogen van vreugde over het weerzien, en hij zei: "Ja, ja, U bent het, zoals ik al dacht! Oh, wat ben ik nu weer ontzettend blij en gelukkig omdat mij de onbeschrijflijke hemelse genade ten deel valt om U, die mijn alles bent, na het verstrijken van vele dagen weer een keer te zien en te spreken, en door de adem van Uw mond opnieuw gezegend en voor eeuwig levend gemaakt te worden! O Heer, mijn eerlijk en waarachtig boven alles geliefde Jezus, eeuwige Heer van de gehele wereld en van alle hemelen! Hoe diep sta ik toch bij U in de schuld. Ten eerste voor iedere minuut dat ik leef en ten tweede voor de buitengewone weldaad, die mij door Uw ondoorgrondelijke wijsheid in Kis ten deel viel, toen ik de geroofde belastinggelden weer terug kreeg! O Heer, hoe vaak denk ik er iedere dag nog aan, uit wat voor verschrikkelijke verlegenheid U mij door Uw wijsheid gered hebt in Kis! En als ik zo bij mijzelf daaraan denk, dan komen mij steeds tranen van dankbaarheid in de ogen, en dan moet ik U onder tranen aanbidden!"
Hoofdstuk 184: Weerzien met Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Ah, beste Josoë, verdraag hem toch maar! Hij leidt je tot de ware wijsheid van de hemelen, want de geestelijke berekeningen zien er heel anders uit dan die van deze wereld! Als Ik op hemelse manier met je zou praten, dan zou je echt niets begrijpen. Ik spreek echter, omdat Ik nu Zelf een mens van vlees en bloed ben, alleen maar menselijk, op aardse wijze met de mensen over de zaken van de geest. En zie, de mensen ergeren zich omdat ze Mij niet begrijpen -en velen ook omdat ze Mij niet willen begrijpen! Jouw geestelijke, bij tussenpozen optredende, leraar geeft je wel goed les, maar jij zult zijn lessen op deze aarde pas beginnen te begrijpen als je oud bent. Maar helemaal begrijpen zul je dat pas eenmaal aan de andere kant, waar geen troebeling van het vlees en bloed zich in je zuivere ziel voor zullen doen: - Begrijp je Mij?"
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JOHANNES, die alleen maar aandachtig naar Simon Juda geluisterd had, zegt: "Als je het puur met het oog van de wereld bekijkt, kan ik daar niets tegen inbrengen, maar met het hart gezien ziet het er toch heel anders uit! Want de goddelijke wijsheid zal zich nooit of te nimmer aan de wijsheid van een mens aanpassen, ook al is hij nog zo wijs!
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Dan zeggen de op dit schip aanwezige drie LEERLINGEN tegen elkaar: "Vaak is er toch iets vreemds met onze Heer en Meester! Zo nu en dan spreekt Hij helemaal als de al ene, Heer van hemel en aarde, en dan gedraagt Hij Zich ook zo, maar bij andere gelegenheden is Hij helemaal mens en laat van Zijn goddelijkheid niets merken! Alles wat Hij spreekt en doet is weliswaar onbegrijpelijk wijs, maar dat Hij Zich ondanks al Zijn goddelijke macht en wijsheid binnenkort door de Farizeeën te Jeruzalem ten dode toe moet laten mishandelen, dat zou men toch zeker niet wijs kunnen noemen! Want wat voor baat heeft de mensheid uiteindelijk bij zo'n mishandeling? Die raakt daarmee op een dwaalspoor en zal zeggen: 'Kijk nu eens naar het lot van de machtige: hij valt tenslotte toch nog ten offer aan de nog sterkere! Hij, die doden opwekt en bergen verplaatst, zou toch ook in staat moeten zijn om met één woord de tempelknechten te vernietigen!?'
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JOHANNES gaat naar hem toe en zegt: "Kijk, broeder, je hebt het nu wat moeilijk na de zachte terechtwijzing van de Heer, maar besef dat de liefde en wijsheid van de Heer heel goed weet waarom zij jou dit heeft aangedaan. Als je eens goed diep in je hart zou kijken, zou je de oorzaak zonder moeite zelf al vlug vinden!"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Behalve de vijf genoemde erge rovers, waren er echter ook nog een aantal politieke misdadigers, die heimelijk, ook uitgaande van de tempel, overal propaganda tegen de Romeinen maakten. Het gehele transport was bestemd voor Sidon.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen de oude MARCUS Jarah zo hoorde spreken, zei hij, geheel vervuld van een hogere bezieling: "O kind uit de hemelen, veel te goed en te zuiver voor deze bedorven aarde! Waarlijk, als de heer mijn huis weer zal verlaten, kom ik naar jou om hemelse wijsheid te leren! Oh, wat een verschil tussen jou en mijn dochters! Jij bent al een zon, en mijn dochters zijn nauwelijks een weerkaatsing van het grote hemellicht in een heel klein dauwdruppeltje! O Ebahl, wat ben jij toch gelukkig om vader van zo'n engel te zijn!"
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Erg verwonderd over de wijsheid van Josoë, zegt MARCUS: "Ik heb eerder al eens gemerkt dat je een jongen bent, die veel wijzer is dan je leeftijd doet vermoeden, maar voor zó wijs heb ik je toch niet aangezien! Je hebt mij een zeer belangrijke les gegeven, waarvoor ik je altijd erg dankbaar zal blijven. Maar geloof me, de dorst naar kennis van de mens wordt steeds heviger naar gelang hij meer weet, en ik popel nu om behalve jouw les ook nog te horen hoe de materie dan opgelost wordt!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] MARCUS zegt: " Jawel, ik heb het begrepen, maar ik vraag nu niet meer verder. Want jouw wijsheid gaat te duizelingwekkend hoog boven mijn natuurlijke verstand! Maar wat ik wel graag zou willen horen dat is: een gesprek van jou met het meisje Jarah dat net zo wijs is als jij. Dat moet wel een waar geestelijk genot zijn, zoals men dat in de hemelen nauwelijks ooit beter zal kunnen krijgen!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] In God is alle oneindige wijsheid, maar in ons bevindt zich daarvan slechts nauwelijks een zonnestofje! Alles wat wij weten bestaat uit losse stukjes, en wij vinden nooit de weg van alp ha naar beta, Iaat staan tot aan omega. Aan de hemel schitteren myriaden lichten, wie kent ze? De twee grote kennen wij nog niet eens, Iaat staan de talloze kleine; maar Gods wijsheid is daar overal net zo thuis als het gezichtsvermogen in het oog!
Hoofdstuk 197: De beperkte menselijke kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] CYRENIUS zegt tegen Ebahl: "Dat is toch je dochter, en jij bent toch een Jood! Is het dan niet erg verwonderlijk dat zij zo wijs is! Dat kan zij toch niet in een paar dagen van de Meester der meesters en nog minder van die jongeman geleerd hebben!? Want dit soort leraars maken, hoewel ze zeer zeldzaam op aarde voorkomen, ook niet zulke geweldige vorderingen bij ons sterfelijke mensen! Dat weet ik uit ervaring bij mijn zoon Josoë, die ik weliswaar niet verwekt heb, maar toch als mijn zoon heb aangenomen. Bij tijd en wijle komt bij hem ook zo'n rabbi. Maar als ze enige tijd met elkaar omgaan weet je uiteindelijk echt niet meer wie er gelijk heeft, want ondanks heel verschillende meningen hebben vaak genoeg beiden gelijk. Het gehele onderricht is eigenlijk niets anders dan een wedstrijd in wijsheid, waaruit tenslotte beide partijen als overwinnaar te voorschijn komen.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jij zei: 'Ik ben alleen voor de waarheid; wat minder is veracht ik, maar wat meer is, is een geheim van God, dat aanbid ik en ik verlang er niet naar om het te kunnen begrijpen, want dat past de wormen en het. stof van deze aarde niet! In God is de volheid van alle wijsheid, maar in ons mensen woont daarvan nauwelijks iets ter grootte van een zonnestofje!'
Hoofdstuk 198: Wat is waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar hoe kan zij dat, en Josoë niet, die zich voorgenomen had alleen voor de waarheid te zijn? Wel, dat doet haar onbegrensde zuivere liefde tot Mij; die liefde verbindt haar hart met het Mijne en op die wijze kan zij steeds op de kortste weg al het licht en daardoor ook alle wijsheid putten uit de door haar zelf aangeduide oerbron van al het licht, al het zijn en al de waarheid, die voor eeuwig onveranderlijk een en dezelfde in Mij is.
Hoofdstuk 199: De volle waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...