Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3718 resultaten - Pagina 14 van 248

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[6] Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze opgenomen kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige geesten, waar zij dan als een kind weer verder opgevoed wordt.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De geest van elk mens is zo geaard dat hij net als Gods geest de gehele oneindigheid omvat. Als je nu een nog zo ver verwijderde ster of iets anders opneemt in jouw zuivere hart, dat een geestelijk oog is, en tevens het oog van je ziel door het vleselijke oog richt op het door het geestelijke oog beschouwde voorwerp, botst het innerlijke in je geest aanwezige beeld met de uiterlijke overeenkomstige vorm daarvan. Door deze botsing gaat er in de ziel een volmaakt licht schijnen over het beschouwde voorwerp en dit presenteert zich dan zo aan jou, zoals het in wezen is.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Zo is het goed! Laat je ziel maar altijd de oprechte wens van je hart volgen en ontsteek daarin een heldere vlam, dan zal de gehele ziel weldra licht worden en de geest van God zal in haar opgaan als een zon, en pas in zijn licht en in zijn levenswarmte zal dan het zaad van God ontkiemen en de ziel voor het eeuwige leven voorzien van de vruchten des levens!
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Maar wat ga je met deze mooie jongeman nu doen? Je bent weliswaar ook een heel mooi lief meisje, maar de jongeman overtreft je toch vele malen in schoonheid. Jij bent nu bijna dertien jaar en de jongeman zal zestien zijn. Als hij je man wordt, nu dan mag dat van mij; maar blijft hij alleen maar een speelkameraadje van jou, dan zal je licht ontvlambare hartje beslist heel snel in grote verlegenheid komen! Maar zeg jij maar eens waarvoor je hem zult gebruiken!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] PETRUS zegt: "Of nu juist dáár een speciaal wonder te zien zal zijn, weten wij nauwelijks, maar zoals ons nu al de met rood licht omrande wolkjes aan de verre horizon voorspellen, zullen wij vanaf deze hoogte het mooiste schouwspel van Gods schepping beleven en daaruit zullen wij de les kunnen leren dat onze ziel zo'n zelfde opgang ten deel is gevallen, die eeuwig zal blijven!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Vroeger toen wij nog dachten dat deze aarde de enige wereld in het hele universum was, zou het heel goed te begrijpen zijn geweest, want toen zou er binnen het natuurlijke patroon niets anders zijn overgebleven. Deze aarde was de enige, naar onze begrippen, eindeloos grote wereld, waarvan de wateren tot aan het firmament reikten, en wij geloofden dat de zon, de maan en de sterren er alleen maar waren om met hun licht deze wereld te verlichten! Maar nu heeft opeens alles een heel ander gezicht gekregen. Wij weten nu wat al de sterren, de maan en de zon zijn, en wij weten hoe klein deze aarde is vergeleken met een zonneaarde.
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als het licht van de zon nu op deze genoemde luchtgolven stuit, kaatst het net als op een waterspiegel terug. Zijn er hoge luchtgolven, dan kaatsen zij het opgenomen licht zo nu en dan ook in de richting van de aarde, en dat gaat het gemakkelijkst als de zon zich schijnbaar nog onder de horizon bevindt, waarbij haar stralen in zekere zin van onderaf op de oppervlakte van de luchtzee vallen. Daarom zijn deze opgewekt heen en weer zwevende lichten niets dan de weerschijn van de zon, en hun beweeglijkheid komt door de luchtgolven.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar dat zij nu, terwijl de zon nauwelijks nog een handbreedte onder de horizon staat, vooral boven de zeer heldere wolkjes te zien zijn, komt doordat de luchtgolven nu het licht van de reeds fel door de zon beschenen wolkjes opnemen en daar in zekere zin wat mee stoeien. -Wel, dat is de heel natuurlijke verklaring van dit verschijnsel!
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Denk nu eens op die manier aan de geestelijke zon! Het licht dat van haar uitgaat wordt door het steeds golvende oppervlak van de geschapen levenszee opgenomen, en deze speelt met dat licht, en er ontstaan daardoor allerlei karikaturen, die nog wel het matte licht afstralen, maar tevens ieder spoortje van de goddelijke oervorm vernietigen. Op gelijke wijze is het hele heidendom en nu ook het Jodendom een vertekening van al het zuiver goddelijke.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De beide ESSENEN komen nu dichter bij Mij en zeggen: "Heer , Heer, dat daar oneindig veel uit te Ieren is kon wel eens een eeuwige waarheid zijn, maar is onze ziel wel geschikt voor zulk hoog onderwijs?! Wij kijken wel met gretige ogen in de met licht gevulde diepten van Uw wonderscheppingen en in ons hart verbazen wij ons buitengewoon, maar wij zijn veel te blind om ook maar het wonder van een dauwdruppel naar waarde te schatten en het te begrijpen, Iaat staan dan die wonderen, die in onmeetbare grootten en afstanden lichtend voor ons aan het firmament op en ondergaan! Ook over de boven de wolkjes heen en weerzwevende lichtpuntjes hebben wij al met Petrus gesproken, maar hij kon ons daarover niet voldoende inlichten. - Als het U, o Heer, schikt, zou U ons daarover wel iets kunnen vertellen!"
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Maar meer nog dan zich van alle zware arbeid te onthouden, moet iedere ziel alle hartstochten uitbannen! Want de hartstochten zijn de stormen in de ziel, zij woelen het levenswater om, en Gods evenbeeld wordt dan in de ziel net zo verscheurd als de weerkaatsing van de zon op de golven van de zee. Het beeld van de zon schittert wel op de golven, maar hoe vertekend! En als de storm lang aanhoudt, stijgen er weldra zware dampen op uit de bewogen zee en vullen de lucht van de zielehemel met donkere wolken. Die verhinderen het licht van de geestelijke zon om het levenswater van de ziel te bereiken, - en de ziel wordt donker, kan niet meer het echte van het onechte onderscheiden en houdt de begoocheling van de hel voor een licht uit de hemel.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Kijk, dat is de voor iedereen bruikbare geestelijke betekenis, die ons deze mooie zonsopgang door haar uiterlijke verschijnselen toont! Wie dit toepast op zichzelf, zal in de waarheid en in het licht blijven, en het eeuwige leven zal hem ten deel vallen; maar wie deze les in de wind zal slaan en er geen rekening mee houdt, zal voor eeuwig sterven!"
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De nevels, die zich tussen de zon en de aarde stellen, beelden de veelsoortige onnodige en nietige zorgen van de mensen uit, waar het licht van de zon slechts hier en daar spaarzaam doorheen kan breken, en de nevels stijgen op en bedekken zelfs de bergen. De heuvels en de bergen zijn het beeld van het betere inzicht van de mensen op deze aarde. Dit betere inzicht wordt eveneens vertroebeld door de bekrompen en nietige zorgen van de halfblinde mensen.
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De ESSENEN zeggen heel kleintjes: " Ja, Heer! Wie zou Uw heilige woorden niet begrijpen? Dat zijn geen woorden als die van een mens! Uw woorden zij alle reëel, zij zijn helemaal licht, warmte en leven! Als U, o Heer, spreekt, voelen wij in ons een wezenlijke ontwikkeling, zodat het ons toeschijnt dat er met ieder woord uit Uw mond de een of andere onmetelijk grote nieuwe schepping ontstaat, -en wij voelen in ons een oneindige nieuwe wording!
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] En allen verwonderden zich buitengewoon over deze kracht van de engel, en de HOOFDMAN zegt: "Ha, dat is me een stenenslingeraar! Die zou, in z'n eentje, meer werpen dan tien Romeinse legioenen! Overigens dank ik U, o Heer, voor deze openbaring, want nu heb ik dan ook de eeuwige vijand van alle liefde, al het licht en al het goede en ware, zo gezegd persoonlijk Ieren kennen, en me er snel van kunnen overtuigen wat er met hem aan de hand is. Die wordt in geen eeuwigheid en door geen vuur meer verbeterd!
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...