Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 13 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Luister! In diezelfde tijd, ongeveer honderdzeven jaar voor de eerste van de twee naamloze voorouders, is er een zeer grote aardbol diep in de scheppingsruimte met toestemming van de Heer verwoest en in talloze stukken uiteengevallen. Hij werd bewoond door heel veel mensen, die enorm groot waren.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zij zagen, dat er uit de zuiltjes rossige en blauwige sterretjes over de hersenplaatjes stroomden en wel op zo'n wijze dat een heel scherp oog in deze talloze sterretjes op de hersenplaatjes allerlei wonderlijke, minuscule beelden begon te ontdekken.
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ook al zouden de mensen zich nog een tijdlang met voorraden van allerlei aard verder helpen, de eeuwige nacht een poosje verlichten met fakkels en lampen, en de vertrekken verwarmen met het op aarde voorradige hout uit de bossen, dan zouden mensen van deze aarde met de grootste voorraad zich in het gunstigste geval hoogstens tien jaar heel kommervol in leven kunnen houden. Maar na deze tijd zou het dan wel afgelopen zijn met het leven van alle vegetatie en alle schepselen op aarde. Geen plant zou er meer groeien en het levende zaad voortbrengen; de dieren zouden geen voedsel meer vinden en zouden van honger moeten sterven en door de te grote koude verstijven; de aarde zelf zou buiten haar baan treden en dan óf ergens tegen een andere planeet botsen, óf na vele duizenden jaren in het lichtgebied van een van de andere talloze zonnen terechtkomen. Door het licht en de warmte daarvan zou zij weer gaan ontdooien en binnen een veranderde orde weer op de een of andere wijze langzaam en geleidelijk beginnen op te leven, maar zij zou beslist haar huidige, zeer gelukkige, goedgeordende bestaan nooit meer terugkrijgen!
Hoofdstuk 215: De uitstralende sferen van mens en zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Als zo'n mens dan helemaal door of uit zijn geest wordt wedergeboren, is hij volkomen aan Mij gelijk en kan hij zelf in alle levensvrijheid willen wat hij maar wil binnen Mijn orde, die hij dan zelf geworden is, en volgens zijn vrije wil moet het er zijn en moet het gebeuren. In die volmaakte levenstoestand, omdat hij aan Mij volledig gelijk is, is de mens dan niet alleen heer en meester over de schepselen en de elementen van deze aarde, maar zijn heerschappij strekt zich dan, net als de Mijne, uit over de gehele schepping in de eindeloze ruimte, en zijn wil kan de talloze werelden wetten voorschrijven en die zullen opgevolgd worden. Want zijn verheerlijkte gezichtsvermogen doordringt alles net als het Mijne en eigenlijk tesamen met het Mijne, en zijn onbeperkte waarneming ziet overal wat er nodig is in de hele schepping, en kan waar en wat dan ook voorschrijven en scheppen en helpen; want hij is immers in alles één met Mij."
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Hoe gemakkelijk kan zo'n ziel haar hart reeds in de teerste kindertijd, als een Samuël, uit ware kinderlijke, heel onschuldige liefde tot God verheffen! En wat een heerlijke grondschets van het oerleven wordt op deze wijze uit de ware diepte van het hart vóór iedere materiële schets in het jonge, tere brein, stralend licht en helder ingeprent, waardoor het kind in dit licht dan de later komende beelden uit de materiële wereld op de juiste wijze kan beoordelen voor wat betreft betekenis en relatie, omdat deze beelden op een verlichte en levensechte ondergrond in zekere zin ingeplant en uitgebreid worden en als het ware in hun delen ontleed en, 'omdat ze door en door verlicht zijn, door de zielook gemakkelijk door en door bezien en begrepen worden.
Hoofdstuk 231: De zegen van een verwekking volgens de gestelde orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar dat schaadt de zaak niet zo erg, want ook in het hiernamaals zal aan de geesten van alle delen der wereld dit evangelie gepredikt worden. Maar wees desondanks hier toch heel ijverig, want het ware kindschap van God voor Mijn binnenste en zuiverste liefdehemel zal slechts van hieruit te bereiken zijn! Voor de eerste en ook voor de tweede hemel kan in het hiernamaals nog gezorgd worden."
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Je zult echter vooral in de noordelijkste delen van je rijk, dat eens wel het grootste op aarde zal worden, buitengewoon onwetende heidenen aantreffen, bij wie het erg moeilijk zal zijn het licht der waarheid ingang te doen vinden; doe deze heidenen echter met de macht die jou verleend is niet teveel geweld aan! Waar dat nodig is kun je hen wel heel serieus aanpakken, maar absoluut niet met het zwaard of met te opvallende tekenen; want het zwaard zou slechts uiterlijk het oude, diep ingewortelde bijgeloofbij hen wegnemen, maar innerlijk zouden zij er des te verbitterder aan vasthouden. Met al te verblindende tekenen zou je alleen maar bereiken dat het ene fanatisme in de plaats komt voor het andere! Want de volkeren die je tekenen zouden zien, zouden weldra de grootste vijanden van hun nog ongelovige naburen worden en deze te vuur en te zwaard vervolgen, en die van het oude geloof zouden hetzelfde doen bij die van het nieuwe geloof. Wat zou daarmee dan gewonnen zijn?
Hoofdstuk 250: Moeilijkheden bij het verbreiden van de zuivere leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Ik zou Mij echter ook op dezelfde wijze kunnen mee activeren, maar dan was het met jullie gedaan, net zoals het met alle om deze zon cirkelende hemellichamen gedaan zou zijn, zodra de uitstralende lichtatmosfeer van de zon de kracht zou aannemen van het vuur en het licht van het binnenste van de zon. De kracht daarvan zou alle geesten in de uitgestrekte scheppingsruimte dermate activeren, dat deze ogenblikkelijk veranderen zou in een oneindige, kolossale vuurzee die in eenmaal alle materie zou oplossen! Wel, het binnenste van de zonnematerie is natuurlijk zo ingericht, dat het dit vuur kan verdragen, en de steeds maar voortdurend daarop stromende, geweldige waterstroom van de voortdurende kringloop -zoals bij de mens de bloedsomloop -geven het vuur voortdurend werk om de lucht te ontbinden en opnieuw te vormen en daaruit weer water te vormen, en het kan daarom het eigenlijke zonnelichaam niet aantasten; en ook al worden daarvan ook steeds delen opgelost, dan zorgt het toestromende water weldra weer voor nieuwe. Alles moet dus steeds ordelijk blijven verlopen.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De mens kan aan God gelijk worden in de vorm, ook in de liefde en in haar kracht, maar toch eeuwig nooit geheel in de wezenlijke omvang van de eindeloze wijsheid in en uit God; en zo zouden de lange eeuwigheden met hun talloze eeuwigheids perioden wel heel veel kunnen bevatten wat in de eindeloze ruimte beslist plaats vindt, maar waarvan zelfs een oeraartsengel beslist nog nooit gedroomd heeft! Want ook het bevattingsvermogen van een oeraartsengel is daarvoor nog veel te beperkt; pas wanneer iedere oeraartsengel, net als Ik de weg van het vlees doorgemaakt zal hebben, zal hij ook meer kunnen bevatten, -maar onmogelijk alles van de gehele, eeuwig nooit eindigende oneindigheid!
Hoofdstuk 254: De grootte van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Blijf daarom hier bij Mij zolang Ik nog bij jullie ben; want Ik ben immers toch meer dan dat wonderwerk, waarvan Ik er talloze in een ogenblik tot stand zou kunnen brengen"
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Maar jullie mensen kunnen op deze aarde door dergelijke spiegels het verstrooide licht van de zon op één punt samenbundelen en de kracht daarvan op kleine delen van de aarde uitproberen, en daarmee doen jullie, zuiver natuurkundig gezien, met het licht van de zon meer en grotere dingen dan Ik, -hoeveel meer dan wel met Mijn geestelijk licht via de volmaakte, holle deemoedspiegel van je ziel!
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Kortom, U heeft geen begin, en dus is het ook onmogelijk dat Uw scheppingen ooit een begin hebben gehad, en hoeveel de eeuwige ruimte er ook moge bevatten, er is er toch niet één bij waarvan men zou kunnen zeggen: 'Kijk dat was de eerste! Vóór deze is er niets geschapen!' Want achter zo een, die de eerste zou moeten zijn, verschuilt zich toch weer een volmaakte, hele eeuwigheid! Wat zou U dan gedurende die tijd, terwijl U steeds hetzelfde wezen was, gedaan hebben? In de eindeloze ruimte is ook plaats voor eindeloos veel scheppingen; ook al zijn hun afstanden nog zo eindeloos groot, dat maakt niets uit! De eindeloze ruimte heeft plaats genoeg voor al de eeuwige, eindeloos vele, en zal eeuwig nog plaats hebben voor ontelbare maalontelbaar vele, en zo eeuwig verder en verder voor nog talloze nieuwe, en deze toekomstige zullen de reeds van eeuwen her aanwezige ook in zekere zin niet vermeerderen; want eindeloos veel en talloos veel kan nooit méér worden, omdat het zonder meer al eindeloos veel is.
Hoofdstuk 254: De grootte van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Nee, Mijn vriend, domheid is dat bepaald niet, maar een voor dit aardse leven wat te ver en te diep gravende nieuwsgierigheid; want zolang de ziel niet volledig één geworden is met Mijn geest in haar, kun je zulke zaken onmogelijk diep genoeg vatten en begrijpen. Als je binnenkort ook de geestelijke wedergeboorte bereikt en aan gene zijde in het rijk van God zelfs geestelijk als een volmaakt wezen zult bestaan, zul je wel veel tot op de bodem begrijpen, maar natuurlijk alleen maar in zoverre dat betrekking heeft op deze tegenwoordige scheppingsperiode, binnen wier orde iedere eerdere bestond en nu, voltooid in geestelijke vorm, nog steeds voort bestaat. Maar toch bestaat er tussen deze en alle voorgaande scheppingsperioden, evenals tussen deze aarde en alle talloze andere hemellichamen binnen de oermens der schepping, een enorm groot verschil.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Tijdens geen van de eeuwige, talloze voorscheppingen, die alle een grote menselijke oervorm van geschapen werelden vormden, heb Ik Mij door de kracht van Mijn wil op de een of andere aarde als mens met het vlees omhuld, maar Ik trad alleen met haar menselijke schepselen in kontakt door middel van voor die schepping geschapen, zuivere engelengeesten. Alleen deze scheppingsperiode heeft ten doel om Mij op een willekeurig, klein, aards hemellichaam, dat nu juist deze aarde is, voor alle voorafgaande alsook voor alle in de nooit eindigende eeuwigheid volgende scheppingen, in Mijn eeuwige, oergoddelijke wezen in het vlees en in de beperkts te vorm te aanschouwen en door Mij Zelf onderwezen te worden.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Tenslotte kunnen jullie nog een derde zuiver geestelijke eigenschap in jezelf bespeuren, als je daar echt aandacht voor zou hebben! Deze eigenschap bestaat hierin, dat jullie je iets, ook al is het nog zo groot, opeens in al zijn delen compleet kunnen voorstellen en met één blik een geheel zonnengebied kunnen overzien. De ziel moet met haar zintuiglijke waarnemingsvermogen een zaak van alle kanten langzaam en langdurig bekijken, betasten en beluisteren en moet het ontleden, om zich pas na verloop van tijd een voorstelling van het geheel te kunnen maken. De geest vliegt echter zowel uit als inwendig in een nauwelijks denkbaar, snelogenblik om een gehele centrale zon, en net zo snel ook om een onnoemelijk aantal van zulke zonnen en al hun planeten; en hoe machtiger de geest is door de orde waarin de ziel verkeert, des te helderder en duidelijker is ook zijn over en inzicht van de grootste en eindeloos gecompliceerde aangelegenheden van de schepping.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...