Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 14 van 583

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[6] Dat wil niet zeggen dat jullie daarom kniesoren en wereldvreemde mensen moet worden, maar jullie moeten wijze gebruikers van de wereld worden!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Iedereen is vol van het heerlijke uitzicht en de schrijver Matthéus zegt: 'Heer als de mensen in al hun doen en laten doordrongen waren van Uw leer, dan zou een land als dit werkelijk mooi genoeg zijn om als hemel voor de mensen te worden aangemerkt! Maar als ik bedenk dat de mensen voor het grootste deel nog erger zijn dan de verscheurendste en bloeddorstigste beesten, dan zou ik hier juist God de Heer een verwijt maken, omdat Hij deze aarde zo heerlijk gevormd heeft voor zulk slecht volk!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ook de mensen, die deze aarde bewonen, zijn door Mij geschapen en die zullen en moeten nu worden herschapen!
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Matthéus zegt: 'O Heer, doe dat toch niet; want dan zullen de mensen verstijven van angst!' - Ik zeg: 'Maak je maar over andere dingen bezorgd! De mensen zullen denken, dat het een gewone zonsverduistering is, die echt wel vaker voorkomt, - en in een paar ogenblikken hebben ze de zon terug. Let nu op!' -Matthéus zegt een beetje angstig: 'Heer, moeten alle hier aanwezigen daarop niet opmerkzaam gemaakt worden?' Ik zeg: 'Laat ze maar slapen en uitrusten! Het is voldoende dat jij alleen dit meemaakt; want een schrijver moet meer weten dan degenen, die voorlopig niet bestemd zijn om te schrijven! -Let nu op, Ik zeg nu: Zon, verberg je aangezicht gedurende zeven tellen voor de hele aarde!' - Op datzelfde ogenblik wordt het stikdonker; alleen een paar eerste sterren zijn zwak zichtbaar.
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Toen Hij nu in Galilea kwam, namen de Galileeërs Hem op die alles hadden gezien wat Hij in Jeruzalem op het feest had gedaan. Want zij waren ook op het feest. Joh. 4:45) In het dal aangekomen bereikten wij al gauw een Galilees dorp, waar veel van die Galileeërs woonden, die in Jeruzalem op het feest waren toen Ik de tempel reinigde. Omdat dat nog niet zo lang geleden plaats vond, wisten die mensen het zich nog heel goed te herinneren.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Want ze zeiden: 'Wie in de tempel voor vele duizenden mensen zo'n moed ten toon spreidt, moet zich van een grote macht bewust zijn die hem van boven gegeven is! Want als een gewoon mens dat zou doen, dan zou het hem bij zo'n onderneming slecht vergaan; ook zou hij tegen de ingeroeste misstanden, die al zo lang in de tempel schering en inslag zijn, niets bereikt hebben! Maar bij U was het anders! Alsof een geweldige storm hen meesleurde, zo renden ze de tempel uit, en sindsdien is er in de tempel geen markt meer gehouden!' En Ik zei: 'En er zal in de toekomst ook geen markt meer gehouden worden, want zijn eind is dichtbij gekomen!'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Hij zal wel voor de echte kinderen en nakomelingen van David en daarmee voor alle mensen der aarde een nieuw en eeuwigdurend rijk vestigen, maar niet op deze aarde, maar boven de aarde in de hemel! Wie de profeten op een andere manier verklaart die zal in duisternis wandelen.'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Naar aanleiding van deze uitspraak gingen er verscheidene mensen weg, want ze geloofden in een aardse Messias; maar velen verzochten Mij om een nader onderricht.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bij velen ging het er echter niet in de eerste plaats om, dat ze niet genezen wilden worden van die hartstocht, maar het ging hen veel meer om de schande! Want verder waren het eerbare, geziene mensen, en het zou erg onaangenaam voor hen zijn geweest, als hun buren op deze manier hadden gehoord, dat hun lichaam zwak was. Maar ze hadden niet in de gaten, dat ze zich door na Mijn meelevende vraag te verdwijnen, wel erg bloot gaven.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Laat ze maar gaan, de blinde dwazen! Ze schamen zich voor de mensen; maar voor God, die de geheimste gedachten altijd doorziet en onderzoekt, schamen ze zich niet! - Ik zeg jullie: Dat schaamtegevoel ten opzichte van de wereld stelt niets voor! Hoelang zal dat dan nog duren op deze wereld?! Weldra zullen ze dat lichaam moeten missen, waarvan het vlees hen zoveel zoete uren geschonken heeft! Dan zullen ze naakt in de andere wereld belanden, en daar zal men hen tot in alle finesses van de daken luid verkondigen wat ze op deze wereld, hoe heimelijk ook, gedaan hebben! Een echte en blijvende schande zal hen daar zeker ten deel vallen, en die zullen ze ginds niet zo gemakkelijk kwijtraken als hier!
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg jullie in alle ernst: geile mensen, ontuchtigen en hoeren zullen niet in het rijk van God binnengaan, tenzij ze zich geheel en al bekeren van hun zeer slechte levenswandel! Want denk er om, alle andere zonden begaat de mens buiten het lichaam en hij kan zich er daarom makkelijker van losmaken - want wat uiterlijk plaats vindt, heeft niet zo'n verderfelijke invloed op de mens, als wat in hem gebeurt! -; de hoererij gebeurt echter in de mens, bederft de ziel en de geest en is daarom ook het gevaarlijkste van al het kwade! Vermijdt het daarom meer dan wat ook en ontvlucht het als de pest; want de prikkel van de wellust gebruikt de duivel als een listig middel om zijn doel te bereiken! Wee degene, die zich zo door de satan heeft laten grijpen! leder zal uiteindelijk de grootste moeite hebben om zich uit de klauwen van de satan los te maken! Onuitsprekelijk lijden en verdriet zal zijn deel zijn! Wees allen hier erg op bedacht; want anders zul je nog het moment en de dag beleven, waarop je het erg berouwen zult! Laten we nu echter gaan slapen!'
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wie is er dan bij Mij iets te kort gekomen?! Is iedereen niet iedere dag door de hemel verzadigd, zowel lichamelijk als geestelijk? Heeft er Iemand honger en dorst geleden, of heeft er soms iemand ergens anders onder geleden? Is er iemand door een wereldlijk gerecht vervolgd omdat hij. met Mij meegegaan is?! Ik zeg je: Wie gaan wil, die ga; wie echter blijven wil, die blijve! Want niet Ik heb de mensen nodig, maar de mensen hebben mij nodig! Wie Mij verlaat, zal ook door Mij verlaten zijn, en die Mij met zoekt, die zal Ik ook niet zo ijverig zoeken! - Ga nu naar buiten en breng hen dat maar over!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Afdalend van Jeruzalem komt er echter langs diezelfde weg een sterk Romeins legioen soldaten en stuit op die slapende mensen. Omdat de vermoeiden niet wakker te krijgen zijn, bewaakt men hen tot de ochtend van de nieuwe dag. Als ze dan in de ochtend ontwaken zijn hun handen geboeid, en omdat ze geen geldige reispapieren bij zich hebben, worden ze allen als gevangenen voor het gerecht te Jeruzalem gebracht en daar een week lang verhoord, tot ze zich als Jood gelegitimeerd hebben en na betaling van een boete zich vrijgekocht hebben en vrijgelaten worden.
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In iedere eeuw heb Ik op alle plaatsen waar Mijn leer ook maar enigermate geloofd werd, mannen uitgekozen en geroepen die de toedracht en de betekenis van de evangeliën aan de mensen duidelijk maakten. Deze geroepenen hebben dat altijd gedaan en ze hebben ook historisch datgene in de geschriften aangevuld, wat ten dele door de slordigheid van de mensen en ten dele door het starre denken en niet zelden door de kwade wil van de verschillende sektarische leiders en priesters van het evangelie, respectievelijk van Mijn leer, verloren is gegaan; maar slechts heel weinigen namen dat aan.
Hoofdstuk 91: De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De overste zegt: 'Als die kerels nog tien jaar zo doorgaan, dan zullen er in Judéa niet veel mensen in leven blijven. Het is maar goed dat er in hun hoge raad een gematigd persoon zit, anders was er niet lang nadat U zo dapper de tempel gereinigd heeft van het gespuis, een kolossale herrie ontstaan! Maar een echt rechtschapen man, Nicodémus genaamd, is het gelukt om deze kerels, waarvan er nu al bijna net zoveel zijn als er gras is op de aarde, in toom te houden. Het was bijna om je dood te lachen, hoe buitengewoon slim hij het voor elkaar kreeg hen te doen geloven, dat deze tempelreiniging met opzet door God werd toegelaten om Zijn dienaren daardoor veel geld te verschaffen, ten nadele van de verkopers, wisselaars en duivenverkopers, die behalve hun kleine plaatshuur nooit een offer in de tempelkas deden terwijl ze toch het meeste geld van heel Jeruzalem bezaten! De meesten waren het daar mee eens, en sommigen zeiden zelfs: 'Nu, laat die op het volgende feest maar weer komen met zijn toverkracht; we kunnen hem gebruiken!' Maar degenen, die zelf in de tempel als bijverdienste ook via vertrouwde agenten wisselhandel bedreven hadden, waren het natuurlijk met deze wens helemaal niet eens. Maar desalniettemin sta ik er toch voor in, dat U wegens een eventuele tempelreiniging bij een volgend feest door het gespuis geen haar gekrenkt zal worden; want U heeft hen de laatste keer aan een aanzienlijke som gelds geholpen. Wanneer U daarom bij een zelfde gelegenheid weer eens naar Jeruzalem zoudt gaan, sluip dan maar heel in het geheim naar binnen, anders zult U de tempel van zelf al gereinigd vinden; want deze kooplui, wisselaars en veehandelaren hebben naar alle richtingen spionnen uitgestuurd, die al Uw doen en laten in de gaten moeten houden, net zoals de ons bekende ontzettend slechte tempeldienaars dat doen. Degenen, die ik onderweg gevangen liet nemen, waren voornamelijk dat slag kerels en ik geloof niet dat er ook maar twee eerlijke bij waren!
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...