Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11264 resultaten - Pagina 13 van 751

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Overigens is dit heel natuurlijke verschijnsel gunstig voor onze huidige bezigheden hier; want zowel de priesters als het volk houden zo' n verschijnsel voor een teken van Gods toorn, en het volk dat in Mij gelooft, zal de priesters luidkeels verwijten dat zij Mij vandaag hebben willen laten oppakken, en dan zullen de priesters het zwaar te verduren krijgen. Maar dan zullen de priesters zich verontschuldigen en de Essenen, die zij boven alles haten, de schuld in de schoenen schuiven en hen hartgrondig gaan verwensen en verdoemen. Intussen zal de maan weer te voorschijn komen en de priesters zullen heel hoogdravend tegen het volk zeggen: 'Kijk, ontzettend blind en dom volk, omdat wij de ergste vijanden van God nu met onze volkomen macht, die God alleen ons verleend heeft, tot de orde hebben geroepen, is de toorn van God weer bedaard, en kunnen wij weer vrij ademhalen en uit grote dankbaarheid rijkelijk offers in Zijn offerkist geven!'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'M'n beste broeder, windje daar niet over op en bedenk dat Ik Zelf wel het best inzie, waarom toegelaten wordt dat zij zich zo onzinnig gedragen! Toch zullen wij hen niet richten, maar het goed begrijpelijke woord dat Ik zo vaak helemaal tevergeefs tot hen gesproken heb, zal hen richten. Maar het is goed dat ook jullie nu gehoord hebben, hoe het merendeel van het volk over Mij oordeelt. Morgen, op de grootste feestdag, zal Ik weer in de tempelonderricht geven en hun heel precies vertellen wat voor soort mensen zij zijn, en wat zij als zodanig te verwachten hebben. - Daarom houden we er nu over op en houden ons met iets beters bezig! ,
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar. ook wij zullen veel moeten lijden ter wille van de door eigen schuld misvormde mensen. Maar ons lijden zal niet over ons komen omdat wij geen kennis van de zuiver goddelijke levensorde zouden hebben of omdat onze daden daarmee in strijd zouden zijn, maar wij zullen door ons lijden de blinde mensen ziende maken, omdat zij aan ons zullen kunnen zien hoe weinig waarde wij aan het leven van deze wereld hechten en hoe groot de waarde van het leven van de ziel moet zijn om daarvoor alle aardse voordelen af te wijzen. En kijk, daaruit zal dan pas de eigenlijke verlossing van de mensen van de dood naar het leven bestaan! -Maar genoeg over dit alles! Omdat nu het middagmaal helemaal gereed is, gaan we weer naar binnen en aan tafel!'
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] De leer moet door haar licht zelf ook zonder alle andere bijzondere tekenen zuiver goddelijk blijken te zijn en ieder die daarnaar handelt het innerlijke, levende bewijs van haar volledige echtheid geven. Als jullie daar op letten zullen jullie later echte, goede leerlingen voor Mij opleiden; maar als jullie dit niet zo nauw nemen, zullen jullie zelf de poorten openzetten voor de antichrist, en dan zullen jullie zelf genoodzaakt zijn er vandoor te gaan.'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zorg er daarom voor, dat jullie van degenen die het evangelie zullen aannemen alleen maar het noodzakelijkste voor je levensonderhoud accepteert! Want als luiaards zouden zien dat de prediking en een teken jullie veel geld opbrengen, zouden ze er zeker alles voor over hebben o m jullie te verdringen. Daarom zal men echte van valse profeten het snelst kunnen onderscheiden door hun gedrag. Want echte profeten zullen altijd even arm als Ik rondtrekken, en van hun gemeenten alleen maar aannemen wat zij nodig hebben om te leven; valse profeten zullen zich echter gedragen zoals de Farizeeën nu -en in veelopzichten nog veel erger -en zich voor alles wat zij zogenaamd in Mijn naam voor de gemeenten doen, heel duur laten betalen, en alle mensen zullen gestraft worden als zij hen niet voor heilige dienaren van God aanzien, en geloven dat God alleen maar hun gebeden verhoort en in hun offers groot welgevallen heeft. Maar terwijl er nu voor alle joden slechts deze ene tempel is, zullen de antichristenen talloze prachtige tempels bouwen en daarin voor de mensen hun toverkunsten en hun offers verrichten, en slechte toespraken houden, die henzelf ten goede komen. Bidden zullen zij in vreemde talen, om het volk te laten geloven dat hun taal het zuiverst en dus ook God het meest welgevallig is.
Hoofdstuk 179: De antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN zei: 'Jawel, jawel, dat zie ik nu wel heel goed in, -maar omdat jullie machtige geesten er nu eenmaal zijn en jullie bestaan duidelijk echter is dan het onze nu, waarom laten jullie je dan niet vaker zien om ons te leren en te troosten? Wij hebben jullie nu gezien, en als wij dat onze medemensen zullen vertellen, zullen enigen dat wel geloven, maar veel anderen zullen erom lachen en ons voor dwepers en halve dwazen houden. Zou het dan niet goed zijn als er zich eens iemand van jullie liet zien om van de waarheid van wat wij zeggen overtuigende bewijzen te leveren?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Onze Romeinen zijn echter ook al weer op de been en zullen zo dadelijk hier bij ons zijn; bemoeien jullie je echter niet te veel met hen! Ik zal het nodige wel met hen afhandelen. Voor heidenen zijn het eigenlijk goede mensen; maar toch zijn het slechts heidenen en zij slapen nog diep. jullie kunnen je er direct zelf van overtuigen hoe weinig zij vandaag als nuchtere mensen rekening zullen houden met wat ze gisteren allemaal gehoord en gezien hebben. Ze herinneren zich alles goed, maar het komt hen voor alsof ze het alleen maar heel levendig gedroomd hebben. Daarom zeg Ik jullie, dat je hen niet moet aanspreken om hen daaraan te herinneren.
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Het jonge meisje is vanmorgen vroeg al weggegaan, nadat zij eerst de waard die al op was, een van liefde brandende groet voor Mij heeft gegeven, met daarbij de uitdrukkelijke verzekering, dat zij in het vervolg nooit meer zondigen zal. En Ik zeg jullie dat zij haar gegeven woord ook zal houden. Dus houd je aan wat Ik jullie nu met betrekking tot de Romeinen voor dit ogenblik gezegd heb, en doe dat zo goed als je kunt, want jullie zullen jezelf weldra ervan overtuigen, dat alleen Ik altijd en eeuwig gelijk heb!'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE MANNEN zeiden: 'Dat zal je vrouw je wel allemaal vertellen. De arme vrouw heeft haar bevrijding alleen maar te danken aan de grote profeet uit Galilea. Maar hij zei ook, dat zij in het vervolg niet meer mocht zondigen; want anders zou het haar nog veel erger vergaan. Daar zullen jullie je dus in je verdere leven aan moeten houden!'
Hoofdstuk 201: De ontmaskering van de verleider van de echtbreekster - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] En deze twaalf, die hier het dichtst bij Mij zitten, zijn vanaf het begin van Mijn optreden bij Mij geweest, en weten vrijwel alles wat Ik onderwezen en wat Ik tot heil van alle mensen gedaan heb. Ook met hen kunnen jullie spreken, en zij zullen niets voor jullie verborgen houden. Maar nu eten en drinken wij; later zullen we dan verder spreken!'
Hoofdstuk 203: De reden van het ongeloof van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE ROMEIN zei: 'Deze verontschuldiging van jullie is zo waardeloos en zo leeg als een uitgeblazen ei en bevat niet de minste reden om jullie van het aannemen van de waarheid af te kunnen houden. Want nu jullie weten en wel moeten erkennen wie deze godmens is, kunnen jullie toch onmogelijk vragen wat jullie zullen eten, waarmee je je zult kleden en waar je zult wonen. Als de hoogste geest van God in Hem woont, die hemel en aarde geschapen heeft en alles onderhoudt en bestuurt, en als iedere ademhaling en iedere polsslag alleen van Hem afhangt, dan zal Hij ook wel degenen die in Hem geloven en Hem liefhebben alles geven wat zij voor hun lichamelijke levensonderhoud nodig hebben.
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Maar wat jullie nu zullen horen, moetje voorlopig voor je houden en niet voortijdig ruchtbaar maken! Wanneer echter de juiste tijd daarvoor aangebroken is, zullen jullie dat door Mijn geest, die de eigenlijke Heilige Geest is, wel in jezelf merken.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Omdat het zuiver geestelijke leven van de ziel in Mijn rijk jullie nog volkomen vreemd is, zouden jullie natuurlijk graag liever meteen maar eeuwig hier leven; maar als jullie wisten dat jullie in één ogenblik in Mijn rijk meer en onbeschrijfelijk grotere zaligheden beleven zullen dan in duizend jaar met een gezond lichaam op deze aarde, dan zouden jullie zo niet praten. Jullie, Mijn oud leerlingen, heb Ik wel al menig voorproefje gegeven, - maar omdat jullie geheugen altijd en eeuwig kort is, weet het daar ook niet veel meer van. Maar Ik zal jullie in dit opzicht geen nieuwe bewijzen geven; want wanneer Mijn geest te eniger tijd over jullie zal komen, zal Deze jullie al alle wijsheid bijbrengen!'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik kwam echter nu in dit wereldlichaam om al de legioenen maal legioenen duivels daaruit te verdrijven. Ik gaf je gisteren met de jonge vrouw in het klein een voorbeeld van wat Ik nu in het groot doe. Ik zal nu het huis schoonvegen van de oude duivels; maar als de mensen zich niet daaraan zullen houden, dan zullen ze al gauw gereed zijn met een nieuwe hel en haar duivels, en die zullen dan al gauw in het gereinigde huis intrekken en een toestand in de wereld te weeg brengen die nog erger zal zijn dan de eerste voor Mij was.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Net zoals jij weet Ik ook wel hoe het met de wereldheersers overal ter wereld staat. Ik heb ook niet tegen hen gesproken, maar tegen jullie! Jullie zullen ook naar de wereldheersers gaan en hun Mijn wil kunnen meedelen. Die het aan zullen nemen, zullen er ook wel bij varen, - die het echter niet aan zullen nemen, maar hun rechtspraak houden als tevoren, die zullen ook daarna hun loon van daar ontvangen, van waar zij hun oordeel gehaald hebben; want zij die het niet van Mij hebben en het voortaan ook niet willen hebben, die kunnen het toch nergens anders vandaan hebben dan uit de hel, en dus zullen zij ook van haar het loon daarvoor oogsten!'
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...