Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

25552 resultaten - Pagina 14 van 1704

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[9] Een vol jaar moest hij in herbergen doorbrengen, tot eindelijk in Bethanië een belangrijk landgoed dat aan een Griek toebehoorde, te koop werd aangeboden. Voor vijftienhonderd buidels zilver kreeg Lazarus het in zijn volle bezit en daarna trouwde hij op zijn zevenenveertigste jaar met een van zijn trouwste slavinnen, die ook een Jodin was, en de jonge Lazarus en diens beide zusjes zijn uit dat huwelijk voortgekomen. Na tien jaar schonk ook hij al zijn uit Perzië meegenomen dienaars de volle vrijheid, maar geen enkele verliet Lazarus en heden ten dage leven er daarvan nog drieënvijftig. Maar allen gingen reeds binnen twee jaar over tot het Jodendom en werden daardoor nog dierbaarder en sympathieker voor Lazarus. Zijn vrouw stierf pas twee jaar geleden, ook als een toonbeeld van vrouwelijke verdraagzaamheid en vroomheid, en sinds die tijd verzorgen de drie achtergebleven, rechtschapen kinderen helemaal alleen de huishouding; buiten God hebben zij haast geen behoeften en zij doen zeer veel goeds voor de armen."
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zo bewoog dit raadselachtige geheel zich nu eens sneller dan weer langzamer ruim een uur in alle richtingen over de oppervlakte van de poel, dook ook een paar keer onder en kwam weer boven. Ik zou het voor een waterdier hebben aangezien als mijn vader het ook gezien zou hebben; maar hoe hij zijn overigens scherpziende ogen ook inspande, hij kon niets ontdekken, zodat ik natuurlijk wel tot de overtuiging moest komen, dat het in de poel rondzwemmende skelet van een dode iets onnatuurlijks, dus iets psychisch en geestelijks was. Na een uur werd het helemaal rustig en de zwarte eenden deden alsof zij nog eventueel aanwezig vlees van het geraamte afpikten.
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] De jongen op de boom was lichamelijk al ongeveer een kwartier vrijwel dood en wist niets meer van zichzelf; zijn ziel was evenals zijn lichaam dus al door de allerdikste duisternis omgeven. En een ziel die in een te grote onrust geraakt, begint zich letterlijk te splitsen in de vroegere, kleinere en onvolmaaktere creaturen van een eerder leven; daarom werden hier ook eerst twee vleermuizen zichtbaar. Pas nadat de knaap door de verplettering van zijn hersens iedere verbinding met zijn ziel kwijt was, kwam er weldra meer rust in de ontwrichte ziel, de beide zielen van de voorafgaande schepsels verenigden zich en weldra werd een aap als laatste voorafgaand schepsel zichtbaar; deze had echter een langere tijd nodig voor hij helemaal tot zichzelf was gekomen, en daarna nog meer rust tot hij zichzelf herkende en weer bewust van zichzelf werd. Daarom hurkte hij ook geruime tijd op de plaats waar zijn lichaam uit de boom viel meer instinctmatig dan bewust van wat daar was voorgevallen.
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ook bij zelfmoordenaars vind je verschillen. Iemand, die zich het leven beneemt omdat iemand anders zijn grote hoogmoed te veel vernederde en hij geen kans zag zich daarvoor te wreken, maakt zich schuldig aan een erge soort van opzettelijke zelfmoord. Een dergelijk motief van zelfmoord kan aan een ziel nooit volledig goedgemaakt worden. Duizendmaal duizenden jaren zijn nodig om zo'n ziel zo ver te brengen dat zij tenminste een huid over haar dorre, alle liefde missende, schijnbare beenderen heeft, om nog maar niet te spreken over de belichaming van haar gehele wezen; want juist de belichaming is een produkt van de liefde en wekt ook weer liefde op.
Hoofdstuk 152: Verschillende soorten van zelfmoord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar nu rijst bij jullie de vraag of zo 'n ziel ook pijn lijdt. En Ik antwoord jullie: bij tijden de grootste en brandendste pijn, en soms weer helemaal geen! Als zij om weer tot leven gewekt te worden, wat nog altijd mogelijk is, in zekere zin wordt wakker geschud door geesten die haar daarvoor benaderen, voelt zij overal een brandende pijn; komt zij echter weer tot rust, dan heeft zij geen gevoel of bewustzijn en dus geen enkele pijn.
Hoofdstuk 152: Verschillende soorten van zelfmoord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Ik wilde eigenlijk toch al niet meer aan die hele domme geschiedenis denken en deze heel stilletjes helemaal laten vallen; maar omdat U, o Heer, mij nu verzocht heeft om het hele verhaal te vertellen, heb ik dat nu ook naar waarheid gedaan en nu weet iedereen hoe het er met mij voorstond en hoe het er nu met mij voorstaat. Ik was in dit geval wel heel eigenzinnig, en er was met mij niet veel te beginnen; maar nu ben ik volmaakt in orde, herken het enig ware licht van alle leven en zal ook nooit weer proberen iemand te bedriegen.
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als het gaat om het verwijderen van een storende, kleine steen die op een voetpad ligt, is er geen speciaal overleg nodig over de wijze waarop men zo'n steen op moet ruimen. De eerste de beste raapt hem op en gooit hem ergens heen waar hij niemand hindert. Maar heel anders ligt het als een enorm groot rotsblok van een berg naar beneden is gevallen, een nauwe weg verspert en daardoor scheiding teweegbrengt tussen mensen, buren, ouders en kinderen, broeders en zusters! Ah, dan zal de hele gemeente beraadslagen over wat er gedaan moet worden; want de weg moet weer begaanbaar gemaakt worden! Maar hier gaat het om het allerbelangrijkste moment van ons leven, waarvoor wij allen de zeer verre en buitengewoon moeilijke reis hebben ondernomen!
Hoofdstuk 195: De twijfel van de zwarten aan de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar de AANVOERDER kwam naar Mij toe en zei: "Heer, alle slangen en adders, van de oudste tot degene die pas uit het ei zijn gekropen, zijn weg; maar er zitten er nog eens zoveel in de eieren! Wie zal die uit de ontelbare gaten en ingegraven nesten halen? Want als die niet eveneens verdwijnen, is binnen een halfjaar deze heuvel weer net zo vol leven als hij nu was! Wie zal de heuvel dan zuiveren?"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De sfeer van het uitstralende licht van de zon, waarin zich deze aarde, de maan en nog een heel groot aantal veelsoortige, andere hemellichamen bevinden, is in zekere zin de uitstralende levenssfeer van de zon, waardoor alles wat zich binnen haar bereik bevindt, gewekt wordt tot een bepaald natuurlijk leven. Alles moet zich daarbij meer of minder voegen naar de orde van de zon, en die is dan wetgever en heerser over alle andere hemellichamen die zich waar dan ook binnen het bereik van haar uitstralende licht bevinden.
Hoofdstuk 215: De uitstralende sferen van mens en zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ook al zouden de mensen zich nog een tijdlang met voorraden van allerlei aard verder helpen, de eeuwige nacht een poosje verlichten met fakkels en lampen, en de vertrekken verwarmen met het op aarde voorradige hout uit de bossen, dan zouden mensen van deze aarde met de grootste voorraad zich in het gunstigste geval hoogstens tien jaar heel kommervol in leven kunnen houden. Maar na deze tijd zou het dan wel afgelopen zijn met het leven van alle vegetatie en alle schepselen op aarde. Geen plant zou er meer groeien en het levende zaad voortbrengen; de dieren zouden geen voedsel meer vinden en zouden van honger moeten sterven en door de te grote koude verstijven; de aarde zelf zou buiten haar baan treden en dan óf ergens tegen een andere planeet botsen, óf na vele duizenden jaren in het lichtgebied van een van de andere talloze zonnen terechtkomen. Door het licht en de warmte daarvan zou zij weer gaan ontdooien en binnen een veranderde orde weer op de een of andere wijze langzaam en geleidelijk beginnen op te leven, maar zij zou beslist haar huidige, zeer gelukkige, goedgeordende bestaan nooit meer terugkrijgen!
Hoofdstuk 215: De uitstralende sferen van mens en zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Ik heb jullie al eerder eens laten zien hoe een ziel, en tenslotte de gehele mens, door een verkeerde opvoeding alle menselijke vermogens verliest om tot een met Mij overeenstemmende staat van heerlijkheid te komen. Als je bij een kind het eerst het verstand op een bepaalde manier vormt, en de hersenen, terwijl ze nog niet voor twee derde volledig ontwikkeld zijn, toch gedwongen worden om woorden, beelden en getallen in enorme aantallen op de nog zeer zachte en ook nog waterige hersenplaatjes die bezig zijn zich te vormen, in overeenkomstige beelden op te nemen, dan worden de bovengenoemde plaatjes enerzijds te sterk gehard en anderzijds door te grote geheugeninspanningen in een totale wanorde gebracht, waardoor zulke kinderen later als jongemannen en nog later als mannen voortdurend geplaagd worden door hoofdpijn, waarvan zij hun leven lang nooit geheel verlost kunnen worden.
Hoofdstuk 227: Hersenen en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Stel dat iemand onmondige kinderen in een dicht bos achter zou laten en er zich mogelijkerwijs één of meer van hen in leven zouden houden in dat bos. Laten wij aannemen dat een jongen en een meisje het overleefden, omdat zij precies onder een vijgeboom achtergelaten werden waarvan de vruchten, die hun in de schoot vielen, hen aanvankelijk tot een bepaalde leeftijd voedden waarop zij, helemaal verwilderd, ander voedsel begonnen te zoeken! Stel dat zij opgroeiden, de volwassen leeftijd bereikten, kinderen verwekten en dat er na een paar eeuwen een volk uit hen ontstond, dat echter zonder onderricht en zonder openbaring van boven bleef!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Gedurende de tijd van zijn aardse leven bevindt zich dus de mens die zichzelf bepaalt en vormt, in het volkomen bepaalde bewustzijn van zichzelf, waarin en waaronder hij deze aardse levensproef heeft afgelegd. Binnen of buiten Mijn orde, willen wij nu in dit geval buiten beschouwing laten, want het aardse leven had hem in alle opzichten weinig plezierigs, maar des te meer bitterheid opgeleverd. Dat is dan ook de reden waarom de grote geleerden van de heidenen niemand ter wereld gelukkig wilden prijzen, en dat zij alleen diegenen gelukkig prezen, die weer in de schoot der aarde teruggekeerd zijn.
Hoofdstuk 244: De mens bepaalt zelf zijn lot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Marcus kijkt heel verwonderd naar alle kanten en ziet nu bij iedere tafel een aantal jongemannen die sprekend op Raphaël lijken en die daar de vele gasten bedienen en voortdurend van alles voorzien. Verscheidenen halen zelfs springlevende vis uit zee, snellen daarmee naar de keuken en meteen weer met reeds klaargemaakte naar de tafels; want de Moren hebben een reuze honger en bovendien werden zij ook nog geprikkeld door de heerlijke smaak van de spijzen.
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'Nu op deze wijze vrijwel onweerlegbaar en meer dan duidelijk is uitgelegd hoe alle goden zijn ontstaan en hoe hun priesters in de loop der tijd de eigenlijke, machtigste gebieders over leven en dood van hun broeders zijn geworden, zult u, geëerde heer, heer, heer, ook begrijpen hoe en waarom wij atheïsten zijn geworden! Kijk, wij die maar met weinigen zijn, hebben de duidelijke weg naar het oude, zuivere mensenverstand gevonden en zijn weer teruggekeerd naar de grote heilige moeder natuur, die voor ons een zichtbare, wonderdoende godheid is die altijd onveranderlijk volkomen ordelijk werkt, terwijl alle andere door de mond van de een of andere mens zich openbarende godheden niets anders zijn dan een bedenksel van een aan een hersenziekte lijdende, werkschuwe luilak, die van de een of ander een paar magische kunsten geleerd heeft of deze zelf heeft uitgedacht, om zich aan de blinden te presenteren als een door God verkozen werktuig, dat diens wil aan hen verkondigt.
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...