Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 14 van 1362

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[5] Als dat niet gebeurt, kunnen jullie honderdduizend bokken met bloed besprenkelen, vervloeken, en in plaats van jullie zonden in de Jordaan werpen, maar dan blijven jullie harten en zielen voor God nog net zo onrein en onzuiver als zij eerst waren! Met het water reinigt men het lichaam, en met een vaste, goede en God in alles toegewijde wil reinigt men hart en ziel. En zoals het zuivere, frisse water de ledematen van het lichaam sterkt, zo sterkt een aan God toegewijde, vaste wil het hart en de ziel.
Hoofdstuk 41: Lichamelijke en geestelijke reinheid. Genezing op afstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Maak je daar maar niet druk over. Hij zal zelf alles, wat hij nu volgens zijn beperkte begrippen voor heel verstandig en juist houdt, op een overtuigende wijze weerleggen! Ondervraag hem nu nog maar verder, want Ik vind het erg belangrijk dat jullie de ondergrond van wat de mens de gevatheid noemt heel duidelijk en helder leren onderscheiden van die van het verstand!"
Hoofdstuk 45: De waarheid over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Waar jullie licht, vuur en warmte zien, daar is ook de mens, hetzij al gereed of in een beginstadium. Miljarden licht-, vuur en warmteatomen verpoppen zich en brengen vormen voort. De afzonderlijke vormen gaan opnieuw samen en verpoppen zich in een grotere vorm, die de menselijke vorm al meer benaderden ontwikkelen zich daarin tot een wezen. Dit wezen produceert nu al meer vuur, licht en warmte, waardoor echter een grotere behoefte aan een hogere en meer volmaakte vorm ontstaat. De vele vormen die op zichzelf reeds volmaakter zijn, verscheuren eveneens hun omhullingen, voegen zich samen en verpoppen zich door de substantie van hun wil wederom in een hogere en volmaakter vorm. Dat gaat zo door totdat de mens voltooid is, en daarna ontpopt de mens zichzelf tot de toestand waarin ik mij nu bevind en waarin hij dan volledig gelijk is aan het Oervuur, het Oerlicht en de Oerwarmte. Dat alles nu is God, die ik nu onafgebroken zie in Zijn Oerlicht, met in Zichzelf het volle vuur en de volle warmte, en dat alleen is het wat van eeuwigheid tot eeuwigheid het wezen van God uitmaakt.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Het staat je echter zonder meer vrij alles hardop te vertellen wat ik tengevolge van mijn daartoe neigende aard gedaan heb; want meer dan doden kunnen jullie mij daarvoor niet, en de dood kan ik moedig in de holle, duistere ogen kijken, want daar ben ik niet bang voor! Daaruit kun je reeds opmaken dat ik geen groentje meer ben. Als je uit mijn ploertige leven soms nog een paar spectaculaire dingen bekend mochten zijn, kom daarmee dan maar voor de draad, want mij stoort nu allang niets ter wereld meer!
Hoofdstuk 68: Zorels verontschuldigingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Vriend, één vraag zul je mij echter wel toestaan en die luidt: "Jullie zijn mensen zoals ik, jullie zijn van vlees en bloed en hebben dezelfde zintuigen als wij allemaal. Jij hebt mij echter bewijzen gegeven van een geestkracht, die alles wat ik tot op heden heb meegemaakt, hemelhoog en ver overtreft! Nu is mijn vraag, hoe je daaraan kwam. Wie heeft jou en je vrienden dat geleerd? Hoe kwamen jullie daartoe?"
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Aan jullie werken en daden zal men herkennen dat jullie allen Mijn leerlingen zijn! Want het is gemakkelijker juist te prediken, dan juist te doen. Wat voor nut heeft het woord als zodanig, als het niet levend wordt door de daad? Wat heb je aan de mooiste gedachten en ideeën, als de kracht je ontbreekt deze ooit in praktijk te brengen?! Ook heb je niets aan mooie en ware woorden als je ze zelf niet eens vóór alles uit wilt voeren. Alleen het werk heeft waarde; gedachten, ideeën en woorden zijn waardeloos als zij niet hoe dan ook ten uitvoer worden gebracht. Daarom moet ieder die goed preekt, zelf ook goed handelen, -anders is zijn prediking niet meer waard dan een lege dop!"
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] IK zeg: "Het geloof kan veel, maar de liefde kan alles! Jij, Simon Juda, bent wel een rots in het geloof; maar Johannes is een zuivere diamant in de liefde, en daarom gaat zijn inzicht ook dieper dan bij iemand anders van jullie. Hij is daarom ook Mijn eigenlijke lievelingsschrijver; hij zal veel over Mij te schrijven krijgen wat jullie allen nog een raadsel zal zijn! Want in zo'n liefde is ruimte voor veel dingen, het geloof beperkt zich echter alleen maar tot iets bepaalds, omdat er staat: 'Tot hiertoe en dan niet meer verder! ' Houden jullie je maar aan de uitspraak van Mijn lieveling; want hij zal Mij volmaakt aan de wereld overbrengen!"
Hoofdstuk 88: Verschillende meningen over het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] We zullen nu meteen op iets anders overgaan! Zorel en Zinka, komen jullie wat dichter bij en zeg Mij wat jullie nu vóór alles nog zouden willen zien en weten."
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Kijk, voor dat alles is veel tijd en veel wijsheid, veel geduld en een oneindige kracht nodig! Maar omdat jullie en Ik nog minder, nooit op zullen houden met denken en ideeën vormen, gaat het scheppen ook eeuwig door; want inhoudsloos denken kan Ik niet en kunnen ook jullie niet! Als de gedachte echter eenmaal als een iets gevoeld wordt, moet zij als vorm aanwezig zijn; en bestaat zij eenmaal als vorm, dan is zij ook al geestelijk omhuld en bevindt zij zich als voorwerp, dat in staat is licht op te nemen, voor ons, omdat wij het anders niet als een vormgegeven iets zouden kunnen waarnemen. Zolang Ik Zelf dus zal denken en ideeën vormen en jullie uit Mij, zolang zal het scheppen ook onmogelijk op kunnen houden. Aan ruimte zal het de oneindigheid eeuwig niet mankeren en daarom zullen wij nooit last krijgen van verveling door gebrek aan werkzaamheid.
Hoofdstuk 96: Inzage in de scheppingsgeheimen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als Ik dus zeg, dat jullie je geld ook moeten lenen aan hen die het jullie met terug kunnen geven, wil Ik daar alleen maar mee zeggen dat je met je geld of andere voorraad alleen maar zo moet handelen als Ik je nu heb laten zien; alles wat je minder of meer doet, zou óf dom óf heel kwalijk zijn, en dus een grove zonde tegen de ware naastenliefde!"
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mozes heeft weliswaar voor de toenmalige tijd een wet aan het Israëlitische volk gegeven voor de gehele huishouding en voor alle behoeften en noden van de mensheid; maar die heeft men al helemaal vervormd en ook als hij niet vervormd was zou hij niet meer bij Mijn leer passen. Want als men ploegt kan men met oogsten; als de gezaaide tarwe echter gerijpt is, neemt men maaiers in dienst en dan hebben de maaiers niets aan, een ploeg. Mozes heeft geploegd, de profeten hebben gezaaid en nu is de maai- en oogsttijd gekomen, waarin men Mozes met de ploeg in de hand niet meer kan gebruiken. Daarom zullen wij nu oogsten en alles in onze schuren brengen wat rijp is; maar na de oogst zal jullie de ploeg van Mozes weer in handen worden gegeven om de grond opnieuw los te maken en om opnieuw de zuiverste, hemelse tarwe in te zaaien, en er zullen wachters ontboden worden die goed zullen opletten dat er geen vijand komt en onkruid tussen de zuivere tarwe zaait!"
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Dit alles moet jullie nu toch wel volkomen duidelijk laten zien dat het elkander dienen volgens Mijn huidige leer de hoofdvoorwaarde van al het leven is! - Begrijp dit nu allemaal goed!"
Hoofdstuk 101: Het onkruid tussen de tarwe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk, zo scheppen jullie je huizen, werktuigen, steden, burchten, schepen en nog duizenden andere dingen! En op dezelfde wijze schep ook Ik de hemelen, de werelden en alles wat deze bevatten en dragen. Natuurlijk is voor het scheppen van een wereld meer tijd vereist dan jullie nodig hebben voor het bouwen van een hut, een huis of iets anders; want jullie hebben de kant en klare materie al bij de hand, -maar Ik moet de materie eerst scheppen en haar uit de onveranderlijke vastheid van Mijn wil halen.
Hoofdstuk 102: Gedachten en hun verwezenlijking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Opdat jullie ook zullen zien hoe alles wat Ik jullie nu heb uitgelegd, er uit ziet, zal Ik jullie thans voor korte tijd de ogen openen, zodat jullie alles ook met eigen ogen kunnen aanschouwen. Schenk daarom nu goed aandacht aan wat je zult zien!"
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De zon die voorheen vol vloek was, zal van nu af aan vol zegen zijn, en eveneens alles wat er maar in de oneindige ruimte bestaat! Want zoals Ik jullie gezegd heb, maak Ik nu alles nieuw en alle oude toestanden moeten veranderd worden, omdat Ik Mij Zelf veranderd heb door Mijzelf te bekleden met materie.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...