Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30690 resultaten - Pagina 14 van 2047

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[7] Ik zei: 'jullie kunnen doen wat jullie willen, want ieder mens heeft zijn volkomen vrije wil. Maar als iemand Mij als Mijn leerling volgt om het rijk Gods te winnen, dan moet hij tot de tijd van de volledige geestelijke wedergeboorte huis, vrouwen kinderen uit liefde voor Mij verlaten; want bij het zoeken en vorsen naar het rijk Gods moet hij alle zorgen om de dingen van deze wereld alleen aan Hem overlaten die alles weet en wiens almachtige wil alles vermag. Want als een ware leerling zich aan Mijn zijde tevens druk maakt om de dingen van de wereld, lijkt hij op een landman die zijn handen wel aan de ploeg slaat, maar daarbij voortdurend achterom kijkt, niet let op de gang van de ploeg en derhalve niet geschikt is voor het rijk Gods.
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De hoofdman zei: 'Mijn mooie jonge vriend, wanneer jouw reuzenkracht af zou hangen van het feit dat jij ongeveer vier keer zoveel eet als een van ons, zou je nog lang niet zo met deze zware zuil kunnen spelen alsof je met het gewicht van een veertje te maken had; want dan zou je wel voor honderd mensen moeten kunnen eten, omdat er naar mijn mening wel de kracht van honderd mensen voor nodig is om deze zuil de baas te worden. Jouw reuzenkracht lijkt dus een heel andere oorzaak te hebben! En ik zal er waarschijnlijk niet al te ver naast zitten, als ik zeg dat achter jouw ongehoorde reuzenkracht deze Meester van alle meesters, een ware God aller goden zit! - Wat denk je van deze mening van mij?'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wanneer er bijvoorbeeld in een kleiner of groter dorp een huis in brand is geraakt, dan geloof ik dat het tijdens de brand toch hoog tijd is om degene wiens huis in brand geraakt is, te helpen blussen; want als het hem lukt om zijn huisbrand zelf meester te worden, en de helpers komen daarna pas, wanneer het grootste gevaar al geweken is, dan lijkt het mij dat hun hulp niet op het juiste moment kwam! Maar ik wil deze vraag van mij niet reeds als maatgevend zelf beantwoord hebben door wat ik nu gezegd heb, en vraag U dus om Uw mening!'
Hoofdstuk 152: Over de goddelijke orde op de geestelijke levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'O, met deze nietszeggende verontschuldiging van jullie bereiken jullie bij Mij niets! Het ontbreekt jullie nagenoeg geheel aan geloof en echt levend vertrouwen op God en daarom verhoort God jullie gebeden ook niet en slaat Hij geen acht op jullie offers. Waarom bidden jullie zelf eigenlijk niet vol geloof en vertrouwen? Omdat jullie dat te ongemakkelijk lijkt! Daarom hebben jullie in de gemeente bepaalde door de tempel gevolmachtigde voorbidders, die jullie betalen, opdat zij dit of dat voor jullie van God zullen afsmeken. Als jullie je geloof en vertrouwen aan deze huichelaars kunnen schenken, die zich voor hun voorgewende moeite altijd goed laten betalen en wier bidden en smeken jullie nog nooit hulp gebracht heeft - waarom stellen jullie je geloof en vertrouwen dan niet liever op God de Heer en Vader Zelf?
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Simon Juda zei: 'Heer, ik heb U begrepen en de andere broeders zeker ook, en het is ons nu ook volkomen duidelijk waarom U zojuist de bewoners van dat dorp, waar we doorheen trokken, niet verhoord hebt, hoewel ze U hun nood voorlegden en U om hulp vroegen, alsof U alleen maar zo'n wereldse arts was! -Maar wij lopen nu al geruime tijd, de zon begint al in de richting van de avond te gaan en ik kan nog nergens iets ontdekken wat op een huis lijkt. Sinds wij een halfuur geleden deze weg naar Jericho opgegaan zijn, ziet het er verlaten uit. Bossen en struikgewas zijn er genoeg, maar verder is er niets, en het is te begrijpen dat er zich in zo'n omgeving dieven en rovers ophouden. Heer, gaat deze weg nog lang zo verder?'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Wie zijn medemensen onderwijst, laat die hen niet alleen met wijze woorden en mooie volzinnen onderrichten, zoals ook de Farizeeën en andere valse profeten doen, maar veeleer door zijn daden en werken; dan zal hij zijn medemensen tot ware en levende navolging bewegen! Maar als hij zo of zo leert, maar zelf in strijd met zijn leer handelt, lijkt hij op een wolf in schaapskleren, die de kortzichtige en lichtgelovige schapen alleen maar om zich heen verzamelt en hun wijze lessen geeft, om hen tot een gewillige prooi voor zijn muil te maken.
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Een andere goede spreker uit de groep van dertig zei: 'Meester en overste van de machtige broeders! Maar u hebt toch enkel door het opleggen van uw handen en door de woorden die u sprak al die vele gebrekkigen in één keer genezen en één van hen zelfs de handen die hij verloren had teruggegeven, en sommigen hun ogen, neuzen en oren; dat lijkt mij nog meer dan wanneer je een dood kind, dat al zijn ledematen nog helemaal heeft uit de doodsslaap opwekt. Als jij dat gekund hebt, is het voor ons nauwelijks te geloven dat jij op dezelfde manier niet ook onze kinderen tot leven zou kunnen wekken, als je het maar zou willen.'
Hoofdstuk 204: Roclus verwijst de rijken naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De Griek zei: 'Wij Grieken, die ervaren en ontwikkelde wereldburgers zijn, houden ons allang niet meer bezig met al onze gefantaseerde goden, en de betere Joden hechten aan hun tempel van de ene God wellicht niet veel meer waarde dan wij Grieken en Romeinen aan onze veel godentempels. Deze harpspeler en zanger zong een mij niet onbekende psalm van de vroegere koning der Joden, die de tweede was in de reeks koningen van jullie volk en David heette. Het dichtwerk zit vol verborgen goddelijke wijsheid; maar wat er duidelijk in naar voren lijkt te komen is, dat de grote, machtige, dappere en ook zegevierende koning, die één God beleed, alle heidenen wilde veroveren om hen ook tot zijn geloof te bekeren, omdat dat zijn heerschappij veel gemakkelijker gemaakt en zijn aanzien bij alle volkeren sterk vergroot zou hebben. Maar of hijzelf wel zo serieus die éne God volgde als zijn gedichten doen geloven, is een heel andere vraag! Misschien wel - maar door veel dingen die hij gedaan heeft zou men ook het tegendeel kunnen denken! Maar hoe het ook zij, David was en blijft een groot en zeer gedenkwaardig man in ieder goed opzicht, en de aarde zal op maar weinig koningen van zijn soort kunnen bogen; en ik kan de zanger er alleen maar om prijzen dat hij als strenggelovige Jood de psalmen van die grote koning tot onderwerp van zijn muziek en zangvoorstellingen heeft gemaakt. Maar ondanks al zijn voortreffelijkheid is hij toch wat eenzijdig, doordat hij alleen maar de psalmen van David zingt. Als hij, net als Orpheus, ook de gewijde liederen van onze oude dichters zou willen en kunnen zingen, en als zodanig naar Athene of Rome zou komen, dan zou hij -zoals ik al eerder opgemerkt heb -grote rijkdom kunnen vergaren! Maar we zullen dat nu laten rusten en tot de hoofdzaak overgaan!
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Zo heb Ik jullie nu heel duidelijk toegelicht, waarom Ik onder de mensen op deze aarde zoveel volgens hun eigen vrije wil toelaat, wat voor de rechterstoel van de mensen mogelijk niet goed en wijs lijkt te zijn, maar in de diepste grond toch zeer goed en wijs is.
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] De Griek, die ook de vader van het blinde meisje was, zei: 'Vriend, wij willen die poging doen, zoals ik al enkele keren heb gedaan - helaas altijd zonder het minste resultaat! Maar wat kunnen wij van jullie verlangen, als jouw enig ware God misschien ook jou, vriend, in de steek laat en je verlangen niet verhoort? Want over dit onderwerp heb ik al gesproken met heel veel joden die ook heel serieus in hun God geloofden, en ieder van hen heeft mij eerlijk toegegeven dat het met het directe verhoren van de beden die jullie tot Hem richten ook allemaal niet zo gemakkelijk ligt. Maar daarmee wil ik niet in twijfel trekken wat jij beloofde te doen, omdat er in jouw woorden een heel zeker vertrouwen doorklonk. Maar als het resultaat van jouw God tenslotte toch op dat van onze god lijkt, wat dan?'
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Hoe zou eigenlijk een aarde jullie bevallen, waarop het ene ding even sterk op het andere zou lijken als het ene oog op het andere? Hoe zouden de mensen jullie bevallen, wanneer zij in alles op elkaar zouden lijken als de mussen, van wie er niet één wijzer en sterker is dan zijn buurman, die precies op hen.lijkt? Ik denk dat zo'n mathematisch gelijke wereld jullie binnen zeer korte tijd erg zou gaan vervelen. En zou dat in Mijn vrije hemelen soms anders zijn, als daar niet een nog eindeloos veel grotere verscheidenheid en veelsoortigheid zou bestaan?
Hoofdstuk 41: De leerlingen hebben een vraag over het verduisteren van de zuivere leer van Christus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Olgon zei: 'O, o, -hoe kom je daarbij?! Als jou alle macht gegeven is in de hemel en op aarde, zou je meer zijn dan Mozes en alle andere aartsvaders en profeten; want zij hebben maar een klein beetje macht bezeten op .deze aarde, zoals we in de Schrift hebben gelezen. En jij zou zelfs alle macht m de hemel en op aarde bezitten? O, zoiets heb ik nog nooit uit de mond van een mens gehoord - tenzij hij waanzinnig was. Maar dat lijkt bij jou toch met niet geval te zijn, omdat je er ten eerste niet zo uitziet en er. ten tweede niets waanzinnigs in je woorden te ontdekken valt. Als Je echt die volmaakte goddelijke macht bezit, geef ons daar dan een bewijs van, dan zullen wij Je woorden geloven en doen wat jij wilt!'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Ja, Mijn beste vriend, Ik zou je weliswaar heel veel kunnen vertellen over jouw grote Godmens, in wie de volheid van de Godheid lichamelijk woont, en Ik zou je tenslotte zelfs Zijn getrouwe evenbeeld kunnen tonen, als jij tenminste voor slechts een paar dagen je mond in bedwang zou kunnen houden; maar dat punt lijkt niet je sterkste kant te zijn?!'
Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik zei: 'Och, het is toch niet zo wonderbaarlijk om dat te zien! Hij lijkt immers heel veel op jou. Jij bent geestelijk halfblind, en deze zoon van jou op natuurlijk gebied. Uiteindelijk kunnen jullie allebei geholpen worden! Hebben de leerlingen van die grote Man, over wie je zojuist vertelde, dat ene oog van je zoon niet kunnen genezen?'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Daar kun je wel eens gelijk in hebben; maar het verbaast Me dat jij, die zelf een Galileeër bent, tot nu toe nog niets over Mij gehoord lijkt te hebben. Enkele jaren geleden kwam je toch herhaalde keren in Nazareth, in welke stad Ik lange tijd aan de zijde van de oude, jou welbekende Jozef als timmerman heb gewerkt! En daar heb je toch allerlei dingen over Mij gehoord. Herinner je je dat dan helemaal niet meer?'
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...