Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 14 van 724

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[18] En zo zie je, dat de vraag die je Mij stelde geheel zinloos was. Als je Mij verder nog vragen wilt stellen, vraag Mij dan betere dingen, die je meer van nut zullen zijn dan wat je me nu hebt gevraagd!'
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Wie had zijn antwoord sneller klaar dan zo'n magiër en priester, die zijn stem kon verdraaien! Al gauw hoorden de bange toehoorders uit de kameel de volgende zin: 'Ik wilde met mijn hele huis streng bij de leer van de oude vaderen blijven -en heb daardoor de nieuwe, door God opgewekte wijzen en profeten geminacht! Zodoende heb ik gezondigd en ben ik voor tien jaar in deze kameel verbannen om ondraaglijk te lijden. Geloof in de nieuwe profeten Gods, en geef hun als boete voor mijn zonde een door hen verlangd offer uit de schatten die ik heb achtergelaten; dan zullen ze bij God om genade voor mij vragen en zal ik van mijn grote kwelling verlost worden, en jullie zullen er na je lichamelijke dood van bevrijd zijn!'
Hoofdstuk 23: Over het verval van de zuivere leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen Ik buiten Genezareth met allen die bij Mij waren een eerste, tamelijk hoge en vrij liggende heuvel had bereikt, wendde Ik Mij tot degenen die Mij begeleid hadden en zei: 'jullie hebben Mij uit grote liefde tot hiertoe vergezeld, omdat jullie wel weten en geloven wie er in Mij bij jullie was en wie jullie vergezeld hebben. Blijf voortaan zo in Mijn liefde, dan zal Ik in die liefde voortaan ook in jullie, bij jullie en in jullie midden blijven, en wat jullie in deze wereld aan de Vader in Mij zullen vragen, dat zal jullie ook gegeven worden. Maar vraag niet om ijdele dingen van deze wereld, maar om de eeuwige schatten van het rijk Gods; want al het andere dat jullie nodig hebben om in deze wereld te leven, zal jullie toch wel gegeven worden!'
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Allen waren blij dat ze Mij gevonden hadden; alleen Simon Juda liep naar Mij toe en zei met een vriendelijk gezicht: 'Maar Heer en Meester, kijk, wij waren angstig en bedroefd, omdat wij niet wisten waar U deze ochtend heen was gegaan! Als U ons daar maar iets over gezegd had, zouden wij zoals altijd meteen met U mee zijn gegaan en hadden we ons geen zorgen om U hoeven te maken. Wij vragen U of U ons dat in deze vreemde omgeving niet meer wilt aandoen; maar als U volgens Uw wijsheid ergens alleen heen wilt gaan, zeg ons dan dat wij alleen moeten blijven; dan zullen wij zeker nooit tegen Uw heilige wil ingaan! Want kijk, wij hebben U boven alles lief, en daarom worden wij ongerust als wij ook maar enkele ogenblikken niet weten waar U bent en wat U doet!'
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De oudste zei: 'O Heer, Heer, dit werk zal in deze streek van de zestig steden zeer groot opzien baren, zowel bij de weinige Joden als bij de vele heidenen, en zowel in deze stad als mettertijd ook in de andere steden. Als de mensen van alle kanten hierheen komen en zien dat ons al zo lang vervallen huis plotseling in een echt koninklijke burcht is veranderd, en aan ons vragen hoe dat gebeurd is -wat voor antwoord zullen wij hun dan kunnen geven?'
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei tegen de commandant: 'Ga jij nu naar buiten naar de lawaaimakers! Ze zullen je direct herkennen en zich daardoor ook onmiddellijk realiseren waarom het huis nu zo verlicht is; dan zullen ze zich direct heel rustig gedragen, zich naar huis begeven en niet meer vragen waarom dit huis van de Joden nu zo verlicht is.'
Hoofdstuk 62: Het rumoer voor het huis van de Joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Nu zei de waard: 'Vrienden, jullie hebben volkomen gelijk dat jullie in je verbazing over de macht van God aan één stuk door zo praten en vragen stellen over onze Joodse dwaasheid en blindheid; maar nu wij met elkaar praten, zwijgen de anderen die over de ware zaak meer weten te zeggen dan wij, en dat is ook niet wijs gehandeld! Daarom zullen we een andere keer over al die dingen praten en nu de anderen laten praten en handelen.'
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, hier rechts van mij zit de man die jullie de zuivere waarheid in al haar volheid kan tonen, en Hij is ook in Zichzelf Degene aan wie alle krachten en machten van hemel en aarde gehoorzamen! Als jullie dat erkennen en inzien, zal je vanzelf wel duidelijk worden wat jullie tegen diegenen moeten zeggen die jullie zullen vragen waarom jullie samen met het aan jullie toevertrouwde volk tot het ware jodendom zijn overgegaan.
Hoofdstuk 86: De commandant onderricht de priesters over de nutteloosheid van de afgodendienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De groten der wereld laten zich lang smeken, voor ze iemand een weldaad bewijzen alsof het een buitengewone genade is; maar jullie moeten het bewijzen van een weldaad niet eerst door een van jullie naasten laten vragen. Want jullie kunnen wel God, de ware Heer en Vader van eeuwigheid, om alle goede dingen vragen, en dan zullen jullie ze ontvangen; maar broeders onder elkaar moeten zich niet om weldaden laten vragen.
Hoofdstuk 90: Hoe ware leerlingen van de Heer zich dienen De Heer in Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Wat jullie de Vader in Mijn naam zullen vragen, zal jullie ook gegeven worden, en waar ook maar twee of drie van jullie in Mijn naam vol geloof bij elkaar zullen komen, zal Ik in de geest van Mijn liefde, macht en kracht in jullie midden zijn. Wat jullie dan vol vertrouwen vragen zal Ik jullie ook geven, als datgene wat jullie vragen, bevorderlijk is voor het heil van jullie ziel.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Als jullie echter om ijdele dingen van deze wereld zouden vragen, dan zullen die jullie niet gegeven worden, zoals ook jullie een kind geen scherp mes in handen zouden geven om ermee te spelen, ook al zou het jullie nog zo smeken, aangezien jullie wel weten dat jullie kinderen zichzelf maar al te gauw en zeker met het scherpe mes letsel zouden toebrengen. .
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Als mensen uit Bethsaïda en ook van andere plaatsen naar jullie toekomen en vragen, wanneer en op welke manier jullie landje zo bloeiend is geworden, doe dan hetzelfde als wat Ik jullie aanraadde met de vreemdelingen te doen: zegen in Mijn naam degenen die zonder moeite volledig geloven, dan zullen zij die zegen zeker gewaarworden!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] De waard zei: 'O Heer en Meester, dat zie ik nu wel heel duidelijk in; maar niet minder duidelijk zie ik ook de grote moeilijkheid, die vanzelf zal optreden, als wij de een of ander die in die oude dwalingen geworteld is, geheel naar waarheid in deze natuurlijke dingen gaan onderrichten. Want ten eerste zullen wij dat heel moeilijk en gebrekkig aanschouwelijk voor hem kunnen maken zonder de passende middelen, die U er vanuit Uw goddelijke macht zonder moeite bij kon halen, en ten tweede zal iedere leek ons vragen waar wij die kennis vandaan hebben.
Hoofdstuk 130: Over de Egyptische astrologie en andere dwalingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Kijk, langs deze weg hier, die vanuit het verre morgenland naar de vele avondlanden voert, reizen gedurende het jaar talrijke mensen heen en weer! Ze hebben bij jullie weliswaar slechts zelden iets tot zich genomen -afgezien van water -en zijn hier vandaan naar Afek gereisd; maar als nu jullie landje door Mijn zegen allerlei vruchten zal dragen, veel meer dan jullie voor eigen gebruik nodig hebben, en ook jullie kudden talrijker worden, zullen jullie ook menig reiziger goed kunnen herbergen! En als hij jullie zal vragen hoe deze omgeving, waarvan hij wist dat die woest was, zo bloeiend en rijk is geworden, maak dan van die gelegenheid gebruik en toon de nog blinde reiziger het licht der waarheid uit de hemelen, en noem hem Mijn naam!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Op deze woorden van Mij zeiden allen: 'Wij kunnen een kwestie nog zo goed en naar onze mening volkomen juist uiteenzetten -maar alleen U, o Heer en Meester, hebt tenslotte toch als enige helemaal in alles gelijk! Wij zien nu volkomen in dat het verbreiden van deze natuurlijke leer heel twijfelachtig zal zijn omdat die te diep ingrijpt in de aardse voordelen van de priesters, en wij zullen ons ook niet buitengewoon haasten om die aan de eerste de beste op te dringen; maar toch vragen wij U om ons voor dat doel van de nodige hulpmiddelen te voorzien, opdat wij bij een goede gelegenheid ook op dit gebied Uw naam hoog kunnen verheerlijken.'
Hoofdstuk 131: De noodzaak om voorzichtig te zijn bij het onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...