Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 14 van 2415

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[2] Als alle mensen even ijverig waren en ook dezelfde talenten zouden hebben, dan zouden zij elkaar al gauw helemaal niet meer nodig hebben; daarom hebben reeds kinderen van ‚‚n en hetzelfde ouderpaar verschillende talenten en verschillende begaafdheden. De opvoeder moet deze echter goed kunnen beoordelen en de kinderen dan ook in overeenstemming met hun talenten en begaafdheden onderricht geven, dan zullen zij allemaal naar het juiste doel geleid worden.
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Na enkele ogenblikken viel hij voor Mij op zijn knieën en zei met een zeer ontroerde, maar toch mannelijke stem (de genezen blinde): 'Heer, wie u ook mag zijn, dat weet ik niet, maar dat u mij nu ziende gemaakt hebt, dat weet ik! Daar is meer voor nodig dan arts te zijn op onze menselijke manier. U heeft geen zalf gebruikt, u raakte mijn ogen met geen vinger aan, maar alleen door uw wil werd ik ziende. Heer, dan moet u wel vervuld zijn van Gods geest, zoals de oude en grootste profeten! ja, heer, u heeft mij nu wonderbaarlijk genezen; maar wat moet ik als arm mens daarvoor terug doen?'
Hoofdstuk 131: Op weg naar Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Vertel onderweg naar jullie vaderland niemand over Mij; want waar het nodig was, en waar Ik wist dat voor Mijn leer rijpe mensen woonden, ben Ik Zelf al met woorden en tekenen geweest, en meer hebben zij nu niet nodig; wanneer het echter tijd is, zal Ik Mijn geest over hen uitstorten, die hen dan in alle waarheid zal leiden. Kortom maak onderweg in ieder geval geen gewag en geen nodeloze ophef van Mij! Maar thuis kunnen jullie je volk goed onderrichten; spreek echter ook daar niet te veel over de tekenen, maar houd vooral alleen Mijn leer voor ogen! Want het heil voor de mensen ligt immers niet in de tekenen, die Ik heb gedaan maar in Mijn leer, en voornamelijk in het praktisch toepassen daarvan in het leven!
Hoofdstuk 165: De Heer zendt de slavenhandelaren naar hun eigen land terug - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik bedoel: voor het verkrijgen van het eeuwige leven van de ziel na het verlaten van het lichaam zou welhaast ieder hondenleven goed genoeg zijn geweest. Waarom zou je daarvoor mensen opvoeden en geestelijk opleiden?! Voor het verkrijgen van de zekere eeuwige dood van de ziel van een mens na de dood van het lichaam heeft de mens niets anders nodig dan dat hij, evenals de dieren, zijn dagelijks eten heeft. Waarom zou je hem dan leren denken, oordelen en redeneren? Dat vergalt immers onmiskenbaar zijn miserabele bestaan! Alle nu helaas geestelijk gewekte mensen zouden zelfs alle kinderen onmiddellijk na hun geboorte moeten wurgen, opdat deze later wanneer ze volwassen, en denkende, van zichzelf bewuste mensen zijn, niet meer met allerlei zaken geplaagd worden en ook nooit meer hoeven te vrezen, dat ze het vaak toch zoet smakende leven uiteindelijk voor eeuwig moeten verliezen.
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Een van de gematigde Farizeeën zei nu weer: 'Meester, ik en nog meerderen van ons, zien wel in dat u een geweldige leraar bent en vrij en open spreekt zonder enig aanzien des persoons, en het is ook geheel en al waar dat aan ieder mens de juiste weg tot het leven door de profeten is geopenbaard! Wel, aan deze openbaringen zouden de mensen toch ook meer dan voldoende hebben; waarom wordt het dan toegelaten dat er nog aardse koningen en machthebbers met hun eigen slechte wereldse wetten komen en daardoor de arme, zwakke mensheid nog het meest schade toebrengen? Volgens mij zou dat echt niet nodig zijn. Want hoe de mensen volgens de wil en de onveranderlijke orde van God moeten leven en handelen, is in de openbaringen immers volledig uiteengezet. Waartoe worden dan nog die al te heers en hebzuchtige vorsten, koningen en nu zelfs keizers toegelaten?'
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zegje: wanneer er zo'n dienst wordt gehouden ter ere van God en God daar in Zijn allerhoogste wijsheid vreugde aan zou beleven, zou Hij geen God zijn, maar evenals de dienstdoende priester een blind dom mens vol hoogmoed en vol heerszucht. Hoe kan iemand de ware God daartoe instaat achten, die door Zijn eeuwige liefde, wijsheid en macht toch alles uit Zichzelf geschapen heeft en door Zijn eeuwige goedheid en erbarming ook alles eeuwig doet voortbestaan? Waar is in Gods hele oneindigheid een wezen, dat zich met succes tegen God zou kunnen verzetten en het tegen Hem zou kunnen opnemen? Alles wat de eindeloze scheppingsruimte bevat, is immers Gods gedachte en wil! Als God deze aarde niet meer zou willen laten bestaan, wanneer ze met Hem zou willen strijden, hoeft Hij immers maar te willen dat ze niet meer bestaat, en ze is er niet meer! En daarom heeft God van de mensen, die Hij tot Zijn ware kinderen wil maken en opvoeden, geen andere verering nodig dan dat ze Hem als een ware, heilige Vader boven alles liefhebben en altijd graag doen wat Hij hun als Zijn wil te kennen geeft.
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: ' Als dat raadzaam zou zijn en heilzaam voor de mensen, zou God de priesters niet nodig hebben, maar zou Hij ook de bomen en de stenen kunnen laten spreken, wat nog meer teweeg zou brengen bij het volk. Maar in beide gevallen zou dat niet alleen geen nut hebben voor de vrije wil van de mensen, maar het zou de vrije ontwikkeling van het innerlijke zelfstandige leven van de ziel alleen maar schaden; want als opeens al jullie priesters voor het nu nog grotendeels bijgelovige volk, dat zijn overtuigingen op onwaarheden baseert, luidkeels zouden beginnen te prediken tegen de oude goden en afgodsbeelden, zou het volk hen voor vijanden van hun oude goden aanzien, hen grijpen en wurgen. Maar wanneer bomen en stenen het volk zouden onderwijzen, zou daardoor een enorme dwang uitgeoefend worden op hun bewustzijn en hun wil en dan zou het volk ook al gauw alle afgodsbeelden en hun priesters te lijf gaan en hen vernietigen.
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] U alleen bent echter meer dan almachtig genoeg en hebt de hulp van Uw talloos vele engelen niet nodig en nog minder die van onze Romeinse legers; dan is het voor U toch heel gemakkelijk om de heimelijk tegen U werkende vorst van leugen en duisternis voor eeuwig zijn boosaardige praktijken af te leren! Wat doen wij mensen namelijk met een totaal onverbeterlijke misdadiger? Als terechte straf werpen wij hem in een zogenaamde eeuwig gevangenis, of wij brengen hem volgens de wet ter dood! Want een mens, die eenmaal een volmaakte duivel is geworden, kan veel beter van de aarde verdwijnen, dan dat hij voortleeft tot groot onheil van andere, betere medemensen. Doet U, o Heer en Meester, ook zo met de vorst van de leugen en de kwade levensduisternis, dan zal er rust en orde en waarheid, liefde en gerechtigheid op aarde heersen onder de mensen!'
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wanneer je dus leraren zult aantreffen, die op die wijze volgens Mijn wil de leer van de komst van het rijk Gods onder de mensen zullen verbreiden, kun jij en iedereen hen als echte en volledig waarachtige leraren beschouwen; waar echter leraren, weliswaar in Mijn naam, uit Mijn leer munt willen slaan, en het hun te doen is om geld en andere schatten, houd hen dan voor valse en nooit door Mij geroepen verbreiders van Mijn leer! Want Mijn ware leerlingen en verbreiders van Mijn zuivere leer zullen in aards opzicht steeds arm zijn, net als Ik, maar daarom in geestelijk opzicht meer dan rijk; want zij zullen het niet nodig hebben om zich Mijn leer en Mijn woorden door tijdrovend leren van een voorganger eigen te maken, maar Ik zal Mijn leer en Mijn wil in hun hart en in hun mond leggen.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wat echter de heidense priesters betreft: hun eigen duisternis begint reeds erg op hen te drukken, en velen verlangen naar een mogelijk beter en waarachtiger licht. Velen trekken daarom van tijd tot tijd naar Egypte, om daar van de een of andere wijze meer licht te krijgen over de bestemming van de mens. Daarom staat het er eigenlijk niet zo slecht voor met het heidense priesterdom als jullie je voorstellen, en vanwege deze omstandigheid heb Ik hen niet speciaal vermeld; omdat jullie je daar echter onoverkomelijke moeilijkheden bij hebben voorgesteld, was het dan ook nodig om jullie gedachten daarover te corrigeren.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Wanneer jullie echter in het vervolg zulke bezetenen zullen aantreffen, moeten jullie hun in Mijn naam de handen opleggen, dan zullen de slechte geesten de bezetene verlaten. Mochten jullie echter iemand tegenkomen die door een hardnekkige geest bezeten is, bedreig dan die geest, dan zal hij onmiddellijk gehoorzamen aan wie hem ernstig en in vol geloof in Mijn naam bedreigd heeft! Want waar Mijn leer door jullie aan de mensen verkondigd wordt, is het niet meer nodig dat ook de duivels vanuit het vlees van een bezetene het geheel vervallen geloof bij de mensen moeten oprichten. Waar engelen onderwijzen, moeten de duivels op de vlucht gejaagd worden!
Hoofdstuk 32: De Heer verklaart het wezen van bezetenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Uit wat er tot nu toe gezegd is kunnen jullie nu allemaal wel met jullie hele denken en met verlicht verstand inzien hoe het zit met satan en zijn duivels, en het is voor jullie niet meer nodig om daar verder nog iets over te vragen. - En zeg jij nu, schriftgeleerde, of jij dat allemaal ook goed begrepen hebt!'
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Welnu, ik als Romein ken die genoemde vrouw absoluut niet, ik weet ook niet waar ze woont en ken haar naam niet, dus kan ik ook niet weten of ze arm of rijk is en geldelijke ondersteuning nodig heeft. Maar als ze wellicht toch tot de klasse der armen zou behoren, wat ik als het meest waarschijnlijke kan aannemen, dan zou ik haar graag via vriend Lazarus uit oprechte menselijke dankbaarheid een geldelijke ondersteuning willen geven, wat zeker rechtvaardig en billijk zou zijn; want vriend Lazarus zal waarschijnlijk wel weten hoe het met deze vrouw is gesteld. Het verbaast mij zeer dat ze ons niet nog een keer bezocht heeft hier op deze berg van heil. Zoals ik mij herinner moet ze wellicht in Emmaüs U, o Heer en Meester, hebben willen zoeken en heeft ze tevoren hier geïnformeerd naar Uw verblijf, maar daar niets over gehoord, en zodoende is ze waarschijnlijk ook helemaal niet hierheen gekomen. Maar wij zijn nu alweer enige dagen hier, en het verbaast me opnieuw dat ze niet meer is komen opdagen!'
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik zeg jullie: van een dergelijke eventueel vastgestelde tijd en uur weet ook geen engel in de hemel iets af; dat weet alleen de Vader in de hemel! Want de hele schepping is Zijn grootse gedachte, die echter geen gedachte van tijd, maar een eeuwige gedachte is, en tevens de almachtige drager en behouder ervan. Ik heb jullie onlangs immers nog gezegd dat uiteindelijk al het materiële eenmaal tot iets zuiver geestelijks, maar als zelfstandig bestaand, veranderd wordt, en het is dus niet meer nodig om jullie daar nog meer over te zeggen.
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Het zou wel uitermate goed zijn voor de mensen, hoewel het voor het bereiken van de zaligheid en het eeuwige leven niet absoluut noodzakelijk is; want bij Mij en zodoende ook in de hemel is er oneindig veel meer vreugde over een zondaar die boete doet en zijn leven werkelijk betert, dan over negenennegentig rechtvaardigen die nooit boetedoening nodig hebben gehad, zoals Ik jullie al eens gezegd heb. Doe daarom wat Ik jullie leer, dan zullen jullie leven; want Ik, die dat tegen jullie zeg, ben meer dan alle engelen van de hemelen, en derhalve zeker ook Mijn leer!'
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...