Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 13 van 1095

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Dit onderricht van de kant van de wijze jongemannen deed alle gemoederen goed, en allen loofden God voor hun vriendelijke wijsheid. Deze les werd later ook nog door sommigen uit het geheugen opgeschreven, en nog veel jaren in deze stad en omgeving in ere gehouden.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar Nathánaël ging staan en zei tegen de gasten: 'Beste vrienden en broeders! Nog maar een paar maanden geleden was ik visser in de omgeving van Bethabara aan de rivier de Jordaan, niet ver van diens uitmonding in zee, toen er een heel onopvallende man bij Johannes kwam en zich door hem liet dopen. Zonder dat Johannes Hem ooit persoonlijk op aarde gezien had, begon hij direct over Hem te getuigen, en hij zei: 'Zie het lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt!' En Johannes getuigde nog meer en zei: 'Deze is het, van Wien ik gezegd heb: Hij, die vóór mij was, en ná mij komt, en Wiens schoenriemen ik niet waard ben los te maken!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Tijdens de werkdag oefent de mens zich, ondanks dat hij werkt, alleen maar in de zelfzucht; want hij werkt dan voor zijn vlees en noemt dat het zijne, wat hij aan goederen en geld met werken verdient. Wie het verdiende van hem wil hebben, moet het van hem kopen, hetzij door arbeid of met geld, anders krijgt hij van niemand Iets van enige betekenis. Als de mensen nu op de werkdagen alleen voor hun zelfzucht zorgen en op de sabbat, de enige dag waarop ze zich in de werken der liefde moeten oefenen, tot de starste leegloperij gedwongen zijn, dan vraagt men zich in alle ernst af, wanneer de mensen zich dan wel in de echte godsdienst oefenen moeten of oefenen mogen, als je beseft, dat die dienst alleen maar bestaat uit het liefdevol helpen van je naaste!
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Tegen jou, als opperpriester, zeg Ik dit nu in duidelijke taal, opdat je in het vervolg -goed wetend, wie Degene is, Die dit nu tegen je gezegd heeft - aan je gemeente de sabbat in een beter licht zult laten zien dan het sedert Mozes tot op dit uur het geval was! Want net zoals Ik je nu onthulde wat de sabbat is, zo is het aan Mozes ook gezegd, maar het volk heeft dit maar al te snel veranderd in een heidense leegloperij, en het meende God een aangename dienst te bewijzen door het nietsdoen, en door diegene te bestraffen, die het bij tijden waagde om ook op de sabbat een klein werkje te doen, of een zieke een heilzame dienst te bewijzen. O wat een grote blindheid, o wat een zeer grove dwaasheid!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En zo zijn er op de aarde, waarop mensen en dieren en duivels meer dan eens onder een dak wonen en daar ieder op hun manier werken, niet zelden allerlei daden, werken en vruchten, die in hun aard en wezen slecht en onrein zijn. De mensen kunnen zich hier beter afzijdig van houden, als ze verschoond willen blijven van al het mogelijke kwade van de aarde. De Heer heeft daarom door Zijn knecht Mozes vast laten stellen, wat rein en goed is, en de Heer heeft de mensen het gebruik van onreine dingen, waaraan ook boze geesten werken, ontraden, - en dat is een voortreffelijk voorschrift. Maar alles wat u hier wordt aangeboden om van te genieten, is rein, omdat het voor u op zo'n wonderbare manier uit de hemel hierheen werd gebracht, daarom kunt u zonder bezwaar van alles genieten! Want wat de Vader uit Zijn hemel geeft is rein en goed, en helpt het leven van de ziel en de geest eeuwig vooruit.'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Hier onderbreek Ik hem en zeg: 'Mijn beste vriend en broeder, voorlopig tot hier toe en niet verder! Pas als dit vlees door de Joden verhoogd zal worden, kun je alles watje van Mij weet zonder terughouding zeggen, maar niet eerder, want de mensen kunnen dat nog niet begrijpen!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ondertussen kwam de ochtend van de volgende dag al in zicht. Maar niemand voelde zich vermoeid, en men had ook geen slaap, want allen waren zo verkwikt, als ze nog nooit eerder, ook niet na de beste nachtrust, waren geweest. Zij smeekten Mij daarom allemaal of ze deze hele dag bij Mij door mochten brengen. En Ik willigde hun vrome wens in. Heer! Ik arme zondaar dank U voor deze eerste dag in Sichar, een stad, die op mijn innerlijk leek. J. Lorber
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Een van de. Samaritanen zegt: 'Dat is nu wel allemaal goed en best, en ik weet er zelf niets van, maar wat ik van verschillende mensen uit deze omgeving gehoord heb, dat wil ik nu toch zeggen, - dan kunnen jullie er mee doen wat je wilt. Er wordt echter verteld, dat de vier oudste dochters iedere keer dat de opperpriester niet thuis was, 's nachts op straat gezien zijn en vanwege hun schoonheid geld aannamen van wellustige knechten, en zich door hen lieten gebruiken! Dat wordt gefluisterd. Ik weet daar verder niets van! Maar ik meen echter, dat als deze nieuwe leer door het nog zeer grote aantalongelovigen in deze plaats aangenomen zou moeten worden, het vanwege het dwaze gepeupel aanbeveling zou verdienen, tenminste de vier oudsten niet in het gezelschap op te nemen! Want broeder Jonaël weet hoe spitsvondig en buitengewoon dwaas en ongelovig ons volk is. Als ze zoiets zien en horen, kan zelfs Jehova niets meer met zo'n volk beginnen! Ik geef deze raad alleen maar in verband met het feit, dat ons volk zo te keer kan gaan en opdat de goede zaak niet geschaad wordt, je hoeft je er echter niets van aan te trekken als je dat niet wilt!'
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Beste broeder Jonaël, maak je daar maar niet druk over! Als je dochters voor Mij rein zijn, dan is dat voor jou meer dan voldoende! Want de wereld is nu eenmaal geheel van de duivel en daardoor door en door slecht! Heb je ooit gehoord, dat men druiven van dorens en vijgen van distels geoogst heeft?! Ik wist al lang van deze zaak af en heb dat ook op de berg bij de vergelijking van de splinter in het oog van de naaste duidelijk aangegeven! En kijk, dit beeld maakte, dat er toen veel van de berg afgingen, want ze merkten dat Ik hen bedoelde.
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Onderweg zegt Simon Petrus opeens: 'AI die wonderen stijgen me nu toch behoorlijk naar mijn hoofd! Nee, wie nu nog niet beseft, dat deze Jezus uit Nazareth in levende lijve Jehova's echte zoon is, die moet in een tiendubbele Egyptische duisternis ronddwalen, of hij is morsdood! Zieken worden door een enkel woord plotseling gezond, blinden zien: doofstommen horen en lammen lopen, en de ergste melaatsen worden zo rein of ze nooit gezondigd hadden!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Petrus zegt: 'Zeg eens, onbehouwen duistere geest! Kunnen jouw magiërs ook alle zieken door één woord op slag genezen, en de hoge hemelen openen die geen magiër met zijn hand of met zijn verstand kan bereiken?!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als het waar is, dan zweer ik je dat ik mijn Meester, Die volgens mij goddelijke kracht heeft, direct verlaat en terug ga naar mijn familie thuis! Want een schimmige magiër volg ik geen stap verder; want ik ben nog steeds een echte Jood, die Mozes meer gelooft dan honderdduizend fantastisch goede magiërs. Als je echter - wat voor mij vaststaat gelogen hebt, om uit pure kwaadaardigheid mijn verheven Meester verdacht te maken, dan ben je - zoals ik al eerder gedreigd heb -nog niet met mij klaar! Je zult ondervinden, dat ook ik door de genade van mijn goddelijke meester al tot heel wat in staat ben, zonder dat ik mij voor iemand als wonderdoener behoef voor te doen!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De burger zegt: 'O jij domme blinde Galileeër! Weet je dan niet, dat een echte magiër uit ieder stuk hout een vis of een slang kan maken?! Nog maar kort geleden was er hier een uit Egypte, die stokken in het water wierp en het werden direct vissen; als hij de stokken op het land wierp, werden het slangen en adders; blies hij in de lucht, dan waren er ineens sprinkhanen en ander vliegend ongedierte; hij nam een paar witte stenen, wierp ze in de lucht, en het werden duiven die wegvlogen; dan weer nam hij van de straat een handvol stof en verspreidde dat in de wind, en een ogenblik later was de lucht vol muggen, zodat men de zon er nauwelijks doorheen kon zien; toen hij daarna in deze muggen blies, kwam er een sterke wind en deze wind dreef de muggen als een wolk weg! Hij bracht ons daarna naar een poel achter de beek waar hij eerder vissen uit stokken maakte, daar raakte hij met een staf het water aan en het veranderde in bloed, en hij raakte het nogmaals aan en het werd weer water! 's Avonds riep hij naar de sterren en ze vlogen als tamme duiven in zijn handen! En hij beval hen en ze vlogen weer terug naar het hoge firmament! En zeg jij nu: 'Waar is een mens wiens handen tot in de hemel reiken?' Dat dit hier allemaal gebeurd is, kan ik door honderd getuigen laten bevestigen. - Wat zeg je nu over je Zoon van God uit Nazareth, waarvan ik wel weet wiens zoon hij is, en waar hij dat allemaal geleerd heeft?'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] op Mijn roepen komen ze allen snel aanlopen, haasten zich met verheerlijkte gezichten naar Mij toe, en danken Mij met tranen in de ogen dat Ik hun door deze slechte mens belasterde onschuld weer gezuiverd heb!
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Jonaël, die zelf helemaal betoverd is door de grote bekoorlijkheid van zijn dochters, zegt: 'Bedank Degene maar, Die jullie gezegend heeft! Hij heeft het jullie op wonderbare wijze gegeven!'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...