Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

453 resultaten - Pagina 14 van 31

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[2] Tot mijn ongeluk leerde ik bij een aristocraat van hoge komaf een van zijn dochters kennen, en wel ter gelegenheid van een bal, dat hij het officierenkorps aanbood. Ze was barones van geboorte en haar vader was bovendien schatrijk. Het meisje beviel me en ik haar waarschijnlijk nog meer. Om kort te gaan, ze raakte in vuur en vlam en gaf me ondubbelzinnig te verstaan wat ze voor mij voelde! Mijn afkomst was met dat alles moeilijk te rijmen; ik was van geboorte immers een hereboer en ten opzichte van de baron arm als een kerkrat, slechts door mijn goede eigenschappen en keurig uiterlijk en niet door verdienste was ik officier geworden. Maar echte liefde vraagt niet naar afkomst en rijkdom!
Hoofdstuk 70: Het huwelijksverhaal van de patheticus. De hulpvaardige generaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Eens gaf ik haar in alle liefde te kennen, dat zo'n leven niet goed kon zijn en dat zij mij in feite veel ongelukkiger had gemaakt dan ik haar. Dat ik in Engeland reeds admiraal had kunnen zijn, als ik niet omwille van haar mijn officierspositie had verkocht en naar Wenen was verhuisd. Toen ik haar dat in tranen zei, brak de hel helemaal los! Zonder mij één woord terug te zeggen, liep ze haastig naar haar kamer, bracht mij papieren ter waarde van tweehonderdduizend gulden en sprak: 'Hier, mijn heer gemaal, varkenshouder van geboorte, ontvang hierbij wat ik u wellicht heb gekost! Verlaat mijn woning en zoek maar een andere! Ook staat het u vrij om die twee blagen van kinderen mee te nemen, want met dergelijke schepsels, die een boerenjongen helaas bij mij in mijn verblindheid heeft verwekt, kan ik me niet bezighouden. Adieu, we zijn quitte!'
Hoofdstuk 71: Het huwelijksparadijs van de patheticus verduistert. Het ware gezicht van de echtgenote - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] O jij, oerdomme kerel van een Robert Blum! Op aarde was je een ezel en hier ben je een os! Dus in één persoon het complete vee, dat bij de geboorte van Christus aanwezig was. Nou, mooi zo! Werkelijk, jij zult het in jouw hemel nog ver brengen. Denk jij dan, koninklijke, Saksische boekenjood, dat ik niet elk woord heb gehoord van jullie beraadslagingen over de gehele oneindigheid Gods? Maar ere wie ere toekomt, of niet! De mooie Lerchenfeldse Aurora had het belangrijke voorrecht te mogen oordelen, en jullie wijze Gods-ossen en -ezels hebben het genoegen gehad te zonnebaden in haar wijsheid, net als de bladmijten in de heerlijke stralen uit de snuit van een glimworm! Ja, dat was werkelijk hemels mooi, verheven en de grote God waardig, of niet soms?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[24] Cypriaan, overmand door eerbied voor Maria, valt bijna op z'n knieën, maar Miklosch zegt tegen hem: 'Wees nu niet zo dom, beste broeder, en doe wat de Heer Zelf en onze lieve Maria je hebben gezegd'. De franciscaan zegt: 'Jij hebt gemakkelijk praten, want zo fijngevoelig ben jij zeker nooit geweest. Maar ik, die van mijn geboorte af al zo gevoelig was, dat ik over de dood van een vlieg had kunnen huilen, word hier met heel uitzonderlijke gevoelsaandoeningen geconfronteerd.'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Maar op deze wedergeboorte volgt niet tegelijkertijd de doop met de geest van de kracht, zoals ook niemand dadelijk na de geboorte een kind moet dopen, maar tenminste pas een paar dagen later, - zoals dat bij de Joden ook op zijn vroegst na de achtste, tiende of twaalfde dag gebruikelijk was. Vaak ook volgde de besnijdenisdoop veel later, en zo wordt ook hier tot de apostelen en discipelen gezegd, dat ze na Mijn hemelvaart een tijdlang in de stad samen zullen blijven, totdat de kracht uit de hoogte over hen zal worden uitgestort.
Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[13] Jezus, wiens geboorte volgens de eensluidende uitspraken van de evangelisten met allerlei wonderen gepaard ging, ja wiens hele leven eigenlijk één ononderbroken wonder was;
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zeg me eens, ervaren beschermheilige inzake geboorte-aangelegenheden, hoe vaak moet een mensenziel dan eigenlijk geboren worden voordat ze eindelijk eens kan zeggen: nu ben ik goddank voorgoed uit het laatste moederlichaam in een blijvend daglicht gekropen? Ik geloof dat bij jouw voorstelling van de hemel geen enkele ziel het ooit zo ver zal brengen. Geen wonder dat een Nicodemus, toen Christus hem iets onthulde over de wedergeboorte van de geest, zich genoodzaakt zag om te vragen of hij dan weer in een moederlichaam zou moeten kruipen. Het lijkt me dat jullie hele hemelse wijsheid uit niets anders dan uit geboorte en dood en dan weer uit wedergeboorte en dus ook uit herhaald sterven is samengesteld! Zeg ons toch eens oprecht hoe vaak je je hemelse vroedvrouwenwerk nog voor ons zult verrichten, voordat we het werkelijke gezichtsvermogen terugkrijgen? Licht, licht, vriend de vroedvrouw! Dan zal alles zonder veel verloskundig werk beter gaan, want zonder licht is al het gezwets oudewijvenkoek! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Ik wil daarmee echter niet zeggen dat kinderen die spoedig na hun geboorte sterven, niet het eeuwige leven kunnen verkrijgen, want met de aardse geboorte en rijpheid heeft deze gelijkenis niets te maken. Hier gaat het om zielen, die op aarde in Mijn genadelicht reeds buitengewoon mooi gebloeid hebben en in het begin het sap des levens gretig hebben opgezogen. Toen daarop evenwel de noodzakelijke tijd van beproeving kwam, hielden zij hardnekkig hun voedingsorganen gesloten en weigerden steeds het werkelijk wrang smakende zout des levens op te zuigen. Het gevolg daarvan was al spoedig de volledige afscheiding van de hen voedende twijgen, waarop de op geen enkele manier meer tot leven te brengen dood volgde. Daarom laten we zulke vruchten doof en blind hun korte leven genieten; voor hun volledige nietigheid duurt het altijd nog lang genoeg.'
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Er worden wel wonderlijke dingen verteld over zijn geboorte, ook hoe er toen hogere geesten zichtbaar naar de aarde zijn afgedaald en hoe deze de mensheid over zijn goddelijkheid zouden hebben onderricht. Ik vraag me echter met hetzelfde recht af: Hebben ook wij daarvan ooit iets gezien? Ik in ieder geval niet! Jij misschien?
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Merkwaardig, merkwaardig - en toch is het waar: in wat voor dwalingen verkeerden wij toch allemaal en merkten niet, dat wij al vanaf onze geboorte helemaal van de duivel waren! Door de doop zouden wij van de oerdomme erfzonde bevrijd moeten worden, zodat wij daardoor tot kinderen Gods werden. Mooie Godskinderen - God sta ons bij! In plaats van uit de hel zijn wij alleen maar letterlijk de hel in gedoopt!
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] BOREM zegt: 'O ja, maar al te goed en bijna te duidelijk! Maar luister nu verder! De oude mensen die van nature dom waren, kwamen wegens hun meestal hoogadellijke geboorte ook niet tot een ander dan het paaps aristocratisch licht. Daarom zagen ze ook alle paapse roepingen meestal voor echt hemelse aan en verkochten hun dochters met een grote bruidsschat aan zulke papen. Deze oude mensen zijn nu nog veel te dom, om tot op de bodem van hun eigen domheid door te kunnen dringen. Daarom lopen ze daar nu op rond als ezels op het ijs en vallen voortdurend - uitgezonderd de ene, die iets verstandiger is en zijn domheid meer dienstbaar heeft gemaakt dan de anderen. - Begrijp je dat ook?'
Hoofdstuk 81: Het verdwijnen van de kikvorsen in de zee en het op de zee wandelen van de zoekende ouders - Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg tegen hem: 'Vriend, broeder, heb je op aarde nooit iets gehoord of gelezen over de verschillende soorten van geboorte van mensen en dieren? Zie, elk wezen beschikt, behalve het oog, al in het moederlichaam over zijn zintuigen. Het voelt, het proeft, het ruikt; ook het oor is geopend. Maar het oog wordt pas geopend na de geboorte. Daarom is ook bij de geestelijke wedergeboorte het openen van de deur naar het Licht ofwel het openen van het geestelijke oog het laatste. Want voor iemand wil zien, moet hij daarvoor goed voorbereid zijn.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Als jullie de mensen van de door jullie zogenoemde Heilige Dwaalster zo bekijkt, en bedenkt wat ze moeten doorstaan om aan hun toekomstige, weliswaar hoogste roeping te beantwoorden, zeg dan eens, als jullie je met hen vergelijken, of ze door jullie te benijden zijn? Of zouden jullie dit alles willen doorstaan om eventueel dat te worden, wat zij vanaf hun geboorte nog lang niet zijn en ook nooit kunnen worden, als ze niet voldoen aan alle moeilijke voorwaarden volgens de strenge wetten, die hun rechtstreeks onder de strengste sancties door de allerhoogste Godsgeest zijn gegeven?!'
Hoofdstuk 146: Moeilijke voorwaarden voor het bereiken van het kindschap van God op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] De grote hardheid en schraalheid van de grond dwingt de arme mens zijn brood in het bloedige zweet zijns aanschijns door arbeid te verwerven. Omdat deze zware arbeid sommigen, die vanaf hun geboorte van nature reeds minder flink zijn, niet aanstaat, gaan ze bedelen. Of als ze machtig genoeg zijn, ontnemen ze de werkzamen ook wel met geweld hun voorraad en gebruiken die.
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Maar jullie leven tot nu toe kan buitengewoon gemakkelijk en zorgeloos worden genoemd! Het kost jullie nergens strijd, nergens moeite en inspanning. Vanaf de geboorte tot aan jullie vrijwillige uittrede uit je lijfelijk leven kennen jullie geen noemenswaardige onvolmaaktheid en daarom ook geen zelfverloochening.
Hoofdstuk 178: Petrus' voorstel om te danken en te bidden - Uhrons veelzeggende afwijzing van een smeekbede tot God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...