Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 13 van 234

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] En de jonge huisheer Matthéus, de tollenaar (die niet verward moet worden met de Matthéus die slechts schrijver was, daarom staat In de Schrift het bijvoegsel 'tollenaar', als het over hem gaat), riep Mijn leerlingen, de Farizeeën en de schriftgeleerden binnen, en ze kwamen en zetten zich aan tafel en aten en dronken dat het een lieve lust was. Alleen Judas was dit keer erg matig, want hij was bang voor een hoge rekening, en van betalen was hij, zoals maar al te bekend, geen grote vriend.
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het meisje gaat terug en zegt dat tegen de vissers. Deze komen de gelagkamer binnen en gaan meteen aan een kleine tafel zitten die net vrijgekomen is.
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als de vissers echter Petrus en een aantal van hun vroegere collega's herkennen begroeten ze elkaar, waarbij de vissers meteen een beetje mokkend, omdat het er op hun tafel wat magerder uit ziet dan op de onze, tegen Petrus zeggen: 'Voor ons is het voldoende, want we zijn nog echte getrouwe leerlingen van Johannes en het is ons geboden te vasten. jullie kunnen echter, als nieuwe leerlingen van Jezus, naar hartelust eten zoals we zien; want van vasten schijnt bij jullie geen sprake meer te zijn!' (Matth. 9:14)
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Hoewel niet ieder deze lessen begreep, is het is wel te begrijpen dat ze toch heel positief en dankbaar aanvaard werden. Zelfs de Farizeeën en schriftgeleerden verbaasden zich zeer over Mijn wijsheid, en vroegen zich af waar Ik die vandaan haalde, Want ze kenden Mij, Jozef en Maria en alle kinderen van Jozef, en daarom zeiden ze dan ook tegen de leerlingen: 'Het is werkelijk niet te begrijpen! Zijn vader stond bij zijn vakgenoten bekend als een bekwaam ambachtsman, een buitengewoon trouw, redelijk en eerlijk mens, daarbij ook een strenge Jood die heel gewetensvol rekening hield met Mozes en de profeten voor zover hij met deze bekend was. De een of andere bijzondere wijsheid was bij hem nooit waargenomen; en zijn andere vier eigen zonen, die herhaalde malen bij ons werkten, zijn van ieder spoortje wijsheid net zo ver verwijderd als zon, maan en sterren van de aarde.
Hoofdstuk 121: Gesprek over Jozef, Maria en Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Nu kijken de leerlingen van Johannes raar op en weten niet, wat ze Petrus zullen antwoorden. Alleen merkte één van hen op, dat het bericht niet juist was, dat Johannes door Herodes gevangen genomen zou zijn; Herodes zou hem slechts in zijn residentie hebben ontboden, om daar alles van hem te weten te komen over de komende gezalfde van jehova. Herodes had te veel achting voor Johannes, dan dat hij hem op zou sluiten.
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na het gesprek gaan de leerlingen van Johannes weer verder met eten, en wij doen hetzelfde. Alleen een paar Farizeeën vastten streng, en wilden tot aan het ondergaan van de zon niets eten; want zij konden hier bij de Grieken geen ongezuurd brood krijgen en daarom vastten zij, terwijl de meerderheid van de Farizeeën en schriftgeleerden het zich heel goed liet smaken.
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Een poosje later, toen de wijn de leerlingen van Johannes wat spraakzamer en moediger gemaakt had, ging er één van hen staan en wilde van Mij weten, waarom zij als leerlingen van Johannes zo veel en streng moesten vasten, en waarom Ik en Mijn leerlingen dat niet deden, en hij vroeg Mij: 'Heer en Meester! Waarom vasten wij en ook de Farizeeën nu zo veel, terwijl Uw leerlingen niet vasten?'
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Over dit antwoord zijn de leerlingen van Johannes erg verwonderd en ook een beetje boos; want ze dachten, omdat Ik dit tegen hen zei met een lichte glimlach op Mijn gezicht, dat Ik hatelijk deed. En die ene leerling van Johannes zei dan ook een beetje venijnig: 'Merkwaardig! Gods geest sprak door Johannes, en wij moeten aannemen dat deze geest zich door U in nog sterkere mate manifesteert, omdat Johannes over U getuigde! Maar het is vreemd, dat deze goddelijke geest door Mozes, alle profeten en tenslotte door Johannes steeds op dezelfde manier de ellendige aardse mensen opriep tot een heel boetvaardig leven, waaraan men zich streng moest houden. Terwijl U in Uw daden het algehele tegendeel daarvan schijnt te zijn en te leren! Volgens Mozes was iemand al zonder meer onrein, zodra hij het huis van een zondaar betrad, en moest zich dan reinigen; ook als iemand op de sabbat met een maagd omging of op een andere dag met een vrouw, die menstrueerde, moest hij zich laten reinigen, en zo waren er nog veel strengere voorschriften! U en Uw leerlingen schijnen echter in het geheel geen rekening te houden met de sabbat en ook niet met het rein houden van de persoon! Hoe kan die leer van U dan net zo goddelijk zijn als de leer van de profeten?!'
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De leerlingen van Johannes zeggen: 'Het klinkt wel goed, maar het is allemaal niet zo gemakkelijk te begrijpen wat U daarmee wilt zeggen; kunt U zich misschien daarom wat begrijpelijker uitdrukken!?'
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De leerlingen van Johannes zeggen: 'Aha, dat is overdreven! Want zo is het niet! Een trouwe en rechtschapen arbeider heeft nog nooit reden gehad om zich over zijn werkgever te beklagen! Wie werken wil, krijgt winter en zomer werk, verdienste en eten en kleding! Dat men de luilakken de deur wijst, dat vinden wij zoals het hoort'
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De leerlingen van Johannes antwoorden: 'Nou, dat is toch geen vraag! Wie anders dan God alleen had dat gekund?!' - Ik zeg: 'Nu goed, vertel dan eens, of jullie van God een schriftelijk bewijs gekregen hebben, waarin staat dat alleen jullie het recht hebben die goede en dure vis uit de zee te vangen, voor veel geld te verkopen, dan de hele winst in je zakken te steken en nauwelijks een duizendste deel aan je ijverige knechten te geven, die toch vaak met gevaar voor eigen leven alleen het zware werk hebben gedaan!'
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De leerlingen van Johannes zeggen: 'Dat is alweer een belachelijk domme vraag! Waar op aarde is er Iemand te vinden, die een door God, gegeven eigendomsbewijs kan laten zien?! God heeft in zijn plaats het staatshoofd aangewezen, en deze schrijft in Gods plaats de eigendomsbewijzen uit; en wie door de staat als bezitter is aangemerkt, die is dat ook wettelijk voor God. Bovendien moet iedere rechthebbende voor zijn duur gekochte recht ook nog ieder jaar allerlei tienden en andere belastingen aan de staat betalen en is daarom dubbel gerechtigd, de nodige winst te maken met zijn bezit!'
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De leerlingen van Johannes zeggen: 'Doen wij er dan verkeerd aan, als wij leven volgens de leer van Johannes? Johannes was beslist een streng prediker, maar dat was zijn leer niet!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ik zeg je nu onomwonden: Onder allen, die sinds het begin van de wereld uit vrouwen zijn geboren, was er niemand beter dan Johannes; maar wie van nu af aan de minste zal zijn van Mijn leerlingen in het echte Rijk van God, die zal vele malen groter zijn dan Johannes, die jullie je meester noemen, maar die je nog nooit begrepen hebt! Want hij wees je de weg naar Mij en hij effende de weg voor en tot Mij, maar de wereld in jullie heeft je harten verblind; daarom kun je Mij ook niet herkennen, hoewel je hier bij Mij staat!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] 'Dat geloven we graag', zeggen de leerlingen van Johannes, 'want die zijn helemaal leeg!'
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...