Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 13 van 91

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Maar daarom kan ook slechts een ziel op deze aarde geïncarneerd worden, als deze afkomstig is van een zon waar zich nog alle oerelementen bijeen bevinden en waar zij reeds een lichamelijk bestaan heeft doorlopen en zodoende al die specifieke ziele-intelligentiedeeltjes in zich heeft die voor het voltooien van de hoogste vorm van geestelijk leven nodig zijn, -óf als deze direkt afkomstig is van deze aarde en voordien alle drie de zogenoemde natuurrijken heeft doorlopen, vanaf de grofste steen materie door alle mineraallagen, vandaar door de totale plantenwereld, en tenslotte door de gehele dierenwereld in het water, op de aarde en in de lucht.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Vele duizendmaal duizenden aardse jaren geleden was zij (de aarde) aanmerkelijk zwaarder en haar geesten stonden onder grote druk. Toen ontstaken de kwade geesten echter in toorn en zij maakten zich met vrij veel zeer grove materie van haar los en zwermden gedurende vele duizenden jaren in een zeer onregelmatige baan om deze aarde.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarbij moet men echter vooral niet denken aan het stoffelijke lichaam, maar aan het zich daarin bevindende, geestelijke ziele-element; want het omhulsel is weliswaar ook iets geestelijks van de ziel in de verdere analyse, maar het is op zichzelf nog te laag, te traag en te grof en draagt nog te duidelijk het stempel van eigenliefde, zelfzucht en hoogmoed en van het trage, luie genieten van de uitermate gulzige, gierige en de dood brengende, toornige heerszucht. Die materie moet eerst door veelvuldige ontbinding en slechts gedeeltelijke overgang worden opgenomen in de zuiverder substantie die de ziel omhult en bekleedt; voor de eigenlijke zielesubstantie zal daarvan wel nooit iets te gebruiken zijn.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Het is de oude eigenliefde als vader van de leugen en al het daaruit voortvloeiende kwaad. De leugen is echter de oude, zondige materie, die op zichzelf niets anders is dan een lelijke en zondige verschijningsvorm van de eigenliefde, de zelfzucht, de hoogmoed en de heerszucht.
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De vijand die altijd het onkruid tussen de zuivere tarwe strooide en nog strooit, en nog heel lang zal strooien, is derhalve de eigenliefde, en haar jullie nu bekende gevolg is het onkruid, en in de ruimste zin omvat dat alle materie, in welke vorm dan ook, alle leugens, de satan en de duivel.
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] En dat was goed, want nu kunnen de te hardnekkige geesten ondervinden hoe goed het is in een zeer droge en haast van alle voedsel verstoken materie opgesloten te zitten. En tevens dient dit deel van de maan (want de klomp waarvan sprake is, is de maan) sinds deze aarde door mensen bewoond is, ook om mensenzielen die te veel van de wereld houden, daarheen te verwijzen. Van daar uit kunnen zij, voorzien van een fijnstoffelijke omhulling, hun mooie aarde ver weg op een afstand van meer dan honderdduizend uur gaans, enige duizenden jaren lang meer dan voldoende bekijken en zichzelf beklagen omdat zij niet meer haar gierige bewoners zijn. Dat zij echter ondanks al hun verlangen niet weer naar beneden op de aarde kunnen komen, daar is wel heel goed voor gezorgd. Maar ettelijke aeonen aardse jaren zullen op den duur ook de allerhardnekkigsten tot bezinning brengen!
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar let er wel op dat de vijand, of de eigenliefde in je, nog geen plaatsje zo groot als een atoom in handen krijgt; want dit atoom is reeds een zaad van het ware onkruid dat mettertijd je vrije wil geheel voor zich in beslag kan nemen, en je zuiver geestelijke wezen gaat dan steeds verder in het onkruid der materie over, zodat je dan zelf een leugen wordt, omdat alle materie als zodanig heel duidelijk een klinkklare leugen is!
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] VELEN sloegen zich op de borst en riepen met verheffing van stem: "Heer, Heer, Heer, dood ons, want wij staan hier als te erge, grove, zondige, onbehouwen mensen voor U, en dat allemaal door onze eigen bewuste en onbewuste schuld! U alleen bent goed en heilig, al het andere echter dat een stoffelijke omhulling draagt, is slecht en verdoemelijk. O Heer, hoe lang zullen wij in onze eigen materie blijven rondlopen? Wanneer zullen wij van de oude vloek verlost worden?"
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Volgens de oude orde kon niemand die eens in materie gehuld was, rn de hemelen komen; maar van nu af aan zal niemand werkelijk tot Mij in de hoogste en zuiverste hemel kunnen komen die niet, zoals Ik, de weg van de materie en van het vlees heeft doorlopen.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar laat ieder oppassen dat hij deze tempel niet opnieuw verontreinigt door het oude, giftige onkruid van de eigenliefde! Neem je vooral dáárvoor in acht, dan zullen jullie ook je vlees en bloed heiligen; en als de reine geest in jullie de alleenheerschappij verkrijgt, zal in hem en door hem niet alleen de ziel, maar ook het lichamelijke vlees en bloed met huid en haar opstaan tot het volmaakte, eeuwige leven!
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De zon die voorheen vol vloek was, zal van nu af aan vol zegen zijn, en eveneens alles wat er maar in de oneindige ruimte bestaat! Want zoals Ik jullie gezegd heb, maak Ik nu alles nieuw en alle oude toestanden moeten veranderd worden, omdat Ik Mij Zelf veranderd heb door Mijzelf te bekleden met materie.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wie de waterdoop daadwerkelijk heeft ondergaan, is volkomen gedoopt, als de wil bij of reeds vóór de doophandeling in het hart van de dopeling zijn werk heeft gedaan. Als dat niet het geval is dan heeft de pure waterdoop ook niet de minste waarde en bewerkstelligt geen zegen van de materie en nog minder de een of andere heiliging daarvan.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Omdat hun geslacht, afstammend van Adam, van boven was en tot aan de huidige tijd voor het grootste deel nog is, en daartoe bestemd was dat Ik in zijn midden in de wereld en in deze materie kon komen tot heil van alle schepselen. Je hebt toch gehoord hoe nu de materie in haar geheel door Mij werd gezegend en geheiligd, omdat ook Ik Mijzelf in de materie gehuld heb?! In je hart stem je daarmee in! Kijk, vóór Mijn nederkomst op deze aarde lag, zoals je nu weet, meer of minder de vloek daarop, -niet omdat God haar vervloekt zou hebben, maar omdat zij door eigenliefde, zelfzucht, hoogmoed en heerszucht als een samengeklonterd geestelijk geheel zichzelf tot vloek is geworden!
Hoofdstuk 111: Over de voedingsvoorschriften van Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Er was en is in de materie echter toch gradueel verschil en trapsgewijs onderscheid tussen zeer veel, meer, minder en haast geen hardheid. Hoe harder echter een bepaalde materie is, des te wilder en op zichzelf onreiner is zij ook, omdat het daarin samengeklonterde geestelijke verhoudingsgewijs ook uit des te meer van het bekende onkruid bestaat.
Hoofdstuk 111: Over de voedingsvoorschriften van Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toch zal al deze kennis niet verloren gaan, en als er vanaf nu gerekend, duizend en nog niet helemaal duizend jaar verlopen zullen zijn en Mijn leer bijna geheel begraven zal zijn in het vuil van de materie, zal Ik in die tijd wel weer mannen opwekken die dat, wat hier door jullie en door Mij besproken werd en wat gebeurd is, woordelijk zullen opschrijven en in een groot boek zullen doorgeven aan de wereld, die daardoor in veel gevallen de ogen geopend wordt!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...