Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2225 resultaten - Pagina 13 van 149

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Stel je bijvoorbeeld deze aarde voor als een kogel, die in werkelijkheid vele honderdduizend malen groter is dan dat deel wat je er nu van overziet. Laat deze grote kogel echter bestaan uit enkel zandkorreltjes, zoals je ze al vaak aan de oever van de zee gezien zult hebben. Stel je dan het aantal zandkorreltjes voor dat nodig zou zijn om zo'n hele aarde te vullen! Neem nu voor ieder zandkorreltje een afstand van hier tot aan die ster , die wij het eerst bezochten, dan geeft het totale aantal zandkorreltjes ongeveer de doorsnede van de baan van een middenzon van de derde orde! Deze baan legt zo'n middenzon natuurlijk op z'n vlugst pas in tienmaal honderdduizend jaar af, maar omdat die baan zo ontzettend uitgestrekt is, moet zo'n zon ook ieder ogenblik een duizendmaal zo grote afstand afgelegd hebben als van hier tot aan die ster, die wij het eerst bezochten!
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Nee, wie nu nog enige twijfel heeft of onze Jezus gelijktijdig God en mens is, die is door geen God meer te helpen! Ja, broeder Ebahl, je had daarnet volkomen gelijk om mij een akelige twijfelaar te noemen, want dat was ik echt! Maar nu is bij mij aan alle twijfel een eind gekomen, en ik geloof en bevestig nu voor jullie allen met een eed, dat onze Meester en Heiland Jezus, volmaakt God is en dat er naast Hem in eeuwigheid geen tweede of derde bestaan kan, want omdat hetgeen ik gedroomd heb waar is, zal ook al het andere waar zijn! En dus is Hij de enige God en Heer over de gehele oneindigheid!
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] IK zeg: " Als je hem zien en spreken wilt, kan hij hierheen geroepen worden, en dan kun je je meteen ervan overtuigen of het hem hier gezellig toe lijkt! "
Hoofdstuk 151: De gezegende maaltijd op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "O ja, maar dat is dan geen toorn in de eigenlijke zin van het woord, maar slechts een speciaal vuur van de liefde in het hart, dat een heilzame kracht bezit. Daarmee werk ook Ik, als dat ergens nodig is. Als de liefde dat vuur niet zou hebben, zou de oneindigheid tot op heden nog helemaal zonder wezens zijn. Alle schepsels danken hun bestaan alleen maar aan de grote drang van de liefde van God.
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] De ENGEL zegt: "O ja, maar niet zoals op de aarde, maar geestelijk! Wij hebben de eeuwen door het woord van God ook in ons zoals hemel en schepping door dat woord bestaan en er geheel mee vervuld zijn. Dat woord is voorlopig ons wezenlijke bestaan en voor dit bestaan is het ook het enige werkelijke levensbrood en de echte levenswijn. In onze aderen stroomt het net als het bloed bij dat bij jullie stroomt, en onze ingewanden zijn gevuld met het brood van God."
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Voor diegenen die een slecht en hoogmoedig hart hebben kan Hij alleen maar verschrikkelijk zijn! Want het slechte heeft altijd de almachtige eeuwige gerechtigheid als onverbiddelijke en onomkoopbare rechter tegenover zich! Net zoals een goede gevoelige weegschaal al een zichtbare uitslag geeft als men ook maar een haar aan één kant toevoegt, zo kan er voor Hem, die hier is, geen nog zo geringe onwaarheid, verkeerdheid, boosheid, onrechtvaardigheid of wat voor andere lompheid van het hart bestaan! Daarom moet Hij verschrikkelijk zijn tegenover iedere zondaar die in zijn borst een hard, verstokt en boos hart draagt. -Begrijpen jullie nu de 47e psalm van David?"
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] En RAPHAËL zegt: "Lieve Jarah, die dieren zijn al verscheidene duizenden jaren geleden gestorven en dus ook al lang vergaan, maar de omhulsels kunnen nog verscheidene duizenden jaren bestaan en zullen noch aan vorm noch aan schoonheid veel inboeten. Hun bouwstof is zuivere kalk en dat vergaat in vrije toestand, vooral onder water, nooit! Zoveel mag je voorlopig wel weten; de hogere betekenis zul je eens in het hiernamaals volledig leren kennen!" -Jarah verbaast zich zeer als ze over zo'n ouderdom hoort spreken.
Hoofdstuk 161: De schippersknecht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Hun noodlot zal echter daaruit bestaan, dat de gedode, na nauwelijks drie dagen, als een machtige overwinnaar van de dood en al zijn vijanden, tot eeuwige troost van Zijn vrienden en broeders, ongedeerd, in Zijn volle kracht, en geheel en al bruisend van leven, uit het graf zal opstaan! Dan zullen zij in grote vrees en vertwijfeling zich beraden hoe zij de uit de dood opgestane weer zouden kunnen doden, maar zij zullen niet in staat zijn om een besluit te nemen, en hun val zal spoedig daarop volgen.
Hoofdstuk 182: De Heer voorspelt Zijn dood en opstanding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Omdat zij mij al geruime tijd kennen als een ontzettend domme sukkel en van mening zijn dat ik nauwelijks verschil zou zien tussen achter of voor, verklappen zij vaak uit eigen beweging hun kwalijkste geheimen! En zo kwamen mij al zaken ter ore, waarvan ik eerlijk toe moet geven dat ik daarbij al een paar maal begon te twijfelen aan het bestaan van God! Want dan dacht ik bij mijzelf: ' Als er een almachtige, alwijze, rechtvaardige en goede God is en Hij zich, zoals de schrift leert, iets aan de mensen gelegen laat liggen, dan moet het Hem toch onmogelijk zijn om bij zulke wreedheden toe te kijken! Er is geen God! Volgens Plato is de mens lichamelijk een afstammeling van de apen en geestelijk een afstammeling van de verscheurende beesten. Daarom moet er aan het hoofd van een grote gemeente een sterke en wijze Simson staan, die het samengestelde dier, dat zich mens noemt, met de zwaarste tuchtroede het tweevoudig dierlijke uitdrijft en hem in de loop der jaren in zoverre temt dat hij tenminste voor de helft mens wordt!'
Hoofdstuk 177: Marcus, de eigenaar van de hut. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] MARCUS zegt: " Als het zo zal gaan, dan is het echt niet zo moeilijk om zich in zekere zin slechts voor de schijn te laten doden! Onder die omstandigheden kunt U dan wel naar Jeruzalem gaan, als U dat wilt; want U kan niets gebeuren! Als U Heer over leven en dood bent, wie kan U dan doden? En als men U doodt, of denkt U gedood te hebben, en U komt na de dood nog levender te voorschijn voor het gevecht met de vijand, dan vóór het gedood worden, zou ik niet graag in de huid van Uw vijanden steken. Die zullen dan door een vuur van angst en vrees verteerd worden. En van al hun beraden, peinzen en streven zal voor nu en altijd niets terecht komen! Want juist daardoor zullen al hun schandelijke gruweldaden in het volle daglicht voor alle mensen zichtbaar worden, en hun werkelijke bestaan heeft dan het door het betere deel van de mensheid lang gewenste einde voor eeuwig bereikt. O Heer en Meester! Doe dat maar zo vlug en zo zeker mogelijk! Ik ben al weloud geworden en zal de aarde niet zo lang meer met mijn voetstappen lastig vallen als ik reeds heb gedaan, maar dat zou ik dan toch nog graag meemaken, en mijn dood zal me dan niet zwaar vallen!"
Hoofdstuk 182: De Heer voorspelt Zijn dood en opstanding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK vervolg: "Goed, luister dan verder! De nacht is na een hete dag beslist een goede vriendin en weldoenster van de vermoeide mensheid. Maar laten we deze weldoenster bijvoorbeeld dertig dagen lang voortduren, dan zullen alle mensen beginnen met haar te verwensen en te vervloeken! Want zo'n aanhoudende lange nacht zou op de aarde zo'n alles verstarrende koude teweegbrengen, dat er uiteindelijk geen organisch leven meer op haar zou kunnen bestaan! Kijk, zo zou de grote weldoenster der mensen al weer in de ergste hel veranderen!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Ja, beste vriend Marcus, Ik moet met Mijn wil overal, waar er een worden, zijn en bestaan is, van het grootste tot het kleinste, zeg maar oneindig gevarieerd de hand in het spel hebben. Anders zou de eindeloze ruimte maar al te snel zonder wezens zijn; en dus is het best mogelijk dat Mijn wil zich nu met jou zonen bezig houdt."
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zei tegen hem: "Vriend, je bent nu erg dankbaar voor deze door Mij aan jou bewezen weldaad, maar vandaag wanneer het Romeinse schip hier landt, zul je nog een ander geschenk krijgen! Dat geschenk zal echter niet uit vissen of uit goud en zilver bestaan, maar zuiver uit Mijn woorden, die je de weg naar het eeuwige leven zullen banen. Schenk daar met je gehele huis aandacht aan, dan zal het licht en helder in je ziel worden voor nu en voor de eeuwigheid! -Heb je Mij goed begrepen?"
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Cyrenius wilde toen aan de jongeman een vraag stellen, maar JOSOË hield hem daarvan af, want hij zei zachtjes tegen hem: "Praat niet met die jongeman, want dat is er net zo een als degene, die mij zo nu en dan bezoekt! Dit soort wezens kunnen niets wat onrein is verdragen, en dus ook geen onwelvoeglijke vraag; hun leven en hun bestaan is gelijk aan Gods vlammende licht."
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Als wij echter door God geroepen worden de wereld te verlaten, dan zal een engel van God vooraf ook met ons doen, wat deze nu met de spijzen doet. Dat wil zeggen, hij zal in één ogenblik al het geestelijke uit de materie vrij maken. De materie geeft hij over aan de volledige ontbinding, maar de ziel en haar levensgeest en ook alles wat zich in de materie bevindt en bij de ziel behoort, zal hij, terwijl hij het samenvoegt tot een volmaakte mensenvorm, volgens de eeuwige onveranderlijke wil van God, naar de geestelijke wereld overbrengen! -Kijk, dat is het wat je leren kunt en moet, uit de jou vreemd voorkomende manier van eten van de machtige hemelse jongeman!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...