Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1957 resultaten - Pagina 14 van 131

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[6] Maar de jonge. LEERLING zegt tegen hen: "Vrienden, dankbaarheid voor een goede dienst is goed als daar een goede reden voor is. Als de reden echter niet helemaal goed is, of liever eigenlijk meer slecht dan goed, is ook alle nog zo grote dankbaarheid geen haar beter dan de reden zelf!"
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] SUETAL vraagt nog een keer aan Raphaël: "Kun jij, beste jonge vriend, mij dan niet vertellen wie de goede vriend eigenlijk is, die nu gaat spreken?"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] SUETAL zegt: "God zij daarvoor geprezen, want, ik in ieder geval ontwaar nog enige lege plekken in mijn maag! De vis die ik daarnet at behoorde niet tot de grootste en brood was er eigenlijk ook met zo overvloedig op onze tafel en daarom kan zo'n aanvulling alleen maar zeer gelegen komen."
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als je een bloem beschouwt, geniet je zeker van haar mooie vorm. Maar wat heb je aan die vreugde, want die is toch net zo vergankelijk als de bloem die haar teweegbracht?! Maar de kracht van de bloem moet neerslaan in het binnenste van het omhulsel waarin het levende zaad wordt bewaard en verzorgd, en zo moet ook jullie uitwendige vreugde verwelken, en haar kracht moet afdalen naar de oerbasis, waar het eeuwige, geestelijke leven wordt bewaard en verzorgd. Dan zal daaruit tesamen met de geest een eeuwigdurende vreugde over diens ware, innerlijke schoonheid ontstaan die geen rijp op enigerlei wijze meer zal kunnen deren.
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, de jongen heeft ons, naar mijn mening niet geheel zonder reden - doof, blind en dom genoemd, en ook de ezel die hij eerder naast ons neerzette, liet ons eigenlijk hetzelfde zien!
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] RIBAR zegt: "Dat is zeker een belangrijk bezwaar waar ik ook geen antwoord op weet. Maar toch schiet me nu iets te binnen: Kijk, de meester kan de jongen slechts met betrekking tot deze tijd als de jongste van zijn leerlingen voorgesteld hebben, omdat deze jongen zich misschien pas een paar dagen in een aards omhulsel in het gezelschap van mensen bevindt!"
Hoofdstuk 77: God laat Zich alleen door de liefde kennen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] En RAPHAËL zegt, eigenlijk alleen vanwege de gasten: "Heer, ineens of vertraagd?"
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dan zegt RAPHAËL: "Dat heb ik niet nodig!" en op dat ogenblik verdwijnt hij. Allen schrikken, in de mening dat de jongen in het water is gesprongen en nu, als een vis zo snel, door het water op de schepen af zal schieten. Want velen wisten nog niet dat Raphaël eigenlijk een engel en daarom een zuivere geest was. Velen hielden hem voor de opvoeder van Josoë, terwijl hij alleen maar de opvoeder van Jarah was. Maar omdat hij zich hier meer met Josoë dan met Jarah bemoeide, zagen velen hem hier als een jonge opvoeder van Josoë.
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O ja, zulke gevallen kunnen zich zeker voordoen, bijvoorbeeld: Als een man een vrouw trouwt, die er heel aantrekkelijk vrouwelijk uitziet, maar in de huwelijksnacht tweeslachtig blijkt te zijn. In zo'n geval kan, als dat geëist wordt, het huwelijk meteen worden ontbonden. Maar het is natuurlijk wel zo: Zonder klagers zijn er ook geen rechters op aarde. Voor dit soort gevallen zou er eigenlijk een wet moeten zijn tengevolge waarvan zo'n huwelijk helemaal niet mogelijk is, en waarbij degene, die van zichzelf wel weet dat hij niet deugt voor een huwelijk, als bedrieger ter verantwoording geroepen en tot schadevergoeding veroordeeld kan worden. Maar wat hier gezegd is van de vrouw, geldt ook als de man niet volledig man is. Als de vrouw hem verlaat en met een ander trouwt begaat zij geen echtbreuk.
Hoofdstuk 70: Wanneer echtscheiding geoorloofd is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Intussen ging de engel naar de twaalf, waarvan SUETAL de eerste is die zich erg over Jarah verwondert en die zegt: "Luister nu eens, schone jongeman, wat heeft dat meisje, dat nauwelijks veertien lentes telt, nu met de wijze Griek? Zij schijnt wel tot over de oren verliefd te zijn op de goede man!? Toen je naar binnen ging, dacht ik dat je de Meester der Meesters te voorschijn zou halen, maar toen bracht je dit verliefde meisje! Dat viel erg tegen! Is dat soms ook al een wonderdoende leerlinge van de grote meester en heeft zij in het huis soms in een geheime kamer les gekregen? Waarlijk, er duiken bij jullie steeds maar verschijnselen op waardoor men in plaats van wijzer, alleen maar dommer wordt, hoe meer je er goed over nadenkt. Aan de ene kant ongelooflijke wonderen, aan de andere kant meteen weer gewone, menselijke verschijnselen. Zeg jij me nu maar hoe een eerlijk mens van ons soort dit kan bevatten. Zoals ik nu ook werkelijk niet begrijp, waarom wij de grote Meester, die zich eerst door middel van de wijze Griek letterlijk aan ons op wilde dringen terwijl wij hem eigenlijk, naar waarheid, helemaal niet wilden zien, zich nu helemaal niet Iaat zien! Wat hebben we dan gedaan dat wij zo lang moeten wachten, of zullen we hem tenslotte helemaal niet te zien krijgen!"
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Vanaf dat ogenblik houdt SUETAL Mij heel opmerkzaam in de gaten en daarnaast ook het doen en laten van alle andere gasten, en hij zegt na een. poosje tegen Ribar: "Broeder, ik geloof dat je werkelijk gelijk hebt: hij moet het ongetwijfeld zijn! Want aan alle gezichten kun je duidelijk zien, dat zij hem zonder meer als de leider van het hele, grote gezelschap vereren en dat zelfs de opperstadhouder niets durft te doen zonder zijn toestemming! Als deze schijnbare Griek in werkelijkheid slechts de naaste en meest wijze vriend van de grote meester zou zijn, zoals hij zich eigenlijk ook bij ons heeft geïntroduceerd, zou men hem in dat geval dan óók zoveel aandacht schenken!? Als hij zich voorheen aan ons maar niet als een zeer intieme vriend van de grote meester had voorgedaan, dan zou ik hem allang als de grote meester hebben begroet! Maar het zou toch ook vreemd zijn geweest, als wij de brave man voor iets anders gehouden zouden hebben dan waarvoor hij zichzelf heeft uitgegeven. Je kunt toch met recht van de zo van Gods geest doordrongen man aannemen dat hij met ons, argeloze Joden, geen verstoppertje zal of wil spelen!?"
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] RIBAR zegt: "Wat jij nu bij de jongeman hebt opgemerkt, is mij al eerder bij hem opgevallen. Maar ik heb, weet je, persoonlijk ook eerder bij het eten van zijn acht vissen iets heel vreemds gezien, namelijk dat hij eigenlijk geen vis op de normale manier met de mond heeft gegeten zoals wij. Hij bracht de vis slechts tot aan de mond, -en dat was alles! De vis verdween met huid en graat, en zo ging het ook met het brood en de wijn! Alles verdween op het moment dat hij het aan zijn lippen bracht! Ik voelde mij naast hem helemaal niet op mijn gemak! Waarlijk ik heb heel ongemerkt een paar maal onder de tafel naar zijn voeten gekeken, maar die waren steeds zo gaaf en hemels mooi als ik ze nog nooit in mijn leven bij een jong meisje, laat staan bij een jongen heb gezien! Dat kalmeerde mij weer en ik zou, als ik mij daarvoor niet gegeneerd had, zijn wonderbaarlijk aantrekkelijke, mooie voeten met veel vreugde een eeuw lang steeds maar door hebben kunnen bekijken en bewonderen! Voorwaar, als er nu een engel uit de hemel zou komen, kon hij onmogelijk op nog mooiere voeten staan!"
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Kijk, bij Ribar is het geestelijke, al is het nog ongezuiverd, al met zijn lichaam verweven. Iets schoons en in zijn aard volkomens trekt hem dan ook meteen aan omdat al het uiterlijk schone innerlijk blijkbaar zijn oorsprong vindt in een gevorderde, geestelijke ontwikkeling. Daarom is het in zekere zin uiterlijk verliefd worden op een mooi voorwerp weliswaar een woordeloos, maar toch geestelijk wederzijds herkennen en verwarmen. Alleen moet het zo vroeg mogelijk al aan een goede leiding worden toevertrouwd, waardoor het in zekere zin naar de eigenlijke levensgrondslag wordt teruggeleid. Dat is niet zo moeilijk, omdat de werkelijke levensgeest, die zich manifesteert door de liefde, het eigenlijk intelligente leven in de mens is en zodoende datgene wat met zijn natuur en orde overeenkomt, gemakkelijk begrijpt en in de praktijk toepast."
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: "Vriend, je bezit veel natuurlijk inzicht en beoordeelt het gebeurde, dat voor jou een wonder lijkt, wel met een juiste instelling, maar je moet de mensen niet te ver beneden jouw goden stellen, want Ik zeg je: Alle goden, die je als zodanig kent en vereert, zijn eigenlijk helemaal niets vergeleken bij een mens die met de ware Geest van God is vervuld.
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Zoals echter jullie Ceuz of Jeupitar alleen maar een naam zonder betekenis voor je is omdat jullie geen kennis hebben van de oorspronkelijke betekenis van deze benaming, evenzo en vaak eigenlijk nog nietszeggender en zodoende nog meer betekenislozer zijn de loze namen van al jullie andere goden en godinnen.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...