Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 14 van 32

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[9] Maar het duurde weer niet lang, ofhet volk verviel in zijn oude zonden en kwaad, en God plaatste het geleidelijk in de omstandigheden waarin het nu, zoals het verdiend heeft, zit en zucht en klaagt.
Hoofdstuk 115: De goddelijke leiding van het j oodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Of men zou al het water in steen moeten veranderen! Maar waar zullen in dat geval alle levende schepselen, zoals planten en dieren, hun belangrijkste en allernoodzakelijkste voeding dan vandaan halen? Opdat de zee echter blijft zoals ze is, evenals alle andere wateren, moeten ook de winden en de stormen blijven, waardoor de zee constant in onrust en de daaruit voortvloeiende werkzaamheid in stand gehouden wordt, opdat ze haar levenszout niet naar de bodem laat zakken en vuil wordt en gaat stinken als de pest.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Jij hebt goed en juist gesproken. Wat nu hier op de materiële wereld gebeurt, zal de tot nu toe sterk verkommerde geestenwereld waarlijk niet onthouden worden. Maar er zijn nu heel veel mensen die in levende lijve in de graven van de levensnacht op de diepe bodem van de grote zee van waanvoorstellingen begraven zijn; aan hen zullen jullie het evangelie wel verkondigen en dan zullen er ook velen uit hun oude graven komen en het licht des levens zien, en die zee zal haar gevangenen prijsgeven.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Jozua, die evenals zijn priesters een zuiver en van Gods geest vervuld mens was, had de inwendige, vernietigende uitbarsting van die plaats wel kunnen voorkomen; hij heeft de slechte natuurgeesten voor altijd steeds verder van deze plaats verbannen en hun voor hun activiteit een plaats onder de bodem van het water van de Dode Zee toegewezen. Maar desondanks moest hij de mensen heel nadrukkelijk verbieden om op die gevaarlijke plaats ooit weer een stad te bouwen, wat tot op de dag van vandaag ook in acht genomen is en ook in de toekomst in acht genomen zal worden.
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En kijk, wat Ik jullie daarop zeg, is: Ik wil niet dat het zo gebeurt en Ik zou de middelen en mogelijkheden hebben om Mijn kinderen ook zonder dat, wat er nu gebeuren zal, te verlossen en zalig te maken; maar de slechte mensen willen het zo en daarom laat Ik dan ook toe dat het zo gebeuren kan, opdat juist daardoor ook vele godslasteraars zich tot berouw, boetedoening en echt geloof in Mij mogen bekeren! Want het gebroed in de tempel zegt en schreeuwt voortdurend: 'Laten we hem toch grijpen en doden! Wanneer hij weer zal opstaan uit het graf, dan zullen ook wij in hem geloven!' Zij willen Mij dus aan deze laatste proefonderwerpen, en zo zij het dan tenslotte ook toegelaten. Daardoor zullen er ook velen die nu nog volkomen blind zijn ziende worden en in Mij gaan geloven; maar degenen die tot op de bodem slecht zijn zullen daardoor de maat van hun zonden vol maken en in hun gericht en eeuwige dood vallen.
Hoofdstuk 149: De Heer maakt Zijn aardse toekomst bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] En kijk, omdat wij de stem van de Farizeeën als de stem van God beschouwden, werden wij dan ook dieven en rovers, zonder daar een gewetenszaak van te maken; want wij bestalen en beroofden de heidenen - zoals wij aanvankelijk geloofden - immers in opdracht van jehova, zoals ook de grote koning David in opdracht van God de Filistijnen en andere slechte heidense volkeren van de bodem der aarde moest uitroeien, en God hem dat zeker als een verdienste aanrekende omdat Hij hem de man naar Zijn hart noemde!
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Dan zij het zoals jullie geloven! - Jullie hart, geest en wil waren net zo woest en verlaten als deze streek, en jullie volkomen gebrek aan geloof bracht de hardheid van jullie hart teweeg, dat volkomen leek op de steenachtige bodem van deze woestijn. Maar Ik heb in jullie hart een machtige storm opgeroepen en heb het zachter gemaakt door de geopende hemel in jullie zelf, door de waarheidsbliksem van Mijn woorden, door de stormachtig macht van Mijn aan jullie getoonde wil en tenslotte door de geweldige stortregen van Mijn liefde en erbarming; en Ik heb jullie ook weer bezaaid met velerlei waarheid uit Gods mond, die jullie de meest waarachtige vruchten des levens zal opleveren, als jullie daarnaar zullen leven en handelen. Zoals Ik nu in zeer korte tijd allerlei voedsel voor het eeuwige leven van de ziel in jullie heb gezaaid, zo is nu ook deze woestijn bezaaid met allerlei voedsel om jullie lichaam te voeden.
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Op deze woorden van Mij, die de waard verrast deden opkijken, plaatste hij zijn zoon voor Mij en zei (de waard): 'Hier is mijn zoon, vriend! Probeert ook u nu of het u zal lukken hem ziende te maken!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De belangrijkste woordvoerder zei: 'Zo - dat is dus de ware gedaante van onze aarde en die kleine die van de maan! Welnu, die van de maan is gemakkelijker te begrijpen dan die van de aarde; want als de aarde rondom bewoond is -zowel aan de onderkant als aan de bovenkant -hoe kan het water dan tegen de vaste bodem van de aarde blijven, en hoe kunnen de dieren en mensen aan de onderkant van de aarde dat, zonder dat ze eraf vallende eeuwig diepe ruimte in? Bovendien draait de aarde in ongeveer 25 uur om haar eigen as, waardoor dag en nacht ontstaan; en ook wisselen boven en beneden elkaar voortdurend af, daarom is het des te moeilijker te begrijpen dat het water en alle andere vrije lichamen niet van de aarde afvallen.
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar nu zou ik toch van die jongeman zelf wel willen horen, hoe het water en al die vrije lichamen aan de onderkant van de aarde tegen de vaste bodem daarvan kunnen blijven, zonder eraf te vallen!'
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop kwam Rafaël met de Farizeeën en de vier Indo-joden naar onze weetgierige Samaritanen toe en zei: 'Jullie willen zo heel graag begrijpen hoe het water en de vrije lichamen niet, zoals jullie zouden veronderstellen, van de aarde af kunnen vallen, maar aan de vaste bodem ervan blijven hangen?
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Iedereen zei: 'Ja, wat de Heer zegt willen wij ook doen; want alleen Hij kent en weet alles tot op de bodem! ,
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar toch zal ook deze kennis in het geheim bewaard blijven onder degenen die in Mijn leer zullen blijven, en dan zal er een tijd komen waarin deze wetenschap, en tegelijk daarmee duizend andere, al het oude bijgeloof voor altijd tot op de bodem zal vernietigen. Maar eerst zal er nog langdurige en harde strijd zijn; tenslotte zal de waarheid echter overwinnen, en al het duistere, valse en slechte zal voor eeuwig in de afgrond verdoemd worden.
Hoofdstuk 184: Over het opnemen van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Het is natuurlijk eeuwig jammer van die honderd dertig soldaten, die hun leven hebben verloren als smadelijk offer voor de domheid van Herodes; maar al met al is het misschien toch maar goed dat het zo gegaan is. Want als wij met hen hier aan land waren gegaan en geweld waren gaan gebruiken op deze puur Romeinse bodem, wie weet hoe het ons dan vergaan zou zijn! In geen geval erg goed; want het is mij niet onbekend dat de Nazarener zelfs bij buitengewoon hoge Romeinen in het geheim heel hoog staat aangeschreven. Kortom, wij weten nu hoe we ons hier hebben te gedragen om te zorgen dat wij bij niemand enige verdenking wekken!
Hoofdstuk 200: De plannen van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Maar tevens heb ik als dienaar van de Heer nog iets te doen, wat ook direct uitgevoerd wordt. Kijk, de bodem van jullie schip is door de harde botsing tegen deze rijk van stenen voorziene oever flink beschadigd! Als het hier niet op een van de meest ondiepe plekken van dit meer lag, zou het allang gezonken zijn; maar omdat het meer hier maar een paar el diep is, kan het schip niet dieper zinken dan het al gedaan heeft.
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...