Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2102 resultaten - Pagina 13 van 141

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Ribar probeert het nog een keer, breekt de steen in stukken en merkt dat de steen werkelijk brood is geworden. Een dergelijk wonder in zijn handen doet hem versteld staan, ja, hij werd zichtbaar bang en wist niet wat hij daarop moest zeggen.
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Zo l.ijkt de geest van de mens op de levensvrucht van een vogelembryo in het el. Als het door de broedwarmte rijp is geworden binnen in de harde, zijn vrije leven gevangen houdende omhulling, verbreekt het de omhulling en verheugt zich over zijn vrije leven.
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als men over zulke misdaden rechtspreekt, moet men er altijd rekening mee houden welk ontwikkelingspeil zo'n ontspoorde man of vrouw heeft. Ook moet onderzocht worden of zo'n mens soms door een kwade geest bezeten is, die hem of haar daartoe aandrijft. In het eerste geval moet de gemeenschap ervoor zorgen dat zo'n zwak begaafd mens in een goed opvoedingstehuis wordt ondergebracht, waar hem net als een bedorven kind zolang discipline wordt bijgebracht tot hij een ander mens is geworden. Want als zo'n mens zijn dierlijke instincten heeft overwonnen, en als zijn verstand weer helder is, zal hij ook een reiner leven beginnen en niet gemakkelijk meer in zijn oude, dierlijke natuur terugvallen. In geval van bezetenheid moet zo iemand achter slot en grendel worden gezet, want zulke mensen moeten meteen, vanwege hun grote overlast, uit de vrije mensengemeenschap worden verwijderd.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Want als het verstand ons oorspronkelijk gegeven werd als een regelaar van onze gevoelens om die zo goed mogelijk te veredelen, dan moet toch in de daardoor rijp geworden gevoelens een bepaalde overeenkomst te vinden zijn met de rijp geworden vrucht van een boom. Om de vrucht te laten rijpen was natuurlijk zonlicht en warmte nodig en ook zo nu en dan een vruchtbare regen. Maar als de vrucht eenmaal rijp is geworden, zal men haar van de boom afhalen en in een geschikte voorraadkamer zo goed mogelijk bewaren, opdat zij uit zichzelf nog rijper en smakelijker wordt. Als je de rijpe vrucht echter aan de boom Iaat hangen, zal zij daardoor niet alleen niets beter worden, maar geheel verrotten!
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] En zo is het zeker ook het geval met de gevoelens van de mens. Als die eenmaal de juiste rijpheid bereikt hebben, moet het uiterlijke verstand ontheven worden van de zorg daarvoor en moeten de gevoelens aangezet worden om zelfstandig een hogere levensrijpheid te bereiken, omdat anders de voorafgaande rijping totaal nutteloos zou zijn. Daarom zei ik ook dat wij, omdat wij met het verstand niet verder kunnen komen, nu juist dit uiterlijke verstand overboord moeten zetten en ons dan voor onze verdere levensleiding aan onze rijp geworden gevoelens moeten overgeven!"
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Nu tikt MATHAËL de erg vreesachtig geworden Ouran op de schouder en zegt: "Vriend, waarom zeg je niets? Voorheen was je toch niet te bang om met mij te praten!? Wat is er dan nu opeens in je gevaren?"
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] RAPHAËL zegt: " Ja, vrienden, als jullie zo blind zijn dat je midden op de dag nog niet eens de zon ziet, dan zijn jullie niet te helpen! Als iemand te dom is, helpt het niets of men hem zou zeggen: 'Kijk, deze of gene is het!' Hij zal het toch niet geloven, want om te geloven heeft men een ontwaakt verstand nodig, dat zich in noodgevallen ook zelf ka.n redden. Maar als het verstand van een mens nog te vast verbonden is met de zuivere materie, helpt geen enkele aanwijzing. Zo iemand moet dan eerst tienmaal zijn neus tot bloedens toe stoten voordat hij er over na gaat denken waarom hij zijn neus heeft stuk gestoten! En zo zal het bij jullie ook moeten gaan! Geen God ~al jullie wijzer maken zolang je niet zelf door schade en schande bent wijs geworden! .
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het arme, oprechte kind vertrouwde mij dat toe, en daarom heb ik besloten om via u de grote God te smeken om genadig het hart van mijn arme dochter van die liefde te willen bevrijden, want haar wil is niet de oorzaak van deze liefde, maar het komt beslist alleen door de vreemde, ons totaalonbekende omstandigheden! Zou u, omdat u beslist ook een eerste halfgod bent, ons die genade willen bewijzen? Zou u de grote god om genezing van het ziek geworden hart van mijn dochter willen vragen en mij tevens willen zeggen wat ik voor die genade moet offeren?
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O, helemaal niet! Dat is je naar waarheid heel goed gelukt en je hebt daardoor nu werkelijk met weinig woorden meer gedaan voor het laten verdwijnen van het duistere heidendom, dan menig wijze leraar in vele jaren! Want wie een mens verstandig en wijs op wil voeden, moet eerst alle oude domheden bij hem laten verdwijnen. Als de mens daardoor een weliswaar nu nog leeg, maar schoon vat is geworden, is het niet moeilijk zo'n goed bruikbaar vat te vullen met allerlei wijsheid uit de hemelen, en dat zal bij deze twee ook gebeuren.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] HELENA zegt: "O ja, nu begrijp ik het wel, maar zonder deze uitleg was het mij nog lang niet helemaal duidelijk geworden! Ah, nu is alles goed!"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] OURAN zegt: "Tevreden ongetwijfeld, maar ik ben alleen maar al een tamelijk oude boom geworden, die echt moeilijk meebuigt, en daar moet Je steeds wat rekening mee houden.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ook jij bent stellig eerst opgevoed in de duistere onderwereld van je lichaam, vervolgens ben je ook in je ziel lichamelijk gestorven en nu in het lichtpaleis van je geest en in diens Elyseeïsch velden gaan wandelen. Bij jou zijn de enkelvoudige druppels van vroeger een zee geworden, maar bij mij is dat zeker nog lang niet te verwachten. En ik begrijp daarom de zin van ieder van je afzonderlijke woorden, maar de grote samenhang zal mij ook dan pas duidelijk worden, als mijn ziel de duistere catacomben van het lichaam zal verlaten en wordt binnengevoerd in het lichtpaleis van haar geest en in zijn tuinen, waar de hemels geurende vruchten in het licht en de warmte van de eeuwige levenszon rijpen.
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar als de andere mensen, die van dit alles niets weten, deze zon over ongeveer een uur plotseling zien doven op de plaats waar zij nu staat, zal grote schrik, vrees en vertwijfelde angst hen aangrijpen, en allen zullen er vast van overtuigd zijn dat de goden heel kwaad zijn geworden en de aarde verschrikkelijk zullen straffen!
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt: "Dat zijn, zover ik weet, Zijn oudste leerlingen en het zijn, op één na, allen zeer wijze en machtige meesters over hun lichaam en over de natuur! Maar die ene daar lijkt mij een sluw, laaghartig mens! Heus, die zou ik nooit tot mijn vrienden willen rekenen. Het lijkt wel een arme duivel die te vroeg mens is geworden! De Heer zal wel weten waarom Hij hem duldt! Duivels zijn immers ook schepsels waarover Hij regeert en ook afhankelijk van het fluisteren van Zijn wil, daarom past het ons niet te vragen waarom Zijn liefde in het bijzijn van een duivel ook wonderen doet! Maar een vreemd wezen is het! Ik zou hem wel eens aan de tand willen voelen om vast te stellen wiens geesteskind hij is! -Maar laten we daar niet verder over spreken! Het is voldoende dat de Ene hem kent! Met de anderen zou ik echter, als het moment daar gunstig voor was, zelf wel eens een paar woorden willen wisselen. Zij moeten al zeer ver in de leer zijn ingewijd!"
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] In de loop der tijd, vooral tijdens de latere helemaal zinnelijk geworden nakomelingen, bleef nauwelijks een afschaduwing over van de oude Egyptische wijsheid en men maakte van de vraag Je un o en van het vrouwelijke van alle materie meteen maar een eigen godin. Zonder enig begrip voor wat dan ook, gaf men die godin eerst de naam Jeu no, later alleen maar Juno, en huwde haar uit aan de net zo min bestaande god Zeus.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...