Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 13 van 403

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Dit woord van Joram maakte bij ieder, die stom was, de tong weer los; maar ze gaven God niet de eer, behalve één, die de anderen tenminste nog vermaande. Die zeiden echter: ' Jij gek, heeft Jehova ons dan stom gemaakt?! Een tovenaar heeft ons die last bezorgd, moeten wij dan soms ook nog de heidense tovergod eren?! Als we dat deden, wat hadden we dan van de almachtige ware God van Abraham, Izaak en Jacob te verwachten?!' Toen ging ook die ene, iets betere, tegelijk met de andere negen weg en dorst Mij niet de verschuldigde eer te geven.
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] God zag echter dat de mensen de wet der wijsheid nooit zouden kunnen opvolgen, en Hij kwam toen Zelf in de wereld om hen een nieuwe wet van de liefde te geven, die ze gemakkelijk zullen kunnen gehoorzamen. Want in de wet van de wijsheid liet Jehova alleen Zijn licht onder de mensen schijnen; dat licht was Hij echter Zelf niet, maar het straalde slechts uit Hem onder de mensen, zoals ook de mensen uit Hem geschapen zijn, maar daarom nog niet Jehova Zelf zijn. Maar door en in de liefde komt Jehova Zelf naar de mens en gaat in volle werkelijkheid geestelijk in de mens wonen en maakt de geschapen mens daardoor volledig gelijk aan Zichzelf. En dan is het voor de satan niet meer mogelijk, de zo gewapende mens met zijn sluwe streken aan te grijpen, want de geest van Jehova in de mens doorziet altijd de nog zo verborgen gehouden trucs van de satan, en heeft altijd macht in overvloed om de totale onmacht van de satan aan de kaak te stellen.
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Joram en al Mijn jongeren ergerden zich hierover, en Simon Petrus kwam ook heel ontstemd naar Mij toe en zei: 'Wat U prettig vindt is natuurlijk wel goed, Heer, maar als ik ook maar iets van Uw kracht en macht zou hebben, dan wist ik wel wat ik gedaan zou hebben met deze domme en boosaardige lasteraars van Uw naam, die mij zo bijzonder heilig is!'
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Simon, ben je dan Mijn leer al vergeten, die Ik op de berg gaf? Wat voor goeds kun je doen, als je kwaad met kwaad vergeldt?! Als je smakeloos eten kookt, doe je er verstandig aan, als je er goed zout, goede melk en goede honing aan toevoegt om het smakelijk te maken, en je zult het toch niet met gal en aloësap overgieten?! Als je aan een toch al goed gerecht nog iets beters toevoegt, zal niemand zeggen dat je een domheid begaat, maar als je een slecht gerecht met nog slechtere bijvoegsels slechter maken wilt dan het al is, dan moet je me toch toegeven, dat iedereen met een greintje verstand zou zeggen: 'Kijk nu eens wat die dwaas daar doet!'
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Zie je, dat is nog in sterkere mate met mensen het geval! Als je het kwade van hen vergeldt met nog meer kwaad, stel jezelf dan eens de vraag, of het kwade van hen daardoor ooit in iets goeds verandert! Vergeld je het je aangedane kwade echter met iets goeds, dan zul je daardoor het kwade in je broeder verzachten en uiteindelijk een goede broeder van hem maken!
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Vergeldt daarom nooit kwaad met kwaad als jullie allen goed willen worden! Als je echter diegenen veroordelen en straffen zult, die tegen je zondigen, dan worden jullie uiteindelijk allemaal slecht, en in niemand zal er meer echte liefde of iets goeds zijn!
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Simon Petrus zegt: 'Heer, daar is niets tegen in te brengen; want het is allemaal duidelijk en goed begrijpbaar! Maar hoeveel van de hier op aarde levende mensen weten iets af van deze heilige waarheid?! Heer, er zijn toch legioenen engelen uit de hemel bij ons; waarom zendt U ze niet naar alle mensen op de gehele aarde om Uw waarheid aan hen allen mee te delen! Ik denk, dat als dat zou gebeuren, het zeker lichter en beter zou worden op de zondige aardbodem!'
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Dat is jouw mening; maar Ik moet daarover toch met je van mening verschillen! Kijk, duizendmaal meer engelen dan je hier ziet, zijn er altijd al bij de mensen, en ze beïnvloeden hun innerlijke gevoelens en gedachten zonder de mens tot iets te dwingen, en daardoor kan de mens toch die gedachten, wensen en neigingen geheel als de zijne aannemen en volgen! Wat gebeurt er echter?!
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Daarom is het beter, dat een profeet tussen vreemden verkeert; want daar waar men hem niet kent, kan hij nog het beste iets te weeg brengen bij de mensen. En daarom zal Ik, samen met Mijn leerlingen, jullie nu verlaten, maar Ik zal, zoals Ik beloofd heb,jullie binnenkort weer bezoeken.
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Het verwijt treft dus eigenlijk Mij, want de Vader en Ik zijn Eén! Want de wijsheid van de eeuwige Zoon, die van oorsprong de wijsheid van de Vader is, maakte het grote scheppingsplan en de liefde des Vaders voegde daaraan het grote 'Wordt' toe, en zo werden deze aarde, zon, maan en sterren geschapen!
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ook de mensen, die deze aarde bewonen, zijn door Mij geschapen en die zullen en moeten nu worden herschapen!
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Maak je daar maar niet druk om! Is er dan nu al iemand die het niet overleefd heeft?! Een beetje angst doet de stoffelijke mens nooit kwaad. Wek nu echter de slapenden! Want we zullen nu dadelijk verder gaan! Maar vertel jij ook maar in de vaagste termen beslist aan niemand iets over dit gezicht en dit teken! -Daarop wekte Matthéus de slapenden, en wij begonnen aan het vervolg van de reis, die van nu aan sterk bergaf ging en daarom ook sneller dan eerst verliep, toen we berg opgingen.
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar Ik zeg: 'Het is voor hen de tijd nog niet. Laten ze ons echter volgen naar Kana; daar zullen we er iets over vertellen en meer nog zullen ze zelf zien en ondervinden! En laten we dan nu onze reis weer voortzetten! Onderweg moet niemand echter wat zeggen, want er zijn hier Farizeese bandieten!'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wie is er dan bij Mij iets te kort gekomen?! Is iedereen niet iedere dag door de hemel verzadigd, zowel lichamelijk als geestelijk? Heeft er Iemand honger en dorst geleden, of heeft er soms iemand ergens anders onder geleden? Is er iemand door een wereldlijk gerecht vervolgd omdat hij. met Mij meegegaan is?! Ik zeg je: Wie gaan wil, die ga; wie echter blijven wil, die blijve! Want niet Ik heb de mensen nodig, maar de mensen hebben mij nodig! Wie Mij verlaat, zal ook door Mij verlaten zijn, en die Mij met zoekt, die zal Ik ook niet zo ijverig zoeken! - Ga nu naar buiten en breng hen dat maar over!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Degenen, die zich beledigd voelen, zeggen echter: 'Maar wij gaan! Wij zijn weliswaar werkelijk niets bij Hem te kort gekomen, maar we hebben schoon genoeg van dat nutteloze Scythenleven; en daarbij moet je bij Hem altijd erg opletten om niet met het een of andere woordje Iets fouts te zeggen! Want dan zit je direkt in de hoek waar de klappen vallen en moet je maar zien zonder al te veel kleerscheuren weer in de pas te komen; want van enige toegevendheid is bij Hem geen sprake! Wat Hij eenmaal zegt, daar trekt Hij niets van terug! Daarom willen wij ook niet langer bij Hem blijven!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...