Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

26524 resultaten - Pagina 13 van 1769

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (Toen zeiden de Joden: 'Welk teken toont u ons, dat u dit moogt doen?' Joh. 2: 18) Terwijl Ik nog sprak met Mijn bange leerlingen, kwamen er al enige Joden naar Mij toe en zeiden: 'U heeft nu wel iets geweldigs gedaan, mensen en vee vlogen voor uw hand weg als kaf in de storm, en er kwam niemand terug om zijn rondgestrooide geld te halen! Maar wie bent u en waarmee kunt u zich legitimeren, om uw optreden te rechtvaardigen?! - U kent toch wel de onverbiddelijke strengheid van de wetten, die u voor zoiets te gronde kunnen richten?!'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Jezus antwoordde en zei tot hen: 'Breekt deze tempel af en op de derde dag zal Ik hem doen herrijzen. Joh.2:19) Ik zeg: 'Ik zou dit niet gedaan hebben, als Ik ze niet kende en er bang voor was. - U wilt Mijn officiële machtiging zien en Ik zeg u, dat Ik die niet heb; maar breek deze tempel af, en op de derde dag zal hij daar weer volmaakt staan!'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Toen de Joden zo voorgelicht waren door de leerlingen, kwamen ze weer naar Mij terug en zeiden: 'Na alles wat we nu van Uw openhartige leerlingen over U gehoord hebben, ziet het er naar uit dat U zonder enige twijfel de Beloofde bent! - Het getuigenis van Johannes, die wij kennen, spreekt geweldig voor U, en Uw daden doen dat niet minder, maar wat U tegen ons gezegd hebt is daar nu juist het tegendeel van. - Hoe kan de Messias in Zijn daden een God en in Zijn woorden een dwaas zijn! - Verklaar ons dat, en wij allen nemen U aan en willen U met al het mogelijke steunen!'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Waarom wilt u altijd bewijzen? Wat heeft u toch een verkeerde instelling! Weet u dan niet dat de tekenen niemand opwekken, maar alleen veroordelen?! Ik kwam echter niet naar u toe om te veroordelen, maar opdat u het eeuwige leven zoudt ontvangen als u in uw hart aan Mij geloofde! Er zullen weliswaar nog veel tekenen geschieden en u zult er nog ettelijke zien, maar zij zullen u niet levend maken, maar voor lange tijd doden.'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En terwijl Hij te Jeruzalem was, op het Paasfeest, geloofden velen in Zijn naam, omdat zij de tekenen zagen, die Hij deed. Joh. 2:23) Ik zeg u: 'Het is nu Pasen en Ik zal Mij gedurende deze tijd hier in Jeruzalem ophouden; als u in Mijn buurt blijft, dan zult u veel van die tekenen zien, waar u nu om vraagt! Maar pas er voor op dat de tekenen u niet doden!'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Toen zeiden de Joden: 'Zes en veertig jaren had men voor het bouwen van deze tempel nodig, en u wilt dat in drie dagen alleen doen? Want zij wisten niet, dat Hij over de tempel van Zijn lichaam sprak. Joh. 2:20-21) Toen ze Mijn besliste uitspraak hoorden, zetten de Joden grote ogen op en waren wat van hun stuk gebracht. Na een poosje bedacht één van hen echter dat voor de bouw van de tempel ruim zes en veertig jaren nodig waren geweest en dat vele duizenden handen er ononderbroken aan hadden gewerkt. Daarom richt deze historisch onderlegde Jood zich tot Mij en zegt: 'Jonge man! Heeft u wel bedacht wat voor doms u nu heeft gezegd? Bedenk eens, zes en veertig hele jaren waren nodig voor de bouw van deze tempel en dat gaf vele duizenden handen zeer veel werk, en u wilt dat helemaal alleen in drie dagen doen, zonder hulp van anderen!? O, o, o, wat heeft u nu over uzelf ten beste gegeven, en dat nog wel in de tempel, waar men toch z'n uiterste best zou moeten doen om verstandig te praten!
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Dat wat u gedaan heeft, heeft ons zeer verrast en we begonnen ons, als oudsten van Jeruzalem, af te vragen op grond van welke macht u deze, op zichzelf zeer lofwaardige, daad gedaan hebt, of hier sprake is van een wereldse of van een profetische macht; en dát was hetgeen we van u weten wilden. En als u op een verstandige, voor ons begrijpelijke manier gezegd had, dat u een door God gezonden profeet bent en dit door de macht van God doet, dan zouden we u geloofd hebben. Maar nu gaf u ons, in plaats van een verstandige verklaring, tegen alle verwachting in, een nauwelijks te herhalen goddeloos opschepperig dom antwoord, waarin niet één oprecht woord te vinden is. Daarom denken wij dat u iemand bent, die ergens in een heidense school een beetje toveren geleerd heeft en die daarmee nu hier in de stad van David wat geld wil verdienen door voor de Romeinen, of in het geheim voor de Farizeeën, priesters en levieten te werken, want die zullen vandaag wel als gevolg van uw toverhandeling, hun beste tempeloogst hebben gehad! Het doet ons allen werkelijk verdriet, dat we ons zo op u hebben verkeken.'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Daarop zei Ik: 'Het doet Mij ook erg pijn, dat Ik u zo totaal blind en doof moet aantreffen! Want iemand, die blind is, ziet niets en iemand, die doof en stom is, hoort niets! Ik stel voor u een daad, die vóór Mij nog nooit iemand gedaan heeft en spreek de volle waarheid, en dan zegt u, dat Ik een domme, in de heidense toverij geoefende praalhans ben en Mij hier wil verrijken, of geld verdien in dienst van Rome of van de sluwe priesters. O, wat stelt u onbehoorlijke eisen! - Kijk die kant eens op, daar staat een grote groep mensen, die Mij uit Galiléa hierheen gevolgd is! Hoewel u zegt, dat de Galileeërs het ongelovigste en slechtste deel van de Joden vormen, hebben zij Mij herkend en zij volgen Mij; hoe komt het dan dat u Mij niet herkennen wilt?'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Maar Jezus vertrouwde hen niet; want Hij kende ze allemaal. En het was voor Hem niet nodig, dat iemand over een mens getuigde; want Hij wist heel goed, wat in de mens was. Joh. 2:24-25) Ik zag echter dat hij het niet meende en dat zijn wens om Mijn verblijfplaats te weten te komen, niet oprecht bedoeld was, daarom zei Ik tegen hem, zoals ook later tegen nog menige onoprechte vrager, het volgende aforisme: 'De vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen; maar de Zoon des mensen heeft zelfs geen steen waarop Hij Zijn hoofd neer kan leggen, en hier in deze stad al helemaal niet. Ga echter heen en maak uw hart zuiver en rein; kom dan terug met oprechte, maar niet met verraderlijke plannen, en zie dan eens hoe u aan Mijn zijde leven kunt.'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] 'Dit heiligste recht van jullie ken Ik wel', antwoord Ik,'maar Ik ken ook nog het andere: zolang een gast in jullie huis is, geniet hij het gastrecht, maar als hij dan het huis verlaten wil, wachten voor de deur de gerechtsdienaars en de lansknechten, zij nemen de gast in ontvangst en ketenen en boeien hem! Zeg nu eens, behoort dat ook bij jullie aloude gastvrijheid?'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Bij jullie is veel een misdaad, wat bij God en bij Mij geen misdaad is; want voor jullie harde harten zijn er veel misdaden, waarvoor Mozes geen wet heeft gegeven. Dat betreft voorschriften van jullie zelf en daardoor kan naar Mijn mening geen enkel mens tot misdadiger verklaard worden! Want jullie voorschriften zijn zondig tegen de wetten van Mozes. Hoe kan nu iemand, die zich aan de wetten van Mozes houdt, door jullie voorschriften een misdadiger worden?! O, Ik zeg jullie: Jullie zitten allemaal vol arglistigheid en schandelijke boosaardigheid!'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De Jood zegt: 'Hoe kan dat nou? Mozes heeft ons het recht gegeven om voor speciale gevallen voorschriften te maken en dus zijn onze weldoordachte voorschriften net zo belangrijk als de wet van Mozes! Is degene, die ze niet houdt dan niet net zo goed een misdadiger, als degene, die tegen het rechtstreekse gebod van Mozes zondigt?'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De tempel stelt de mens voor in zijn natuurlijke wereldse omgeving. Net als in de tempel bevindt zich in de mens een allerheiligste. Zoals dat allerheiligste maakt dat de rest van de tempel geheiligd en zuiver gehouden moet worden, zo moet bij de mens het geheel geheiligd en zuiver zijn, wil het allerheiligste in hem niet ontheiligd worden.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als op deze manier zowel in de tempel als in de mens alles onrein geworden is, dan is reiniging door de mens niet meer mogelijk. Want als de bezem zelf vol vuil en viezigheid zit, hoe kun je hem dan gebruiken voor het schoonmaken van een vertrek?! In zo'n geval moet Ik dan jammer genoeg Zelf ingrijpen en met geweld de tempel reinigen, en wel door middel van allerlei pijnlijke ingrepen, zoals allerlei soorten ziektes en andere ogenschijnlijk onprettige voorvallen, die allemaal ten doel hebben de tempel te reinigen.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het afval, dat aanvankelijk hoopsgewijs op de akker wordt gestort, moet uit elkaar gehaald en uitgestrooid worden en is dan nuttig voor de akker; zou men het echter op grote hopen bijeen laten, dan zou het waar het ligt alles verstikken en voor de andere delen van de akker geen nut hebben.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...