Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

242 resultaten - Pagina 13 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[11] Daarom moet ook de volledige vrijheid zonder gedaante zijn, wat ook met de tekst van de Pentateuch overeenstemt, waarin Jahwe Mozes ten strengste verbiedt, om zich van Hem in een of ander beeld een voorstelling te maken.
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Mijn geliefde Cado, kom dichter bij Mij, want ik heb je iets groots en belangrijks te geven!' Cado buigt diep en zegt dan: 'Heer, ik had van U weliswaar een heel andere voorstelling, maar nu ik U in de meest bescheiden eenvoud zie, bevalt mij dat toch het meest. Ik jubel in het diepst van mijn hart, omdat U als het allerhoogste Godwezen zo bescheiden en eenvoudig bent! Zo heb ik mij de Godheid in mijn hart vaak gewenst, al moest ik mij Haar ook steeds als ontoegankelijk voorstellen, omdat mijn bevattingsvermogen mij geen andere voorstelling toestond. Omdat ik hier mijn God en almachtige Schepper zo aantref, ben ik nu bovenmate blij en stel U, Heer, mijn kleine beetje kracht dadelijk bereidwillig ten dienste. Laat me echter niet werkeloos toekijken, want het is mij een vreugde iets goeds te doen. - Wat zal er nu_met die zogenaamde Minerva gebeuren? Moet zij zo blijven of zullen wij toch nog verdere pogingen doen om haar te beteren? Zoals ze nu is, zal ze veel onheil stichten op aarde; daar is ze zeer zeker op uit.'
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Omdat ik echter een groot behagen schep in je schoonheid en je in alle ernst liefheb, geef ik je een raad. Deze bestaat hieruit, dat je ervoor moet zorgen met de Godmens Jezus op vriendschappelijke voet te komen staan. Laat op z'n minst Zijn naam in jouw rijk vaker uitroepen, zodat je jezelf ervan kunt overtuigen wat daarvan het gevolg zal zijn. Ik ben ervan overtuigd dat je daardoor binnen de kortst mogelijke tijd een geheel andere voorstelling van de Godheid zult krijgen. Kijk, ik ben misschien een nog veel slechtere duivel dan jij. Ik ken Jezus slechts van naam en ken enkele stellingen van Zijn leer, die werkelijk goddelijke wijsheid bevatten en zelfs bij iedere redelijk denkende geestelijke of vleselijke duivel de grootste bewondering moeten afdwingen. Ik heb er werkelijk geen moeite mee om Hem mijn diepste achting te betuigen. Waarom moet dat dan uitgerekend jou zo zwaar en onuitvoerbaar voorkomen?
Hoofdstuk 24: Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus! - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Cado zegt: 'Merkwaardig! Maar wat is hier dan zo merkwaardig? O, niet de vernedering van de Godheid naar Haar schepselen toe! Dat is in mijn ogen nog lang niet zo merkwaardig als het feit, dat de hoogst wijze godin Minerva zo gruwelijk bekrompen van geest is, dat zij zich van de grote Godheid zo'n buitengewoon domme voorstelling maakt. Neem me niet kwalijk: hoe kan de Godheid als de zuiverste oergeest, als de machtigste oerkracht van alle van Haar uitgaande krachten, ooit zwak worden? Zij, die de oneindigheid omvat en het eeuwige centrum is, zou ooit zwak en tenslotte zelfs waarzinnig kunnen worden? Nee Minerva, je mag verder heel wijs zijn, ja zelfs zo wijs als je verleidelijk mooi bent, maar de grap over de goddelijke zwakheid en dwaasheid is je niet gelukt. Bovendien zie ik dat.je buitengewoon heerszuchtig bent en dat je er plezier in hebt mij voor de gek te houden. En dus erger ik mij ook niet meer aan de domheid die je mij betoond hebt.
Hoofdstuk 24: Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus! - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Wat is dat dan voor een koperen kerel van een planeet? Dat zal toch niet voor de tweede keer de aarde zijn? Nee, nee, dat is het niet. Oh, ik weet het al, jij vurige held! Jij bent immers Mars! Nu, ik had me op aarde van jou ook een heel andere voorstelling gemaakt! Ik heb altijd gedacht, dat jij een zeer onrustig en stormachtig heerschap zou zijn. Maar als ik nu je wel heel erg vlakke, met weinig bergen bedekte oppervlak bekijk, lijk je juist het tegendeel te zijn van datgene, wat ik van je gedacht heb. Verder kan ik op jou ook niets ontdekken, schuif jij daarom ook maar op!
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Wij bevinden ons nu reeds bij deur 5, die opengaat als wij daar aankomen en BISSCHOP MARTINUS slaat meteen bij de eerste aanblik van dit geopende kamertje zijn handen drie keer van verbazing in elkaar en schreeuwt gewoonweg: 'Maar omwille van Uw Goddelijke Naam, Heer, Jezus, Vader - ja, wat is dit nu weer?! Deze onmetelijkheid! Een hemelse aarde zonder einde; en er boven nog vier planeten, als ik het goed zie! Alles overgoten door een licht, waarvan zelfs de diepzinnigste pelgrim op aarde zich niet de allerminste voorstelling kan vormen. Die pracht en majesteit van de stralend lichtende paleizen, tempels en ook kleine tempeltjes, die waarschijnlijk dienen als vrije woningen voor deze bewoners!
Hoofdstuk 42: De verrassingen achter de vijfde deur - De wondere wereld van Jupiter - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Ach, ach, daar komen er al enkele heel dicht bij mij. Ik kan hun edele en mooie gelaatstrekken die elke menselijke voorstelling te boven gaan, en hun werkelijk oneindig mooi gevormde lichaam met volle teugen bewonderen en bekijken! Zij zijn er nu helemaal, zo dicht zijn ze bij me, dat ik ze heel gemakkelijk zou kunnen aanspreken. Maar ik zou het niet uithouden, als deze al te hemels mooie mensen met mij zouden beginnen te praten! O Heer, ik zou door een enkel woord uit deze al te mooie mond totaal worden vernietigd!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Ik had op aarde steeds de domme voorstelling, dat op en eigenlijk in de volmaakte hemelse geestelijke wereld alle zaligen zo volledig op elkaar zouden lijken als op aarde de mussen. Maar zoals ik het nu zie, is hier pas sprake van de echte veelsoortigheid, die op aarde zeer sterk door het sterfelijk vlees verhuld was!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Na geruime tijd pas begint BISSCHOP MARTINUS weer, alsof hij totaal is uitgeput en meer steunend dan pratend, tamelijk onsamenhangend te spreken: 'Mijn God en mijn Heer! Ach, wie ter wereld kan zich van zoiets een voorstelling vormen? De zon een lichtgevend rond lichaam, maar wie vermoedt dat zich dit op haar bodem bevindt!
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Wat ben jij, aarde, tegenover deze eindeloos zaligmakende pracht? Wat zijn de op verscheurende dieren lijkende mensen op aarde in vergelijking met deze onbeschrijflijk mooie wezens, vol van hemelse glorie, schoonheid en zalige, vriendelijke lieflijkheid, waarvan de beste mens zich niet in het minst een voorstelling kan vormen!
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] IK zeg: 'O jij Mijn allerliefste Chanchah! Dat kan Ik je wel heel in het kort zeggen, luister dus. Zie, omdat Ik de Lama zo goed ken als Hij Zichzelf kent, zeg Ik tegen je: Wat het tot stand brengen en scheppen betreft, dat is voor de grote Lama werkelijk iets eenvoudigs, dat voor jou nauwelijks te begrijpen is. Want Hij hoeft, wanneer Hij in Zijn gedachten eenmaal een voorstelling heeft gevormd, alleen nog maar vanuit Zijn wil te zeggen: 'Het zij!' en dan is alles er al, wat Hij wil! Ongeveer zo - let nu heel goed op - als wanneer Ik bij Mezelf denk, dat hier voor ons een mooie boom zou staan, vol met de beste vruchten. Of stel jij je zo'n boom voor, bijvoorbeeld een hele mooie vijgeboom. Heb je die al?'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] CHANCHAH zegt: 'O ja, ik begrijp alles wat je zegt! Maar omdat je zojuist over de kleinste wenk van de grote Lama hebt gesproken, die je zonder een wonder meteen begrijpt: zeg me dan hoe de grote Lama jou en je broeders wenkt, dat jullie zelfs Zijn allerkleinste wenk meteen opmerken en dan vast en zeker dadelijk opvolgen. Jullie moeten de grote Lama dan immers ook zien, anders zou Hij jullie toch onmogelijk een wenk kunnen geven - of op zijn minst horen en zo Zijn wenken vernemen?! Als jullie Hem zien of horen, zeg mij dan hóe jullie Hem zien of horen, zodat ik me van Hem toch een of andere voorstelling kan maken!'
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] O vriend, op de hemellichamen, vooral op de lieve aarde, gaat het tekeer, dat je je daar geen voorstelling van kunt maken. Daarom wordt ook de Heer actief en wij zullen al gauw dingen zien, waarvan je tot nu toe geen voorstelling hebt. Maar als wij hier nu op de zon zullen afdalen naar haar grote valleien, dan kun je jezelf ervan overtuigen, hoe het hier in de grote landen van de lichtwereld werkelijk heel ongehoord begint toe te gaan. Op de wijze zoals wij ons natuurlijk bewegen zullen wij nog een flinke tijd nodig hebben, tot we in het eerste dal aankomen. Je zult wonderen zien, waarvan je je tot dusver geen voorstelling kunt maken, ofschoon je nu samen met mij een bewoner van de derde hemel bent!
Hoofdstuk 129: Martinus' ontmoeting met Petrus en Johannes - Over het wezen van de liefde en de wijsheid bij de zonnemensen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Maar nu nog iets: Zeg eens, kennen jullie de grote Geest? Hebben jullie een voorstelling van Hem? Wat zouden jullie wel doen, als jullie voor Hem moesten verschijnen?'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] HET DRIETAL zegt: 'O jij zalige! Wij weten wel dat er een allerhoogste, allereerste Geest van alle geesten is, die alles wat er is heeft geschapen uit Zijn eeuwige wijsheid en almacht. Maar deze Geest is zo oneindig heilig voor ons, dat wij het nooit mogen wagen om ons van Hem een of andere voorstelling te maken. Dat mogen alleen de hoogste wijzen. Daarom kun je ook wel denken hoe het ons te moede zou zijn, wanneer wij voor Hem, als Hij een of andere gestalte heeft, zouden moeten treden in de overtuiging, dat Hij het is! O, dat zou iets ontzettends zijn; dat zou het ergste zijn wat ons zou kunnen overkomen!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17