Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

191 resultaten - Pagina 13 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[14] Dit alles geldt ook voor de verhouding tussen de aarde (of andere planeten) en de zon, welke hemellichamen er alleen maarvoor het natuurlijke oog zo uitzien. Maar wie ze met de ogen van de geest zou kunnen aanschouwen, zou in plaats van hemellichamen in elke druppel water, lucht en ether overeenkomstige geesten in allerlei liefdesgradaties zien; ja, in een zandkorrel zou hij hele groepen van gelijk liefhebbende en daardoor gelijkgezinde geesten ontdekken. En hij zou tenslotte gewaar worden, dat hij zelf geheel volgestopt en omgeven is door geesten, die in liefde met hem verwant zijn: en hij zou ook in de zon geesten zien die aan de aarde verwant zijn en omgekeerd (natuurgeesten of krachten).
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Bedenk, dat ook de onopgemerkte vlieg niet tot de ongetelden behoort. Want als Mij de atomen van het licht en de monaden van de ether door alle oneindigheden en eeuwigheden heen precies naar hun getal bekend zijn, hoe zou dan een vlieg dat niet zijn, voor wier ontwikkeling meer dan een heel miljard atomen nodig zijn ?
Hoofdstuk 14: De vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Als men hier rekening mee houdt, dan is gemakkelijk aan te voelen hoe Ik van oneindigheid tot oneindigheid vorm heb gegeven aan het licht en het heb beheerd, zodat zelfs het kleinste atoom niet nutteloos in de eindeloze ether van de oneindigheid rondzwerft. Waar de stralen van twee zonnen elkaar in de grote tussenruimte ontmoeten, worden deze uitgaande stralen langzamerhand voor elkaar tot wederzijds opnamepunt.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] De kruising van stralen moet men zich zo voorstellen, dat wanneer je veel van zulke kruisen op elkaar zou hebben gelegd, er vanuit het middelpunt heel veel uitgaande stralen zichtbaar zouden worden. Deze doorlopende stralen neutraliseren de polariteit natuurlijk, en hinderen de andere hen dwars kruisende stralen, zodra zij weer terug zouden willen gaan. Daardoor ontstaat hier mettertijd een glanzende kluwen van licht, die met het voortduren van deze opeenhoping van stralen een soort dichtheid als van een fijne nevel krijgt, waardoor hij steeds zwaarder wordt.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Wat vult dan de grote ruimte tussen de zon en de planeten? De natuur-onderzoekers veronderstellen hier een uiterst lichte en meegaande ether. Wat zouden de fysici echter zeggen als ze duidelijk moesten uitleggen wat deze ether eigenlijk is? De ether is niet door een microscoop te zien en ook de veel dichtere lucht is door geen enkele microscoop waar te nemen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] De ether is eveneens een geestelijk wezen, dat zich tot de planeten positief, maar tot de zon negatief verhoudt.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] De ether wordt gevormd door uiterst zuivere, vreedzame en verdraagzame geesten: want als ze dat niet zouden zijn, hoe moeilijk zouden de hemellichamen het dan hebben op hun weg om de zon! Daar deze ethergeesten echter uiterst zuiver en meegaand zijn, vormen ze op geen enkele manier een belemmering.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] De derde soort wordt uiterst zelden gezien en ook niet de werking die van de geesten uitgaat, en nog minder worden zijzelf als wezen opgemerkt. Het werk van deze geesten bestaat uit het waken over de lucht en de ether. Door de ouden werden ze daarom 'luchtgeesten' genoemd.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Hier is dus alleen de werking te zien, de werkende geest zelf echter niet. Een nog hoger staande soort van deze geesten, die zich al in de ether bevinden, zien we in de zeldzame verschijning van een fata morgana.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Neem goede en verse hennepzaden, droog deze 14 dagen in de zon en bewaar ze dan op een droge plaats in afgesloten flessen. Wanneer jullie ze nodig hebben, doe dan deze hennep in een oliepers, nadat je ze van tevoren iets hebt gekneusd. Dan zullen jullie hieruit een fijne zuivere olie krijgen
Hoofdstuk 8: Een vijfde manier om het zonlicht als geneesmiddel toe te passen - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[19] Wanneer het zoete voor het bittere, het zure en het wrange vlucht, zo ijlen het bittere en het zure het na, alsof het zoete hun grootste schat ware, en het zoete weert zich zo heftig en tracht zo snel zich te ver­wijderen, dat zij het lichaam verscheurt en van het lichaam wijkt, buiten en boven de aarde. Zij vliedt zo snel, tot een lange halm groeit. Dan dringt de hitte op de halm aan, en de bittere hoedanigheid wordt alsdan door deze hitte ontstoken en ontvangt een schok, zodat zij schrikt; daarna doet de zure, wrange kwaliteit haar verdrogen. Dan strijden de zure, zoete en bittere eigenschap en de hitte met elkander, en de zure doet met haar koude altijd de droogte ontstaan, dan verdwijnt het zoete en de andere vluchten het na. Wanneer het evenwel ziet, dat het zal worden gevangen genomen, dat het bittere op het aandringt en ook de hitte, zo maakt het de bitterheid brandend en ontsteekt het. Dan werpt het zich te midden van het zure en wrange en stijgt er dan weer uit op; dan ontstaat daaruit een harde knoop op de plaats, waar de strijd heeft plaats gegrepen en de knoop krijgt een opening. Wanneer echter het zoete hiermee in aanraking komt, zo infecteert het het bittere zodanig, dat dit gaat sidderen en zodra het boven de knoop komt, zet het zich snel naar alle zijden uit, ten einde het bittere te ontvluchten. En in zulk uit­zetten blijft zijn lichaam in 't midden hol en terwijl het de sidderende sprong maakt door de knoop, ontvangt het steeds meer halmen en loof en is vrolijk, omdat het de strijd ontlopen is. En wanneer nu de hitte van buiten op een dergelijke wijze op zulk een halm toekomt, zo worden de eigenschappen, die in de halm zijn, ontstoken en doordringen de halm, en zij worden door de zon aangedaan en doen de kleuren in de halm geboren worden naar hun aard. Wanneer echter het zoete water in de halm is, zo behoudt deze zijn groene kleur, naar de aard der zoete hoe­danigheid. Zo werken de verschillende eigenschappen tezamen met de hitte in zulk een halm, en deze groeit steeds voort en zal in de ene storm na de andere stand houden; daardoor krijgt de halm steeds meer knopen en zijn takken worden steeds wijder uitgebreid. In die tussentijd laat de hitte van buiten voortdurend het zoete water in de halm opdrogen en deze wordt hoe langer hoe dunner; hoe groter hij wordt, hoe dunner hij ook wordt, totdat hij niet meer uitgroeien kan. Dan geeft de zoete eigen­schap zich gewonnen, daarna heerst dan de bittere, zoete, zure en wrange tegelijkertijd nevens elkander en het zoete zet zich nog iets uit, maar het kan niet veel meer uitrichten, want het is gevangen genomen. Dan groeit uit alle kwaliteiten, die in dat bepaalde lichaam aanwezig zijn, een kolf of kop en er ontstaat een nieuw lichaam in die kolf, en dit wordt gevormd, zoals in het begin de wortel in de aarde gevormd was, met dit verschil, dat deze laatste nu een andere, meer subtiele vorm ontvangt. Dan begint de zoete kwaliteit zacht en langzaam te werken en er groeien kleine, fijne blaadjes in de kolf; deze hebben alle eigen­schappen in zich. Want het zoete water is nu gelijk een zwangere vrouw, die het zaad ontvangen heeft en de kolf zet zich hoe langer hoe meer uit, tot zij eindelijk uiteen springt. Dan openbaart zij zich in haar blaadjes, zoals een vrouw zich openbaart in het kind dat uit haar geboren wordt, maar de blaadjes of bloesems hebben niet meer dezelfde kleur en gestalte als de moederplant, maar zij hebben alle overige genoemde eigenschappen; want de zoete eigenschap moet nu uit de andere eigenschappen kinderen verwekken. En als dan deze moeder, de zoete kwaliteit, de schone, groene, blauwe, witte, rode en gele bloemen of kinderen heeft doen geboren worden, zo wordt zij zeer moede en kan hare kinderen niet lang van voedsel voorzien; zij mag haar kinderen ook niet lang houden, dewijl het slechts haar stiefkinderen zijn, die zeer teder zijn. En wanneer dan de hitte van buiten af op deze kinderen aandringt, zo worden alle eigen­schappen in hen ontstoken, want de geest des levens arbeidt in hen. Dewijl zij te onmachtig zijn tegenover deze sterke geest en zich niet kunnen verheffen, zo laten zij hun edele krachten van zich gaan en dat ruikt zo lieflijk, dat men zijn hart van vreugde voelt opspringen; zij moeten echter verwelken en afvallen, omdat zij te teder zijn voor de kracht van deze geest. Want de geest vaart uit de kolf in de bloesems, en de kolf wordt gevormd met behulp van al de genoemde eigenschappen. De zure eigenschap doet de kolf tezamen trekken; die zoete verzacht hem en doet hem uitzetten; de bittere verdeelt de materie in onderdelen en de hitte is de levende geest in alle.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13