Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 13 van 373

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] En Ik zeg nu luid, zodat ook de aan de oever staanden het kunnen horen: 'Nu dan, wie oren heeft om te horen, die hore, en wie ogen heeft -in het hart, wel te verstaan -, die begrijpe het! Ik zal jullie een ander beeld van het Rijk van God geven; luister!
Hoofdstuk 192: Onkruid tussen de tarwe, mosterdzaad en zuurdeeg. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar Ahab, die niet ingestemd had met deze vraag, zei tegen de leerlingen en verscheidene anderen: 'Vrienden, die vraag en die verwondering was weer echt dom en niet op zijn plaats! Jullie zijn toch al zo lang in Zijn omgeving, en toch verwonder je je nog net zo, alsof dit het eerste teken is dat je ziet gebeuren! Ik ben nog geen hele dag bij jullie, en voor mij is dat allemaal al net zo begrijpelijk, als wat dan ook maar voor een mens begrijpelijk kan zijn! Als Hij namelijk de grote beloofde Messias is, Die volgens David niets meer en niets minder is dan Jehova Zelf in vleselijke gedaante, dan zal het voor Hem toch erg eenvoudig zijn om aan een storm op zee een eind te maken, daar het voor Hem zeker niet moeilijk was de gehele wereld te scheppen! Als dat echter onweerlegbaar zo is en jullie Hem kennen, hoe kunnen jullie dan zo'n vraag en zo'n verwondering in je hart hebben?!'
Hoofdstuk 193: Op zee. De verwondering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Zijn vlees en bloed zeggen hem dat niet, maar de geest, die al zover in hem is ontwikkeld, dat hij niet ver meer af is van de algehele wedergeboorte van de geest! Maar het is werkelijk geen bijzondere eer voor jullie, dat hij jullie leraar is, in plaats dat jullie dat voor hem zijn; hij heeft echter veel op jullie voor omdat hij de schrift heel goed kent, en Ik heb hem lief zoals Ik jullie lief heb; want er is veel deemoed in zijn hart!'
Hoofdstuk 193: Op zee. De verwondering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] 'Wees maar kalm!', antwoord Ik. 'Want zolang Ik hier op aarde werk heb zal Ik bij jou wonen, samen met allen die bij Mij zijn; jouw huis zal voor Mij een rustoord zijn. Maar voor Mijn werk zal Ik het vaak moeten verlaten; geestelijk zal Ik het echter nooit verlaten!' (Daarbij leg Ik Mijn hand op Kisjonah's hart.)
Hoofdstuk 194: Het geestelijk huis van de mens. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Toen deze twee Mij zagen, werden zij innerlijk zo blij, dat ze geen woord over hun lippen konden krijgen; zij legden hun van diepe ontroering en vreugde bevende handen op hun borst en begroetten Mij zo in alle liefde van hun hart.
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zei echter tegen hen: 'Mijn beste vrienden en broeders! Vermoei je tong niet; want één woord van je hart telt bij Mij meer dan duizend nog zulke mooie woorden die de tong spreekt terwijl het hart er vaak niet veel van weet!
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kisjonah antwoordt: 'Er is al veel wonderbaars in mijn huis gebeurd; het was voor mij alleen maar te begrijpen door in mijn hart hardop te zeggen: Bij God zijn alle dingen mogelijk! Maar toch is dat het onbegrijpelijkste! Om werk, dat anders een hele dag hard werken gekost zou hebben, door de machtige hand van een met Gods geest vervulde mens, zo gezegd in een oogwenk te verrichten, dat is nog te begrijpen; maar het is heel wat anders om honderd werkzaamheden op ver van elkaar gelegen plaatsen door een menselijk wezen in een en hetzelfde ogenblik te laten verrichten, en dat is door een sterfelijk mens ondanks al zijn begrip en zijn scherpe verstand beslist niet te begrijpen, en ik kan daarover weer niets anders zeggen dan: Heer, wees mij arme zondaar genadig en barmhartig; want ik ben het nooit waard dat U onder mijn dak komt wonen!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Kisjonah zegt: ' Als dat zo is, waaraan ik niet in het minst twijfel, dan dank ik U in de eerste plaats uit het diepst van mijn hart voor de wonderbaarlijke bevrijding van dit ongemak, en in de tweede plaats Iaat ik dan ter herinnering aan U op deze heuvel een echte school bouwen voor het geven van onderricht in Uw leer aan groot en klein en jong en oud!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De mensenzoon zal Zijn engelen uitzenden, en ze zullen uit Zijn rijk alle aanstootgevende dingen en alle mensen, die onrecht bedrijven (Matth.13:41) en oog noch oor en nog minder hart hebben voor de nood van hun broeders, verzamelen en ze in de brandende oven werpen, waar gehuil en tandengeklapper zal zijn. (Matth.13:42) Deze brandende oven bevindt zich in het eigen hart van de kinderen van het kwade - en bestaat uit hoogmoed, zelfzucht, heerszucht, hardvochtigheid, onverschilligheid ten opzichte van Gods woord, gierigheid, nijd, afgunst, leugen, bedrog, ontrouw, ontucht en hoererij, echtbreuk, vals getuigenis, kwaadsprekerij en alles wat tegen het gebod der naastenliefde indruist!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Want zoals uit het hart van de rechtvaardigen de hemel in alle heerlijkheid zal opbloeien, zo zal bij de onrechtvaardigen datgene uit hun hart zijn volle wasdom bereiken, wat zich daarin bevindt; een slecht zaad zal nooit goede vrucht opleveren!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Een hard hart zal geen zachte vrucht geven, en een ontrouw hart zal zich nooit kunnen beheersen, en de toorn zal het vuur zijn, dat nooit uit zal doven! Wees voor dat alles dus op je hoede en wordt in alles rechtvaardig volgens de wet der liefde!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De leerlingen antwoorden: 'Ja Heer, deze gelijkenis is duidelijk; want de vinders van de schat zijn zij, die Uw woord horen, en de akker is het nog wereldse hart van de mensen, dat zij door het volgen van Uw woord eerst nog geestelijk voor zichzelf moeten kopen, opdat Uw woord in dat hart hun volle eigendom wordt en zij daarmee dan al het goede voor zichzelf en hun broeders kunnen doen!'
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar zo zal het ook aan het einde der wereld gaan: de engelen zullen er op uit trekken en de slechten scheiden van de rechtvaardigen (Matth.13:49) en zij zullen hen in de vuuroven van hun eigen boze hart werpen, en daar zal een groot gehuil en geklapper met de tanden zijn (Matth.13:50), hetgeen de echte duisternis is voor de slechte ziel, die daarna met haar verbrande wereldse verstand zoeken zal naar dingen om haar slechte liefde te bevredigen, maar nooit iets vinden zal!' - En Ik vroeg de over dit beeld wat piekerende leerlingen na een poosje: 'Hebben jullie dit beeld ook helemaal begrepen?'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Een hard hart te hebben is beter, omdat dat niemand ijdele hoop geeft, en als men weet dat men van iemand met een hard hart niets te verwachten heeft, dan zoekt men andere middelen om iets in stand te houden. Maar als iemand iets wat hem is beloofd, verwacht, dan gaat hij geen andere wegen en middelen gebruiken. Als het moment daar is waarop de wachtende zijn zaken in orde had willen brengen, en degene die het beloofd heeft hem in de steek laat zonder vooraf gewaarschuwd te hebben dat hij zijn belofte om de een of andere reden, die natuurlijk waarachtig moet zijn, niet zal kunnen houden, dan is zo iemand net als de satan. Die heeft de mensen al vanaf het eerste begin door zijn profeten ook de prachtigste beloftes gedaan, maar heeft er nooit één waar gemaakt en daardoor tallozen in de grootste ellende gestort!
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] En Ahab voegt daar nog aan toe: 'Voor mij zijn de bedorven en zieke vissen voornamelijk de Farizeeën en al die theoretiserende schriftgeleerden, die steeds maar hun oude rommel te koop aanbieden en de hele natuur en haar vruchtbaarheid loven, maar het heerlijkste van het heden verachten en vervolgen! Dat zijn toch zeker bedorven en zieke vissen? Hoe moet je het anders noemen, als je met je verstand Farizeeër en schriftgeleerde bent en daarom denkt dat je iets beter bent dan alle andere mensen, en dan daarvoor nog offers en belasting eist van de merendeels betere broeders en zusters, en tevens nog een leeg en steenhard gevoelloos hart hebt?!
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...