Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1169 resultaten - Pagina 13 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[17] En wij zien dan een volgroeide, vruchtbare hen voor ons, die nu wederom het vermogen heeft ten dele uit de lucht, ten dele uit het water en voor het grootste deel uit de voor haar geschikte organische voeding, die reeds zieledelen bevat, de haar voedende, specifieke zieledeeltjes in zich op te nemen. De geestelijke gebruikt zij voor de verdere ontwikkeling van haar levensziel en de grovere zowel voor het in stand houden van haar organisme: als ook voor het scheppen van het prille begin van nieuwe eiklompjes, waaruit na het ordelijke verloop van wat jullie nu beschreven is weer een haan of een hen tevoorschijn komt.
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Eerder hebben jullie de klomp vuurtongen voor je gezien. In de losse, vrije toestand van zijn zieledeeltjes was nog lang niet vastgelegd dat daaruit nu juist een ezelin moest ontstaan; pas na het daaropvolgende bevel van de engel begonnen de delen zich zo tot een organisme te verenigen dat er uiteindelijk de vorm van een ezel uit te voorschijn moest komen.
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar nu de ezel er helemaal compleet staat, is een verandering in een ander dier welhaast niet meer mogelijk! Er is weliswaar niets bij God onmogelijk, maar dan zou deze ezel toch eerst helemaal ontbonden moeten worden, en alle grondeigenschappen zouden zich tot een geheel ander organisme moeten samenvoegen, met aanneming van nieuwe karakteristieke eigenschappen en afstoting van vele die nu het wezen van een ezel bepalen. Dat zou echter toch zeker honderden malen meer moeite en werk zijn dan uit de oergedachte in de juiste verhoudingen een geheel nieuw wezen te scheppen dat nog nooit eerder deze aardbodem betreden heeft.
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Na de geseling werden er zeven kruisen gehaald en iedere misdadiger kreeg er een op zijn schouders om naar Golgotha te dragen, dat al sinds lang de algemene terechtstellingsplaats van de Romeinen is; maar ondanks alle stoten, slagen en mishandelingen was geen van hen in staat om met de hem opgelegde doodslast ook maar een stap te verzetten. Daarom liet men een grote wagen komen, bespannen met twee sterke ossen, legde eerst de kruisen erop en dan daar bovenop de misdadigers, bond alles met touwen en kettingen stevig vast en reed toen naar Golgotha.
Hoofdstuk 130: Wat de helderziende Mathaël zag bij de executie van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Daar aangekomen, waarheen behalve ikzelf en mijn vader maar weinig volk gevolgd was vanwege de te verschrikkelijke wreedheid, maakte men alles weer los, sleurde de van bloed druipende misdadigers van de wagen, bond meteen de een na de ander met grove en van dorens voorziene touwen stevig vast aan de kruispalen en plaatste die toen rechtop in de daarvoor speciaal in de steen uitgehakte gaten. Nu begonnen de misdadigers pas echt te schreeuwen en vreselijk te jammeren!
Hoofdstuk 130: Wat de helderziende Mathaël zag bij de executie van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Dat, o Heer, is dan weer een klein verhaaltje uit mijn jeugd, waarbij mij alles wel duidelijk is, - behalve de gestalte van de zielen, die totaal niet op die van een mens leken, en al dat ontelbaar vele ongedierte, dat ik in de vorm van vleermuizen en kleine draken uit die verdoemde mensen zag komen. De grote geest gaf mij weliswaar in die richting enige uitleg door te zeggen dat het slechts uitwassen van de kwade wil waren, maar hoe dat in z'n werk ging, is een heel andere vraag die buiten U, o Heer, vast niemand beantwoorden en uitleggen zal! Als Uw heilige wil het daarmee eens zou zijn, zou U deze beide zaken wel aan ons uit kunnen leggen!"
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Het moet hun welondraaglijke pijn veroorzaakt hebben, want ten eerste was hun lichaam al helemaal open gereten, -en ten tweede waren daar die touwen met dorens er doorheen gevlochten, en ten derde het grove en ruwe hout! Want zo'n kruis is weliswaar stevig, maar verder altijd zo grof mogelijk tot een kruis samengevoegd en het moet bij degene die daar met een gezond lichaam met handen, voeten en middel vast tegenaan gebonden is al zonder meer ondraaglijke pijn veroorzaken, laat staan bij iemand die reeds meer dan verschrikkelijk gegeseld is. Ik heb dit alleen daarom zo uitvoerig beschreven opdat jullie, broeders, in het bijzijn van de Heer het nu volgende des te gemakkelijker kunnen begrijpen en tevens ook om aan te geven hoe standvastig en getrouw de geëerde Cornelius zijn woord als rechter is nagekomen.
Hoofdstuk 130: Wat de helderziende Mathaël zag bij de executie van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Binnen een halfuur waren wij al weer op Golgotha en troffen daar behalve de bewakers vrijwel niemand aan. Maar de zeven boden een ontzettende aanblik. Daarmee bedoel ik niet zo zeer de zeven half doden die er verschrikkelijk uitzagen, maar veeleer hun zielen, die nog niet van hun lichamen waren gescheiden, en er alle moeite voor deden zelf de lichamen te vernietigen en te verscheuren. Deze zwarte tijgers, die over hun lichaam donkere bloedrode strepen hadden, sloegen met hun klauwen in hun lichamen en beten zich daarin vast, maar het nog levende zenuwgestel van het lichaam bezorgde hun kennelijk daarop een pijnlijke reactie, want na iedere beet in het lichaam vertrok hun gezicht van pijn en legden zij hun poten meteen op de plaats die overeenkwam met de plaats waar zij in hun halfdode lichaam gebeten hadden.
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als men vast gelovend in God de oude wereldgeschiedenis bekijkt, kan men toch niet helemaal aan de indruk ontkomen dat God van tijd tot tijd de mensen die te losbandig zijn geworden, Zijn toorn en Zijn wraak op bijzonder onverbiddelijk strenge wijze heeft laten voelen.
Hoofdstuk 141: Gods 'toorn'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Koning OURAN gaat nu staan en vraagt Mij: "Heer, Meester en God! U weet waarom ik op reis ging! Wat ik zocht, heb ik ook gevonden. Deze vondst is voor mij een grote weldaad en zal dit vast en zeker voor iedereen zijn die hem net als ik zal gevonden hebben! Zonder lering kan niemand dit echter vinden! Het is daarom de vraag wie onderricht moet geven, en wat er voor nodig is om een kundig leraar van het volk te zijn! Moeten de leraren als boden van de ene plaats naar de andere reizen en van het ene land naar het andere trekken, of zou het soms beter zijn om voor het volk scholen op te richten, deze te voorzien van de beste leraren, en de mensen wettelijk voor te schrijven deze scholen te bezoeken? Heer en Meester en God, ik verzoek U genadig mij daar een richtlijn voor te geven; want ik wil en zal alles doen waarvan U wilt en wenst dat ik het zal doen!"
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar ook zijn METGEZEL zegt: "Ja, als jij vast, ben ik, omdat ik jou terechtwees, daar de oorzaak van en daarom zal ik samen met je vasten om het gemakkelijker voor je te maken! Jij maakte weliswaar een fout, maar je hebt je fout ook meteen ingezien, en daarom verdien je vergeving en de juiste ondersteuning bij dit goede werk van zelfcorrectie. Ik vast dus met je mee!"
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Een vrolijk en opgewekt hart is Mij veelliever dan een hart dat droefgeestig, treurig, klagend, morrend, met alles ontevreden en daardoor ondankbaar is, en zeker weinig liefde in zich heeft; want in een vrolijk hart woont liefde, goede hoop en vast vertrouwen. Komt iemand die belangrijke redenen heeft om te treuren, bij een opgewekt en vrolijk iemand, dan wordt hij weldra ook vrolijk gestemd, zijn ziel begint zich vrijer te bewegen en het licht van de geest kan de rustige ziel gemakkelijker verlichten, - terwijl een treurige ziel helemaal verschrompelt en uiteindelijk totaal somber en nors wordt.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Ik bedoel dat de eeuwige middag van Uw rust, - de oneindige lange tijdsduur waarin U niet zoals nu, Zelf met de mensen omging, maar hen aan Uw gezellen heeft overgelaten, die steeds dommer en hoogmoediger zijn geworden, -nu voorbij is, en een nieuwe en eeuwige levensmorgen is voor ons aangebroken, en wie U herkend heeft, zal U vast nooit her en der lopen te zoeken bij Uw nu zeer dom en traag geworden gezellen.
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Jullie moeten Mijn woorden beter ter harte nemen, dan vergeet je deze niet zo gauw, want alles wat je eenmaal echt ter harte hebt genomen, blijft beslist ook vast in je herinnering zitten en als je het nodig hebt, Iaat je geheugen je niet in steek. Maar als je datgene wat Ik gezegd heb alleen maar in je geheugen wilt opnemen, zul je het voor het merendeel binnen een jaar minstens honderd keer vergeten; want op latere leeftijd is het geheugen niet meer zo soepel als in de jeugd. En de jeugd vergeet al gemakkelijk wat zij geleerd heeft, laat staan de ouderen. Maar wat je eenmaal ter harte genomen hebt, is in het leven overgegaan en blijft voor eeuwig!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JARAH zegt: "Maar daar zal ik vast niet veel van begrijpen, want de Oud-Egyptische taal is mij volkomen duister en een andere taal kennen deze zwarten niet!"
Hoofdstuk 181: De Heer spreekt met de aanvoerder van de Nubiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...