Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36089 resultaten - Pagina 13 van 2406

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] ZOREL zegt: "Wat moet ik daarover zeggen? Gebeurd is gebeurd en dat kan niet meer ongedaan worden gemaakt! Nu zie ik van veel van mijn vroegere daden in dat ze erg verkeerd waren; maar wat heb ik aan dit inzicht? Je kunt het vergelijken met een tijger die men veranderd heeft in een verstandig mens, zodat hij kan zien wat voor bloedige gruweldaden hij heeft gepleegd; wat baat hem dat? Als hij het gebeurde ongedaan zou kunnen maken, zou hij zich daarvoor beslist alle mogelijke moeite getroosten; maar wat kon hij tijdens zijn bestaan als tijger eraan doen dat hij nu juist een tijger en geen lam was?! Op dat punt is ook het berouw over een kwade daad, en de beste wil om die weer volledig goed te maken, net zo nutteloos als de dwaze inspanning om van een vergane dag weer een komende dag te maken. Ik kan wel vanaf heden een heel ander en beter mens worden, maar daar waar ik een slecht mens was, kan ik mij onmogelijk beter maken dan ik was. Moet ik soms bittere tranen van smart plengen, omdat ik zoveel slechte daden heb begaan? Dat zou toch net zo belachelijk zijn als wanneer een mens geworden tijger de bitterste tranen van berouw zou willen vergieten, omdat hij vroeger een tijger was!"
Hoofdstuk 69: Zorel als moordenaar van zijn moeder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan zou men je eerst zorgvuldig al het ware bij moeten brengen, je de ware weg wijzen en je gedurende enige tijd daarop leiden! Als iemand, die in deze waarheid volmaakt onderwezen zou zijn, toch weer in zijn oude fouten zou terugvallen en net zo slecht zou handelen als voorheen, zou hij wél zondigen, omdat hij dan tegen zijn vaste overtuiging in zou handelen en zijn geweten in grote onrust zou brengen. De beelden die jij gebruikte, deugen daarom alleen voor mensen die net als de dieren nog nooit enige waarheid hebben gekend. Maar jij bent geen leek in de echte waarheid, jij kent die daarentegen bijna net zo goed als ik die ken en je hebt deze als zodanig ook allang gekend. En je geweten heeft je ook altijd bij elke slechte daad van je aangeklaagd, maar jij schonk daar weinig aandacht aan en probeerde het door allerlei valse, verstandelijke overwegingen te overstemmen. Je voelde ook altijd berouw als je iets slechts had gedaan tegen je overtuiging en je geweten in, maar tot boete en werkelijke verbetering kwam het bij jou tot op heden nog niet.
Hoofdstuk 72: Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZOREL zegt: "Ah, op die manier kan er met mij gepraat worden. Dat klonk echt menselijk, en ik zal mij alle moeite getroosten datgene te doen wat je mij als mens, maar niet als rechter, zult zeggen. Beste vriend! Ik ken mijzelf nu precies, mijn binnenste levenskern schijnt nu juist niet de slechtste te zijn, maar mijn buitenkant is over het algemeen slecht! Als het mogelijk zou zijn dit lichaam met zijn slechte ziele aanhangsels helemaal uit te trekken en de inwendige levenskern met een betere vleesmassa te omhullen, dan zou ik een prima mens zijn, maar met mijn huidige lichaamsgesteldheid is niets aan te vangen! Ik ben nu natuurlijk niet meer zo'n erge booswicht als ik was, maar mijn vlees is nooit te vertrouwen. Het blijft toch merkwaardig dat al mijn daden, ook al zagen ze er nog zo boosaardig uit, buiten mijn wil om gebeuren! Ik werd er steeds als toevallig met de haren bijgesleept; wat ik eigenlijk wilde was het tegendeel van wat gebeurde! Hoe komt dat?"
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] O, Ik zeg jullie, het is een slechte gedachte die jullie ingegeven werd! Hoe moet een blinde werken? En toch is hij jullie broeder, die hetzelfde recht heeft om te leven als jullie die zien en horen en recht van lijf en leden zijn. Hoe moeten arme grijsaards en zwakke kinderen van verarmde ouders werken, die daarvoor niet de nodige kracht hebben? Hoe moeten lammen en kreupelen werken voor loon, dat jullie nog zo karig mogelijk uit willen meten?
Hoofdstuk 97: Het juiste beoefenen van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar toen zij sliepen, sloop de vijand naar de akker en strooide snel zijn slechte zaad over de akker.
Hoofdstuk 101: Het onkruid tussen de tarwe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] En Ik zeg jullie dat dit heel gemakkelijk te begrijpen is. De akker stelt de harten van de mensen van deze aarde voor; de zuivere tarwe is Mijn leer; de ploeger en zaaier ben Ik nu Zelf en jullie met Mij. De aangestelde bewakers zijn jullie ook zelf en degenen, die jullie in Mijn naam zullen aannemen. De Heer ben Ik, en Mijn schuren zijn de hemelen. Maar de vijand is satan en zijn onkruid is de slechte wereld met al haar kwade en dodelijke begeerten. De nieuw aangenomen maaiers zijn die boden, die ik te zijner tijd opnieuw uit de hemelen zal opwekken en zal zenden om de tarwe te verzamelen en al het kwade onkruid te verbranden opdat het voortaan de akker en de tarwe niet zo gemakkelijk meer zal verontreinigen. - Nu zullen jullie de juiste betekenis van dit beeld toch wel begrijpen?
Hoofdstuk 101: Het onkruid tussen de tarwe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar als slechte, wereldse mensen het zouden lezen om het te bespotten, zou het hen ook, hoewel het slechts geschreven is, vernietigen en doden! -Nu weet je ook hoe deze zaken ervoor staan; en Ik zeg nu dat je je gereed moet houden om te kijken naar de wonderen van het worden, het zijn en het eeuwige bestaan!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Verzorg daarom de boompjes opdat zij regelrecht naar de hemel groeien en zuiver ze zorgvuldig van alle wildgroei; want als de bomen eenmaal groot en sterk zijn geworden en hun stam lelijke kronkels heeft, die ontstaan zijn door de slechte winden, dan zullen jullie deze ondanks al je krachtsinspanningen niet meer recht kunnen buigen !
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar de jongen, die nu eveneens helemaal verarmd was, kwam nu wat tot inkeer en begon zich uiteindelijk af te vragen: 'Ja, waarom ben ik nu zo en niet anders geworden? Ik heb mijzelf niet geboren laten worden, en nog veel minder verwekt; mijzelf opvoeden kon ik toch ook niet, - en toch zegt iedereen mij in mijn gezicht dat ik een ellendige schurk en booswicht ben, die door zijn liederlijke en slechte streken zijn ouders hun hele, met moeite verworven vermogen heeft ontnomen en hen aan de bedelstaf en tenslotte zelfs voortijdig in het graf heeft gebracht!
Hoofdstuk 125: Over het leven van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wat heeft dat nu tot gevolg? Vertwijfeling en daardoor een gloeiende afkeer van het bestaan, omdat er zich nergens ook maar enigszins aanvaardbare vooruitzichten lijken voor te doen! In die koortshitte beneemt zich zo'n dwaas dan gewoonlijk het leven en wordt zelfmoordenaar. Dat hij daadoor zijn ziel niet zelden een onvoorstelbaar grote schade toebrengt, kunnen jullie duidelijk opmaken uit het feit, dat zo'n mens zich nog heel lang steeds verder wil vernietigen omdat hij beslist reeds een dodelijke haat tegen het bestaan koestert, want anders zou hij geen zelfmoordenaar geworden zijn. Dat soort domheld is echter niemand aangeboren, maar alleen het gevolg van een slechte en verkeerde opvoeding.
Hoofdstuk 126: De gevolgen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Je hebt je verhaal over datgene watje zelfbeleefd hebt, heel goed verteld. De dierlijke vorm van de zielen van de bewuste zeven grote misdadigers vindt haar oorzaak in een zekere vrije ordening. Deze bestaat echter alleen daarin, dat de in een lichaam werkzame specifieke zieledeeltjes zich opnieuw samenvoegen of van plaats verwisselen. Je kunt het vergelijken met een kluwen wormen, die allemaal door elkaar krioelen en kronkelen en in zekere zin op zoek zijn naar een steeds beter rustplekje. Afhankelijk van de wijze waarop zij dat vinden, op een goede of op een slechte wijze, zal de uiterlijke vorm steeds overeenkomen met iets goeds of iets slechts.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] De lichtgeest zei tegen zijn zoon: 'Je bent volwassen; wees een goede pleegvader voor je jonge zusters! Laat geen slechte gedachten in je hart toe, want je ziet, ik leef en ben niet gestorven! Wat gebeurd is, heeft de Heer zo gewild. Ons huis heeft Hij uitverkoren en het allergrootste wonder zal in dit huis plaats vinden.
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dat komt allemaal omdat, terwille van de opvoeding van de kinderen van God, vooral op deze aarde de aantrekkingskracht van het kwade en slechte veel groter is en ook moet zijn dan die van het goede. In algemene zin heb Ik jullie de reden daarvan al eerder eens laten zien en die hoef Ik hier niet nog eens te herhalen.
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Daaruit blijkt weer zonneklaar dat juist op deze aarde, om de reeds genoemde reden, het slechte het goede veel eerder in zijn slechtheid kan veranderen, dan omgekeerd.
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Stel je nu eens voor dat er veel soorten slechte mensen voorkomen in een streek, of in een heelland en vraag je aan de hand van wat je nu gehoord hebt eens af, of het werkelijk te maken heeft met een goddelijke toorn als de mensen daar door het ongeluk achtervolgd worden! Ik zeg jullie, en speciaal jou, vriend Stahar, dat dat allemaal enkel en alleen afhangt van de mensen, hun daden en levenswijze, en Gods toorn en Zijn wraak hebben daar eeuwig niets mee te maken, behalve dan dat Ik die orde in de natuur van de dingen heb gelegd, en die moet natuurlijk zolang de aarde bestaat, onveranderlijk blijven omdat de aarde anders zou ophouden te bestaan en niet als woonplaats voor de mens zou kunnen dienen tijdens zijn proefleven.
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...