Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 13 van 32

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Alle vissen en andere waterdieren gaan in het water van dat meer dood, evenals de vogels in de lucht erboven, zodat men ze dan ook maar hoogst zelden boven het meer ziet vliegen. ja, zelfs planten en gewassen van wat voor soort ook blijven noch op de bodem noch ergens aan de oevers voor langere tijd in leven; want onder dit meer bevindt zich een uitgestrekte en diep in het binnenste van de aarde gaande aardlaag, waarin grote opeenhopingen van zwavel en aardpek voorkomen, dat op bepaalde tijden ontbrandt en op sommige plaatsen - natuurlijk onder water -met groot geweld de bodem van het meer losscheurt, waarbij het vuur met geweld door en boven het water naar buiten breekt, maar al gauw weer moet doven, omdat het water in de opengereten spleet dringt en het verder branden van de zwavel en het pek belet. En al is zo'n scheur weer gedicht door het water of doordat hij zichzelf weer sluit, dan ontstaan er op een andere plaats weer nieuwe uitbarstingen, die natuurlijk op dezelfde wijze na korte tijd weer gedempt worden.
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen liet de grote Heer en Meester van eeuwigheid verschrikkelijke stormen met bliksems en donderslagen en grote aardbevingen losbarsten. Die vermorzelden de hoge bergen en met het puin daarvan werden de diepe dalen gevuld. In plaats van de grote meren stroomden al gauw grote, machtige rivieren over de opgevulde vlakten der dalen en rolden met hun kracht de kleinere brokken steen op de bodem steeds maar in het rond, waardoor zij nog meer vermorzeld en zodoende veel kleiner werden; want al het zand in de stromen, rivieren, beken en zeeën is ontstaan door het fijnst mogelijke verkleinen van de eens in de oertijd zo reusachtig hoge bergen. Toen de dalen op die wijze gevuld waren, liet de Heer de rivieren ook langzaam maar zeker verdrogen en kleiner worden en zo werden hun oevers geleidelijk aan vruchtbaar land.
Hoofdstuk 115: Het nut van de giftige bomen in Indië. De ontwikkeling van de aarde. Het zich verplaatsen van de zeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Mijn dierbare vriend, deze zorg had je je om diverse redenen geheel en al kunnen besparen; want hoeveel mensen het nu bewoonbare deel van de aarde kan bevatten, is al sinds eeuwige tijden heel goed door Mij berekend. Wanneer de aarde -wat daarvan tot op heden is drooggelegd om de mensen te herbergen -zo nog tienduizend jaar voortbestaat en het menselijk geslacht zich ieder jaar zal verdubbelen of verdrievoudigen, zullen op deze aarde nog tienmaal zoveel mensen als nu, heel goed kunnen voortbestaan. En als er dan mettertijd inderdaad zoveel mensen zouden komen, dat de huidige grote, drooggelegde bodem van de aarde ze niet meer zou kunnen voeden, welnu, dan hebben we nog een heleboel middelen achter de hand om in één ogenblik voor nog honderdduizend maal zoveel mensen als er nu op aarde wonen, hele werelddelen uit de zee omhoog te laten komen! Over dit voor jou zo zorgelijke punt, kun je dus helemaal gerust zijn!
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Deze laatstgenoemden zullen namelijk weer, net zoals het in de oertijden van de mensen op deze aarde was, zichtbaar met de mensen op aarde omgaan. Maar voordat dat zal gebeuren, zal ook de natuurlijke aarde zeer ingrijpende veranderingen ondergaan. Grote landen en rijken, die nu nog door de grote en diepe zee bedekt worden, zullen als zeer vruchtbare bodem opgeheven worden, en heel veel nu nog hoge bergen zullen verlaagd worden; hun afgebrokkelde toppen zullen zeer veel diepe kloven en dalen opvullen en vruchtbaar land vormen.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Omdat nu deze aarde sinds de tijd van Adam daartoe uitverkoren was, en Ik op haar bodem nu het lichamelijk menselijke heb aangenomen, zal zij dat ook blijven tot aan het einde der tijden van de gerichte geesten in alle materie, en jullie zullen in de geest ook degenen blijven die het oorspronkelijke leven uit Mij in alle oneindigheid en eeuwigheid uitdragen, en om die reden Mijn ware kinderen zijn.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen die eilanden zo begroeid waren, legde Ik er vervolgens ook eieren of zaden in voor de vorming van een voor die toestand van de aarde geschikte dierenwereld, die eerst alleen uit allerlei kleine en daarna grotere wormen bestond, vervolgens uit insecten en tenslotte, toen de droger geworden bodem reeds voedsel in overvloed had, ook uit reusachtig grote dieren; hun taak was het om zich met de nog zeer grove kruiden en boomtakken te voeden, en met hun mest de bodem meer en meer te bemesten en tenslotte ook met hun gestorven reusachtig grote lichamen, waarvan jullie van de botten ook nog overblijfselen kunnen vinden in de diepe holen en schachten van de aarde.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Jullie hebben nu in Mijn woorden de eerste vorming van een vruchtbare bodem aanschouwd, en daarbij hebben jullie jezelf moeten voorstellen dat er voor betere dieren, laat staan voor een mens, op deze vruchtbare oerbodem geen bestaansmogelijkheid was. Maar deze zure toestand was niettemin noodzakelijk, omdat er zonder deze toestand geen tweede en meer volmaakte had kunnen volgen, evenmin als er zonder de voorafgaande schrale zure knop nooit een rijpere en uiteindelijk geheel rijpe vrucht aan een boom tevoorschijn kan komen.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Toen er nu op die verschillende grotere stukken land nogmaals voedsel in grote hoeveelheden was, werd er door Mij ook direct in de meest wijze ordening voor een groter aantal reeds meer ontwikkelde, kleine en grote consumenten gezorgd. Het water tussen de stukken land werd door grotere dieren bewoond, en de grotere stukken land hadden hun grote dieren, die aten wat de bodem aan nieuwe planten, kruiden en bomen bood.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'O ja, -alhoewel Ik bij het ontsluieren van de materiële schepping, met name bij het beschrijven en duidelijk verklaren van de ordening van de zonnen in een hulsglobe en daarna van de gehele grote scheppingsmens, jullie er allemaal op gewezen heb hoe en waarom Ik juist op deze aarde en ook juist in deze tijd Mij met een lichaam heb bekleed; maar ook als Ik het jullie opnieuw uitleg, zullen jullie dat toch niet helemaal tot op de bodem vatten, zolang jullie niet zelf in de geest wedergeboren worden. Maar desondanks kan Ik jullie er toch een kleine aanwijzing over geven, omdat Ik voorzie dat juist dit punt onder de toekomstige filosofen en godgeleerden een heel belangrijke strijdvraag kan en ook zal worden. Luister dus nog een keer naar Mij!
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Laten we dat nu een afzonderlijke ontwikkelingsperiode van de aarde noemen. Maar het spreekt natuurlijk vanzelf dat het aardelichaam tevoren al bijna talloze malen allerlei eerdere veranderingen moest ondergaan, omdat deze toestand zonder die processen nooit had kunnen plaatsvinden. Maar al dergelijke gebeurtenissen gaan jullie even weinig aan als bijvoorbeeld die van een in de aarde gelegde tarwekorrel tot het moment dat tenslotte uit de kiem een zeer bruikbare, geheel rijpe en gezegende vrucht tevoorschijn komt. Kortom, Ik heb jullie nu de aarde getoond in haar eerste bevruchtings en bloeiperiode, waarin in de bovenste laag van haar bodem allerlei zaden voor kruiden en bomen gelegd werden en eieren voor allerlei dieren, en voor dat alles was in het water reeds lang daarvoor de basis gelegd; want bepaalde en heel uiteenlopende waterplanten en - dieren zijn duidelijk in alle opzichten heel veel ouder dan de dieren van de vaste aarde en de dieren van de lucht.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Deze vierde prehistorische hoofdperiode duurde ongewoon lang; de bodem van de aarde werd toen reeds van tijd tot tijd door de stralen van de zon beschenen, en aan enkele bomen werd er al een vrucht zichtbaar, die jullie overigens nog niet zo goed gesmaakt zou hebben; maar voor de toenmalige dierenwereld diende ze toch als goed voedsel.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Weer kwamen er grote omwentelingen van de aarde en die begroeven voor het grootste deel alles wat jullie in die tijd een schepsel genoemd zouden hebben, en jullie vinden uit deze periode ook heel veel begraven in de bodem van de aarde, maar veel daarvan verschilt op sommige punten wezenlijk van de producten van de eerste drie perioden.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] In deze periode, waarin zich reeds een bestendig continent gevormd heeft, beginnen de regelmatige zeestromingen van 14.000 tot 14.000 aardse jaren. Door deze stromingen wordt langzaamaan de zuidelijke helft van de aarde en daarna weer de noordelijk helft door de zee overspoeld, voor de vorming van vruchtbare aarde over de dikwijls zeer uitgestrekte woestijnen van rolstenen. Want na ongeveer 14.000 jaar heeft de zee zoveel vruchtbaar slik op de woeste rolsteenvlakten en dalen gelegd dat die daarna, als de zee zich weer terugtrekt en de achtergelaten modder tot een steviger bodem wordt, buitengewoon vruchtbaar zijn.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Er bestaat overigens zelfs in fysiek opzicht een verbinding en een overeenkomst tussen het hoofdlevensknobbeltje in het hart en het knobbeltje van de onderste huidzenuw van de linker kleine teen. En daarom kan men vooral in deemoedig geestelijk opzicht zeggen, dat deze aarde vroeger ook overeenkwam met het eerder genoemde huidzenuwknobbeltje van de teen bij de Grote Scheppingsmens en daarom nu ook het hoofdlevensknobbeltje in het hart van de Grote Scheppingsmens is en zal blijven; dat wil zeggen: geestelijk, door middel van de op haar ontstane kinderen van Mijn liefde en wijsheid. Maar ze kan het ook fysiek nog gedurende een voor jullie onvoorstelbaar lange tijd blijven, al zullen er zich op haar bodem ook grote veranderingen voordoen. Want ook de latere nakomelingen zullen weer de slechte springstof uitvinden en nog een grote hoeveelheid vernietigingsinstrumenten, en ze zullen vele, vele verwoestingen op de aarde aanrichten; dat ze evenwel niet tot op te grote diepte in de aarde kunnen komen, daar zal door Mij wel voor gezorgd worden.
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar dat de zon van Spanje uit gezien in het verre westen ondergaat zonder een schemering achter te laten, vooral op heldere avonden zonder nevel, daarvan ligt de oorzaak vooral in de grote en wijd uitgestrekte luchtmassa, waar uiteindelijk het licht van de zon ook net zo moeilijk doorheen dringt als het doordringt tot op de diepe bodem van de zee. Waar deze ondiep is, zul je nog voldoende licht op de zeebodem kunnen zien, omdat het licht slechts te maken heeft met een watermassa die heel ondiep is; maar waar de zee eenmaal zo'n 20 tot 100 manslengten diep is, zul je geen door de zon verlichte grond meer kunnen waarnemen. Kijk, dat is dus een reden waarom de zon in het verre westen van de zee dikwijls zonder schemering ondergaat!
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...