Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 13 van 33

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Maar God bleef er toch mee doorgaan en liet ook onder zulke heidenen steeds mannen opstaan die hun door leringen en daden de grote ellende toonden waar zij in leefden, en hun ook de juiste wegen van het leven toonden. Maar zulke mannen kregen steeds maar weinig leerlingen en werden door andere volksleraren en priesters en zogenaamde wereldse geleerden veracht, vervolgd en voor gek verklaard, en de hooggeplaatsten en wereldse machthebbers wilden van zulke deemoedpredikers al helemaal niets weten.
Hoofdstuk 128: De verhouding tussen God en de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zeg jullie: in de geest van de mens liggen alle en -let wel eindeloos veel waarheden verborgen! Tracht alleen maar langs de jullie nu reeds bekende wegen tot volledige eenwording met de geest in jullie te komen, dan zullen jullie niet meer nodig hebben om te vragen wie de ouders van Rafaël zijn of waren; want de geest zal jullie in alle waarheid binnenleiden.
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen gebeurde het op een reis ver in Egypte, dat de man van koninklijke afkomst binnen enkele dagen de oude stad Memphis wilde bereiken, en hij overlegde met de reisdeskundige wat de kortste en veiligste weg daarheen was. De oude reisdeskundigen gaven de raad om de weg langs de rivier aan te houden, ook al was die iets langer. Maar de geleerde zei: Jullie weten niets, en wat jullie geweten hebben, weten jullie nu allang niet meer; ik heb als enige de straten en wegen van de Egyptenaren Grieken en Romeinen bestudeerd, en ik ken ze allemaal heel goed. Ik stel voor dat we hier de weg recht door de woestijn nemen, zodat wij Memphis zo drie dagen eerder kunnen bereiken dan wanneer we langs de rivier verder trekken!'
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar dat zijn dan misschien nog mensen van het werelds goede soort, en wij kunnen ons wel voorstellen dat een boom niet met één slag valt, ook al is de bijl nog zo scherp -en komt tijd, komt ook raad! Maar er zijn ook een heleboel mensen, die in alle opzichten van hun wereldse positie afhankelijk zijn; daar hoort ten eerste de priesterstand bij, vervolgens de wijdvertakte groep van staatsambtenaren en tenslotte de meestal nog zeer ruwe soldaten. Bij al deze vele legioenen van mensen, en wel bij het grootste deel, is de nevel van wereldse liefde een vaste, duistere massa. Hoe zal die weggevaagd kunnen worden? Over de dienaren en slaven, die toch ook mensen zijn, maar gewoonlijk een heel laag ontwikkelingsniveau hebben, willen wij het hier helemaal niet hebben. Het wegvagen van de nevel van wereldse liefde, wat toch eerst zal moeten gebeuren, zal bij de meeste joden al een zwaar karwei zijn; hoe moeilijk zal het daarna dan wel niet zijn bij de andere volkeren op aarde! Omdat dat eerste werk, hoe moeilijk het ook is, heel belangrijk is, vragen wij U, o Heer en Meester, om ons nader toe te lichten hoe wij het moeten aanleggen om niet tevergeefs te werken!'
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik weet wel dat de mensen als gevolg van hun grote blindheid nu en al sinds lange tijd met name bij het sterven heel veellijden, en wel ten eerste omdat ze voor het grootste deel geen enkele zekerheid hebben over het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam en zeer velen reeds het geloof van de Sadduceeën aanhangen, en in de tweede plaats omdat de mensen door hun uiterst ongeregelde leefwijze hun lichaam met allerlei onreine geesten hebben gevuld, waaruit mettertijd onvermijdelijk ook allerlei verschrikkelijke en pijnlijke ziekten moeten ontstaan, die een vroege dood tot gevolg hebben. En daarom ben Ik ook Zelf in het vlees op deze aarde gekomen, om de mens de wegen te laten zien die hij moet bewandelen om zich er ten eerste weer echt bewust van te worden dat en hoe zijn ziel, zijn eigenlijke ik, na de dood van het lichaam verder leeft, en ten tweede om te laten zien hoe hij, zolang hij op deze aarde moet leven, tot op hoge leeftijd gezond en krachtig blijft en zijn heengaan niet vreselijk en pijnlijk verloopt, maar hem blij en zeer gelukkig maakt. En zo kan Ik jullie als Heer van het leven de volledige verzekering geven, dat degene die -volgens de werkelijke betekenis van het woord! -Mijn brood zal eten en Mijn wijn zal drinken, de dood niet zal zien, voelen en smaken. Met andere woorden: wie volgens Mijn leer zal leven, zal haar alles zalig makende werking ook ondergaan. -Ik denk dat jij, Mijn schriftgeleerde vriend, deze dingen nu anders zult begrijpen dan voorheen?'
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Ook daarin is het moeilijk om een goede middenweg te vinden; maar aangezien jullie nu serieus een punt willen zetten achter al jullie oude bedriegerijen en voortaan willen wandelen op de wegen van de volle waarheid uit God, die nu in Mij in deze wereld is gekomen, wil Ik Zelf iets voor jullie doen. Over een paar dagen zal Ik naar jullie toekomen en dan zal wel blijken wat er allemaal gedaan kan worden. Maar nu kunnen jullie gaan en het aan jullie broeders meedelen, dan zullen zij het overige welovereenkomstig de waarheid weten te regelen!'
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Zulke wereldse stofmensen zijn ook mooi om te zien wanneer ze door het levenslicht verlicht worden; maar pas als ze tot als vruchtbare aarde zijn geworden, zijn ze met een goede levensreiziger te vergelijken. Zolang ze echter enkel als nutteloos stof van de wereldse wegen zomaar wat pralen in de zuivere levenslucht en glinsteren in de stralen van de levenszon, waarvan het licht alleen maar hun uiterlijk maar niet ook hun innerlijk verlicht, vormen zij voor de echte levensreizigers steeds een last en lijken ze erg op de Farizeeën en andere heidense afgodenpriesters; wanneer er maar ergens boven hen en om hen heen een levensstorm of een andere levensactiviteit opkomt, verheffen zij zich ook altijd, hinderen en bevuilen de levenswegen en de reizigers en vertroebelen en verzwakken het licht dat de weg verlicht.
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Hierop zei de hoofdman: 'O, hoe waar en treffend waren, o Heer en Meester, deze woorden van U weer! overal op de wegen van het leven bevindt zich nu een wel nauwelijks meer te verdragen hoeveelheid van dat lastige wereldse stof, en men moet werkelijk heel erg voorzichtig zijn om het tijdens het lopen niet al te sterk doen opstuiven! O, deze les zal ik bijzonder goed ter kennis nemen!'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] De waard zei: 'Maar, Heer en Meester, waarom wilt U zich dan bezighouden met het gewone werk om de wegen schoon te maken -want dat is werk voor onze minste knechten?'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[29] Ik zei: 'O vriend! Als Ik jullie levensweg niet zou reinigen, vegen en ordenen, dan zou het met het heil van jullie zielen gebeurd zijn! Ik ben dus een heel belangrijke, goede en echte bouwer en schoonmaker van wegen. Waar Ik de wegen niet baan en reinig, daar zijn ofwel helemaal geen wegen, of als er al schijnbare wegen zijn, dan zijn die toch zo vol vuil en modder dat geen reiziger daarop vooruit kan komen, maar genoodzaakt is om te keren of onderweg in het vuil om te komen. -Begrijp dit beeld goed, dan zal het je wel duidelijk worden hoe en waarom Ik een wegenbouwer en ware wegenmeester ben!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Er is nu weliswaar veel ellende en allerlei nood onder de mensen op deze aarde. Er zijn allerlei lichamelijke ziekten, die de mensen vooral zelf veroorzaakt hebben doordat ze de levensweg hebben verlaten die God hun getrouw geopenbaard heeft. Door hun almaar toenemende liefde voor de wereld en haar gericht en dood begonnen zij ook op de wegen van de wereld en haar gericht en dood te wandelen, en zodoende riepen zij dan ook noodzakelijkerwijs al die vele ellende en alle nood over zich.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Vanaf een bepaalde lichte afstand wekken ze weliswaar de indruk dat ze ook verlicht en heel draaglijk zijn en menigeen zou kunnen denken en zeggen: 'Ja, eigenlijk zijn ze toch actiefbezig en hebben licht!' -maar dat is niet zo! Want of ze nu rustig op de weg liggen of door de wind opwaaien, ze blijven toch traag en passief; maar doordat ze zich verheffen worden ze altijd lastig en waar mogelijk zelfs schadelijk voor de echte levensreiziger . Als ook jullie dus voortaan bij het bewandelen van Mijn levenswegen zo verstandig zijn om deze voorzichtigheid in acht te nemen, dat jullie die brede heerwegen van de wereld mijden enje op de meer stofloze en smalle voetpaden voortbewegen en zelfs daar met rust, geduld en gelatenheid optreden, dan zullen jullie met het stof van de wereldse wegen weinig onaangenaams hoeven door te maken!
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] In diezelfde tijd zal echter ook het natuurlijke vuur* (* Elektriciteit.) een rol van geweldig belang gaan spelen. Het vuur zal op alle zeeën de schepen met een snelheid groter dan die van de wind voortdrijven; ook zullen de mensen met hun scherpe verstand ijzeren voertuigen en wegen maken, en in plaats van trekdieren zullen zij vuur voor de wagens spannen en met de grote kracht daarvan sneller dan een afgeschoten pijl ver over de aarde wegsnellen.
Hoofdstuk 185: De eerste twee soorten louteringsvuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Aangezien Ik met alle mensen in volle ernst het goede voor heb, zonder hun vrije wil in te perken, kan Ik met hen Mijn tijd niet verdoen en grappen maken, maar alleen ernstig met hen omgaan en hun door onderricht en daden getrouwen waarachtig de wegen tonen, waarlangs zij tot het eeuwige en ware leven van hun ziel kunnen komen, als zij dat willen.
Hoofdstuk 193: Over de ernst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarmee waren de leerlingen tevreden en wij begaven ons direct naar buiten, een heuvel op, vanwaar men heel Essea en de uitgestrekte muren en burchten van de Essenen kon overzien. Vanaf de heuvel zag men ook de wegen die van veel kanten naar Essea leidden, en op de meeste daarvan zag men veel mensen naar deze plaats trekken, waar zij hulp zochten. En zo kwam er al gauw veel volk deze plaats binnen; maar onze herberg werd voor ons vrijgehouden.
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...