Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 14 van 1110

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[9] Ja, ze zullen ook daar lichamen hebben, maar niet deze aardse, grofstoffelijke, maar heel nieuwe, geestelijke, die zullen voortkomen uit hun aardse goede werken volgens Mijn leer die Ik nu aan jullie heb gegeven.
Hoofdstuk 54: De opstanding van het lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Een voornaam MAN UIT KAPÉRNAUM, die Simon Petrus erg goed kende, riep hem bij zich en zei: 'Beste vriend! Je weet dat ik altijd vis van je kocht en je huis zoveel mogelijk ondersteund heb; maar het duurt nu al meer dan een jaar dat jij en een aantal rechtschapen en degelijke mensen helemaal voor niets met de Nazareese profeet rondtrekken en je daardoor een hoop vijanden bij de Joden op de hals haalt. Tegelijkertijd verwaarlozen jullie je huis en je familie, en dat kan God volgens de wetten van Mozes niet welgevallig zijn! Het is wel waar dat de Nazareeër af en toe heel buitengewone tekenen doet en je bijna in de verleiding zou komen hem voor een door God gezalfde profeet te houden; maar hoor je hem daarna spreken, dan weet je niet of er iets in z'n bovenkamer niet in orde is, of dat hij opzettelijk zoveel onzin uitkraamt dat een normaal mens het niet aan kan horen, zoals bijvoorbeeld gisteren in de school. Iedereen was benieuwd naar wat hij daar zou zeggen, omdat men al zoveel over zijn werkelijk buitengewone krachten zelf meegemaakt had en veel van zeer geloofwaardige ooggetuigen had gehoord; maar zijn toespraak van gisteren was toch zo dom, dat iedereen zich daaraan wel flink moest ergeren! Waarlijk, als jullie van hem niets beters leren, dan zijn jullie ter wille van jezelf en nog meer ter wille van jullie brave gezin, erg te beklagen! -Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Omdat de aarde dus een dergelijke school is, wordt zij ook door Mij met zoveel geduld, consideratie en lankmoedigheid behandeld. Wie van jullie dat begrijpen kan, begrijpe het; maar laat hij het voor zich houden, omdat het niet iedereen gegeven moet worden alle geheimen van het Godsrijk te begrijpen. Mochten jullie echter toch iemand ontmoeten die daar mogelijkerwijs zeer geschikt voor is, dan kunnen jullie hem stukje bij beetje de verschillende geheimen openbaren, maar ook alleen maar voor hem zelf; want Ik wil dat een waar mens zich dat alles door eigen inspanning volgens Mijn leer moet verwerven.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Als het nu zo is en niet anders, kunnen jullie dan bij jezelf nog volhouden dat de mensen toen ook al zo rijp waren als nu?! Kijk nu eens naar de mensen op aarde! Hoeveel zijn er zelfs onder de joden, die waarachtig in een God geloven en werkelijk levendig op Hem vertrouwen? Zij hebben bijna allen slechts een puur traditioneel geloof, in hun hart zijn zij echter volkomen goddeloos, en het komt helemaal niet in hen op dat er werkelijk een of andere God zou kunnen zijn, -en mocht er een zijn, dan maakt die zich volgens hen helemaal niet druk om de sterfelijke mensen met hun gebeden en offers. De mensen heeft Hij alleen maar geschapen om Zijn aarde te laten bebouwen en te cultiveren. Dat is eigenlijk wat de betere joden geloven, -de slechtere geloven al helemaal niets.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En zo gebeurt er op aarde helemaal niets eigenlijk puur natuurlijk op zichzelf, maar altijd in volle verbinding met het geestelijke* (* 'het geestelijke' is een aanvulling), ter wille van een geestelijk doel; want overal staat het geestelijke doorlopend nauw in verbinding met het natuurlijke en beide werken constant op elkaar in, hetgeen jullie echter pas helemaal duidelijk zullen inzien als jullie door volgens Mijn leer te handelen in jullie geest zullen zijn wedergeboren. Maar nu kunnen we na deze gedane arbeid wel weer naar huis teruggaan; want we zullen daar ook iets nieuws aantreffen.'
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Dat gebeurde heel gewoon omdat alles tot aan de grens van Klein-Azië nu volgens de landindeling van de Romeinen bij Galilea hoort, en dus zijn we nu nog in Galilea en letten niet meer op de oude namen, maar alleen op die zoals ze nu bestaan! Dit land, dat in de tijd van Jacob en later tijdens de Richteren het land der treurnis, een land voor verbannen mensen was, is nu een land van vreugde geworden, en hoewel het vroeger klein was, is het nu groter geworden dan alle landen van het hele beloofde land. Wij zijn nu weliswaar in het oude Syrië, maar toch zijn wij in het nieuwe Galilea (G = als Sch uitgesproken, heet het 'Schalilea' = een plaats van treurnis), dat niet een land van treurnis, maar een land van vreugde en geestelijke opstanding is geworden. -Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 81: De Heer in het noorden van Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Dat zulke mensen, die langs een zuiver geestelijke weg verwekt zijn, dan ook geestelijker zijn dan mensen die via de normale weg verwekt worden, is duidelijk; want kinderen van sterke en gezonde ouders worden ook sterk en gezond, - kinderen van zwakke en zieke ouders worden gewoonlijk ook zwak en ziekelijk. Ik als mens, zoals ik nu voor jullie sta, ben geen God, maar wel een zoon van God, wat eigenlijk ieder mens moet zijn; want de mensen van deze aarde zijn voorbestemd om kinderen van God te worden en te zijn, wanneer zij volgens de erkende wil van God leven.
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Als echter de hele schepping volgens jullie nieuwe filosofie alleen maar het werk van het blinde toeval zou zijn, zouden dan de dingen in de natuur ook naar alle kanten hun huidige bestaansbestendigheid behouden? O zeker niet! Kijk, de wind kun je wel tot de meer blinde krachten rekenen, hoewel slechts ten dele! Heb je ooit wel eens gezien dat hij een bepaalde, blijvende vorm geproduceerd heeft? Hij woelt het stof op en draagt het in de vorm van losse wolken door de lucht, waar de vormen ieder ogenblik veranderen en nooit meer helemaal hetzelfde tevoorschijn komen. Kun je je de vorm van een wolk zodanig herinneren dat je bijvoorbeeld na een paar dagen zou kunnen zeggen: 'Kijk dat is dezelfde wolk die ik al een paar dagen geleden gezien heb!'?! Of kun je aan zee van de een of andere golf hetzelfde beweren?!
Hoofdstuk 87: De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar Ik heb dat leven uit God niet vanuit het moederlichaam in deze wereld gebracht! De kiem lag wel in Mij, maar die moest eerst ontwikkeld worden, wat Mij bijna volle dertig jaar tijd en moeite gekost heeft. Nu sta Ik echter volmaakt voor jullie en kan jullie zeggen dat Mij alle kracht en macht gegeven is in de hemel en op aarde, en dat de geest in Mij volledig één is met de geest van God, waardoor Ik dan ook zulke tekenen kan doen die vóór Mij nog nooit een mens gedaan heeft. Maar in het vervolg is dat geen bijzonder privilege uitsluitend van Mij, maar ook van ieder mens die gelooft dat Ik door God in de wereld ben gezonden om de mensen, die nu allen in het duister gaan, het licht des levens te geven, en die vervolgens handelt volgens Mijn leer die de mensen zonneklaar de wil van Gods geest toont, welke werkelijk volledig in Mij woont.
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] IK zei: 'Laat dat; want niemand ter wereld kan Mij iets geven wat hij niet eerst van God heeft gekregen, en dus ook jij niet! Maar leef volgens de leer die jullie allen hier gegeven werd, heb God lief boven alles en je naaste als jezelf, en houd de jou bekende geboden van Mozes en leer deze ook aan de Grieken, dan schenk je Mij het beste en waardevolste offer! En ook alle andere mensen moeten dat doen, dan zullen zij leven in de waarheid en in de genade van God, de Schepper en Vader van alle mensen!
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wie dat gelooft, en vast en zonder twijfel aanvaardt, en leeft volgens de erkende wil van God, zal ook in zichzelf weldra duidelijk ontdekken dat deze woorden, die Ik nu tot jullie spreek en heb gesproken, Gods woorden zijn en dat deze even zeker tot het bereiken van Mijn aan jullie gegeven belofte leiden, als de zekerheid dat Ik slechts door Mijn wil alles kan doen wat Ik wil. -Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Daarop zei DE EERSTE APOLLOPRIESTER, die eigenlijk de voornaamste astronoom was: 'Ik heb toch in Diathira in Opper-Egypte onder de grote zodiak in de tempel van Cronus zorgvuldig de tijdrekening, de astronomie en de wonderbare astrologie bestudeerd, en wel volgens het nieuwe systeem van de grote Ptolemaeus*, (* N.B. Dit is noch Ptolemaeus, de jongere astronoom, noch een van de koningen, maar deze voor de wereldgeschiedenis geheel verloren geraakte Pdolomeuz (veldmeter) leefde 400 jaar na de tijd van Mozes. Hij moet echter ook niet verwisseld worden met Pdolomeuz van Diathira, die de zodiak berekende. Pdolomeuz betekent zoveel als 'veldmeter', 'landmeter'. Vergeet dit niet! (J.L.) )en is dat nu opeens allemaal niets waard?! Maar wat moet men dan denken bij het zien van die fantastische sterrenbeelden aan de hemel? Moeten die dan in alle ernst geen andere en belangrijker betekenis hebben, dan dat ze alleen maar door hun schijnsel 's nachts deze aarde heel spaarzaam verlichten?! Waartoe dienen dan al die groeperingen, die altijd hetzelfde blijven? Waarvoor die verschillen in grootte en kleur? Heus, dat is toch wel een zware beproeving voor ons! Maar hoe het ook zij, wij zullen zien wat zijn leerlingen ons voor nieuws vertellen zullen!'
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE PRIESTER zei: 'Beste vriend, in de eerste plaats hebben wij jullie de kennis van de goden niet gegeven, maar jullie zijn daarin geboren en getogen, en in de tweede plaats vraag ik je nu, watje dan met ons gedaan zou hebben als wij opeens opgestaan zouden zijn en jullie duidelijk hadden uitgelegd dat jullie oude goden niets en niemendal waard waren. Wij moesten dus wat wij deden alleen terwille van jullie doen, en indien mogelijk proberen jullie oude bijgeloof aan de goden in stand te houden omdat jullie ons in het tegenovergestelde geval beslist niet erg vriendelijk te lijf gegaan zouden zijn. Zolang dus het oude geloof aan de vele goden bestond, waren wij genoodzaakt jullie als dwazen te dienen en wij waren zodoende, omdat wij toch wetenschappelijk onderlegde mensen zijn, ons loon dubbel waard.
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Waarom, zeg Ik dan tegen jullie: 'Handel volgens Mijn leer, dan zal het eeuwige leven zich vanzelf zo duidelijk mogelijk in jullie openbaren!'? En als dat zo is, hoe kunnen jullie dan nog zo blind zijn en zeggen dat die buitengewoon stoïcijnse vrouwen van deze priesters eigenlijk gelijk hadden om zo te spreken? O jullie erg blinde dwazen! Als Ik het wilde en het enig nut voor jullie zou hebben, zou Ik onmiddellijk jullie geestelijke ogen kunnen openen, en dan zouden jullie zien datje aan alle kanten door een leger van geesten omringd wordt! Maar wat zouden jullie dan zeggen? Ik zegje: Precies hetzelfde als de stoïcijnse vrouwen! Jullie zouden dan, althans innerlijk, zo oordelen:'Ja, zolang wij leven, voelen en zien, is het gemakkelijk ons iets op de mouw te spelden; maar ga maar eens naar de begraafplaatsen en maak dat de doden eens wijs, -die zullen daar toch niets meer van horen, zien en voelen!' En Ik zeg jullie: Jullie hebben volkomen gelijk; want die zijn ook zeker niet meer voorbestemd om te leven, hoewel ook in hen nog onder het gericht vallende levensdeeltjes van de ziel aanwezig zijn, die na hun volledige ontwikkeling ook eens voor een ander individu tot een vrij leven gewekt worden.
Hoofdstuk 107: Het verkeer met gene zijde. Bewijzen voor het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Als jullie dat vanaf het begin gedaan zouden hebben - toen jullie je juist door je mentor, die een volgeling van Plato was, op een heel goede weg bevonden -, dan zouden jullie ons nu niet met jullie Diogenes volledig de mond willen snoeren; want dan zouden jullie zelf al van leven vervuld geweest zijn. Maar jullie Diogenes en jullie heimelijke, grote hoogmoed hebben jullie helemaal veranderd, en daarom zullen jullie nu je innerlijke leven helemaal van voor af aan volgens Mijn hier gegeven leer moeten gaan vormen. Met veel ijver en liefde zul je weldra grote vorderingen maken; maar als je eigenzinnig blijft, zul je ook in je innerlijke doodblijven. - Hebben jullie dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...