Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 13 van 128

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Daarom is het naar mijn bescheiden mening met iedere godsdienst en iedere openbaring niets gedaan. Het ontstaan mag nog zo zuiver zijn, in handen van de mensen treden maar al te gauw zoveel vervormingen op, dat de gelijkenis met het oorspronkelijke net zo groot is als die van een honderdjarige grijsaard met het uiterlijk wat hij had als pasgeboren kind! De tijd en de vele hartstochten en noden van de mensen veranderen het zuiverste in het onzuiverste, en als grote nooit te overwinnen getuige van die waarheid staat daar de geschiedenis van alle tijden en alle volken voor ons, die niemand kan tegenspreken!
Hoofdstuk 106: Hoe de Romeinse hoofdman de wereld ziet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De HOOFDMAN zegt: "Vriend, dat is kort maar krachtig! In aanmerking genomen wat u hier gedaan heeft zou ik bijna geloven dat u zoiets zou kunnen, hoewel soortgelijke genezingen - alleen niet zo ontzettend grootschalig -mij niet helemaal vreemd zijn. Het is algemeen bekend dat buitengewone verschijnselen, op de lichamelijke en ook op de geestelijke gezondheid van een mens, afhankelijk van zijn temperament, vaak een bepaalde wonderbaarlijke invloed hebben. Zo heeft bijvoorbeeld een grote schrik al eens aan een doofstomme het gehoor en de spraak teruggegeven! Ik zou u een aantal van zulke gevallen kunnen vertellen, -maar de tijd is te kort.
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De HOOFDMAN zei tegen hem: "Stuur de koerier naar de legerplaats, en Iaat de onderbevelhebber onverwijld dertig man naar mij toesturen! Ga!" - Na deze woorden verlaat de wachter onmiddellijk de zaal en binnen tien minuten stappen de dertig man met de onderbevelhebber de zaal al binnen en worden door de nog op de straat verblijvende Farizeeën die zich met alle egards laten behandelen, niet opgemerkt. De onderbevelhebber vraagt de hoofdman wat er nu gedaan moet worden.
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan komt de HOOFDMAN naar voren en zegt: "De man waar u naar vraagt, ken ik heel goed en ik ken al Zijn werken, ook die Hij nauwelijks een paar weken geleden in de plaats Kis heeft gedaan. Daar stelde Hij door Zijn goddelijk profetische geest het hoofd van de rechtbank, Faustus, ervan in kennis dat de keizerlijke belastinggelden en verdere schatten komend uit de Pontus en uit Klein-Azië door uw soortgenoten op een schandelijk sluwe manier van de Romeinse vervoerskaravaan zijn afgenomen, hetgeen de opperstadhouder Cyrenius in grote verlegenheid en geheel Galiléa, ja zelfs het gehele Joodse rijk, in groot gevaar gebracht heeft.
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik vroeg aan de huilende mensen die hem volgden, wat deze wondermooie mens dan wel gedaan mocht hebben om door de wereldse mensen zo slecht behandeld te worden. En zij zeiden tegen mij allemaal hetzelfde: 'Hij was een geweldige weldoener der mensheid. Nooit beging hij een onrechtvaardigheid, en de zuiverste waarheid kwam als honingzeem uit zijn mond. Hij heeft de wereldminnende en heerszuchtige Farizeeën te veel de waarheid gezegd en zij hebben hem daarom door de zwakke Romeinse landvoogd tot de dood aan het kruis laten veroordelen. Zij brengen hem nu naar de plaats van de terechtstelling. Kom met ons mee en zie wat voor loon de grootste mensenvriend krijgt van de slechte buitengewoon zelfzuchtige mensen!'
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Mijn leerlingen, evenals hun twee Essenen en een aantal Farizeeën en schriftgeleerden, zijn nu gaan slapen en hebben goed werk gedaan, want zij hebben hen allen voor Mij gewonnen. Twee jonge Farizeeën, Pilah en Ahab, de eerste uit Kis en de laatste uit Jesaïra, belden zeer goede sprekers en tevens nuchtere verstandige mensen, behoren echter al langere tijd tot Mijn leerlingen. Deze twee, die gistermorgen hier aangekomen zijn, hebben zich meteen weer bij Mijn leerlingen gevoegd en hen bij hun bekeringswerk goed ondersteund. Want Mijn leerlingen, die op drie na allen vissers zijn, zijn nog geen vlotte sprekers en daarom verlenen de beide jonge Farizeeën hen goede diensten.
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: " Je kunt weliswaar doen wat je wilt, en Ik zal niet tegen je zeggen: Doe het niet! Want je bent een van de meest wijze vrienden die Ik ooit gevonden heb. In al je woorden en daden gedraag je je werkelijk heel tactvol, maar Ik zeg je, dat alles zal dit slechte soort mensen niets helpen, maar ze alleen nog maar slechter en tevens sluwer maken. Want zij, die eenmaal van de satan zijn, die zijn dat helemaal. Men kan ze nog het snelst met rake woorden op iets beters richten, zoals mijn leerlingen dat nu gedaan hebben en zoals dat in Nazareth is gebeurd, waar de overste en de Farizeeën en schriftgeleerden Mijn leer hebben aangenomen. Maar vaak kan men niets doen en net zo min op jouw manier! Want je drijft met de roede één duivel uit, maar op de plaats van die ene nestelen zich tien anderen, die stuk voor stuk erger zijn dan die ene, die er eerst was."
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De OVERSTE zegt: "Dat kunnen wij nu niet doen, dat kan pas door de gezalfde hogepriester uit de tempel gedaan worden!"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ja, daar heb jij weer gelijk in, want met de liefde kan men bij Mij alles gedaan krijgen! De liefde tot jullie mensen trok Mij toch naar deze aarde! Wie zo'n liefde heeft als jij, kan daarom met Mij echt doen wat hij wil! Want die liefde is Mijn geest in de harten der mensen. En wat die liefde verlangt en wil, komt uit het diepst van de goddelijke orde, en je kunt Mij daarom met je hart behoorlijk vasthouden en Ik zal Mij nooit en nimmer scheiden van jouw hart!
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Kijk, als onze vriend Julius niet zo'n bijzonder wijs man was, zou je hem nu in zijn hart pijn gedaan hebben. Maar hij is een wijs man, die het met iedereen goed en eerlijk meent, en daarom beleeft hij plezier aan jouw kinderlijk wijze lessen. Maar in het vervolg moet je altijd zo bescheiden mogelijk tegen iedereen optreden, dan zul je Mijn echte bruid zijn! - Heb je deze woorden van Mij wel helemaal duidelijk in je hart begrepen?"
Hoofdstuk 130: Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Nadat Jarah de mossel nog maar net in de ruime zak van haar schort had gedaan vraagt de ENGEL haar: "Geloof je nu dat al het water van deze zee zich in de boven ons zwevende grote bol bevindt, en dat de uitgestrekte zeebedding helemaal droog is?"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] JARAH zegt: "Lieve bode uit de hemel, maak in de naam des Heren, als het zonder schade gedaan kan worden, dat deze berg, die op natuurlijke wijze te moeilijk te bestijgen is, makkelijk en zonder gevaar naar boven en. naar beneden begaanbaar zal zijn, ook aan de zijde van de zee, waar hij anders alleen maar voor vogels toegankelijk is!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Toen JARAH zich van daarvan had overtuigd zei zij: "Het geheel is zo wonderbaarlijk, dat ik mijn zintuigen begin te wantrouwen en zou gaan denken dat ik ook slaap en droom! Vertel me toch eens iets over hoe u dat deed! Zoëven heeft u de hele zee opgeheven en vrij als een zwevende druppel in de lucht gehouden, en nu heeft u de steile berg naar alle kanten toegankelijk gemaakt, en dat doet u allemaal in een oogwenk! Hoe, hoe kunt u dat? U heeft uw plaats geen ogenblik verlaten en toch is dat allemaal gedaan! -Ach, dat is toch te veel voor een arm aardwormpje zoals ik!"
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Ja, dat doet Hij wel, en er zal Hem niets kwalijks overkomen! Onthoud dat, ellendige geldwolven! Hier heb ik het voor het zeggen, maar één verdachte beweging van jullie en ik laat je in stukken hakken en in zee werpen als voer voor de draken, zo waar ik Julius heet! Moet je die booswichten zien! De geschiedenis wijst uit dat de tempelpriesters al meer dan driehonderd jaar geen mens iets goeds hebben gedaan. En als er zo nu en dan een hoogstaande ziel onder hen was, dan deden ze daarmee wat zij naar mijn weten voor nauwelijks dertig jaar met de vrome rechtschapen Zacharias deden. Als er onder hun geloofsgenoten iemand vol waarheid, eerlijkheid en kracht van God opstaat en de arme mensen met alle soorten weldaden overlaadt, dan zijn deze booswichten er ook meteen bij om hem te vernietigen! Oh, aan jullie miserabele praktijken moet snel een eind gemaakt worden!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De ENGEL zegt: "Wij zijn zuivere ontvangststations voor de goddelijke wil en vervolgens dragen wij hem uit! Kijk, wij zijn in zekere zin de vleugels van de goddelijke wil en zodoende zijn wij eigenlijk de goddelijke wil zelf. Een nog zo geringe gedachte van ons -als wij hem verbinden met de kracht van de goddelijke wil -is voldoende en dan is een werk ook al gedaan, daarom handelen wij zo snel!
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...