Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 14 van 1088

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[1] Nu Fungar-Hellan en Mahal zich ervan hadden overtuigd dat hier voor de eerste keer het advies van Mahal mislukte, vroeg Fungar-Hellan aan Mahal: 'Broeder in God, de enig eeuwig Ware, - hoe komt het nu dat je raad vruchteloos is en naar het lijkt ook geen juiste basis heeft?'
Hoofdstuk 319: Mahals opheldering aan Fungar-Hellan. De mislukte lering van de waterpriesters als beeld van het mislukken van de goddelijke liefde bij ons mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De tweede binnenzee stond daarmee niet in verbinding en draagt tegenwoordig nog de naam Middellandse Zee. Deze zee stond evenmin als voorheen, de Zwarte Zee, met de een of andere wereldzee in verbinding; maar de totale oppervlakte ervan was niet minder groot dan de hiervoor genoemde Zwarte of Noordelijke Zee. In de buurt van het huidige Fiume (Ital. naam voor Rijeka) strekt zich een breed en lang dal uit tot in Kroatië en vandaar verder met verschillende vertakkingen naar het stroomgebied van de Sava tot in Krain en daar tot aan de gebieden waar het hooggebergte begint. Aan de andere kant bedekte deze zee het tegenwoordige Venetiaans koninkrijk alsmede Lombardije en ook enkele oostelijke delen van Frankrijk, strekte zich in Afrika door het Nijldal uit tot aan de watervallen en bedekte ook de hedendaagse grote zandwoestijn.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Toen jullie de bouwmeester het bouwplan zagen uitzetten, voelden jullie je in zekere zin al aangenaam verrast, want jullie konden toen al zeggen: hé, kijk eens, dat wordt een grandioos gebouw! Maar toen jullie het zagen nadat het op het afwerken na klaar was, verlangden jullie naar de voltooiing ervan. En toen het gebouw helemaal klaar was, bekeken jullie het met groot genoegen en toen jullie in de mooie en sierlijke vertrekken van het huis werden rondgeleid, waren jullie hoogst verbaasd en zeiden: wie had gedacht dat zoiets uit de voorheen nog helemaal ruwe materie kon ontstaan?
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiële verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Nu hebben jullie je ervan overtuigd dat men ook in een dergelijke geestensfeer-wereld evenals op aarde, naar believen vrij kan rondwandelen. En zo kunnen we ons dan weer op onze vroegere standplaats terugtrekken. Kijk, we zijn er al.
Hoofdstuk 7: De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Maar kijk verder! Hiernaast is alweer een andere, heel smalle baan, die er armoedig uitziet. De baanchef zit echt zorgelijk bij de ingang en lijkt zich om niemand te bekommeren. Zijn weinige helpers volgen zijn voorbeeld. Zie hoc verscheidene gasten naar deze baanchef toe gaan en hem heel heimelijk vragen: hoc staat het met jouw baan? Hij zegt daarop niets anders dan slechts deze woorden: mijn haan spreekt voor zichzelf. Wie haar wil bewandelen, zal zich ervan overtuigen of ze hem al dan niet naar zijn doel zal brengen. Deze eigenaardige en geheimzinnige woorden doen velen verbaasd staan en vrij veel baangasten beginnen zich bij hem aan te sluiten.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Neem al jullie kerkelijke en politieke zaken bij elkaar of vergelijk ieder mogelijk detail ervan met ons beeld, en jullie zullen ontdekken dat het er zowel in het algemeen als in elk detail precies mee overeenstemt. Opdat jullie dit echter nog duidelijker begrijpen, wil Ik jullie slechts als voorbeeld iets aanhalen uit zowel de sfeer van de kerk als van de staat. Uit de kerkelijke sfeer nemen we bijvoorbeeld de oorbiecht. De toestand van de schommel, waarin deze bij het heen en weer zwaaien de aardbodem het dichtst nadert, is de zondige toestand. Men biecht en verheft zich daardoor aan de ene kant met een zwaai naar de hemel, maar glijdt even vlug weer terug. Op het laagste punt biecht men weer en zwaait dan aan de andere kant naar de hemel. Zo herhaalt de mens in zijn schommelsituatie deze daad zo lang hij leeft en besluit zijn leven bij de rusttoestand van de schommel gewoonlijk weer met de biecht. De schommel zwaait dan echter niet meer omhoog, maar de mens verlaat dit leven op hetzelfde punt waar hij het is begonnen. Welke vooruitgang de geestelijke mens daardoor echter heeft geboekt, kunnen jullie nu juist opmaken uit ons beeld in de sfeer van onze geest op de geestelijke zon, namelijk dat hij nog heel lang zal doorschommelen tot ofwel het touw breekt of hij zijn als het ware vastgegroeide blinddoek kwijtraakt. Aan deze hier gegeven maatstaf kunnen jullie het hele ceremoniële kerkelijke gebeuren afmeten, en jullie zullen daarin niets anders ontdekken dan `het schommelen'. De wezenlijke zin van het hele tegenwoordige kerkelijke leven wordt ook heel treffend bezongen door elke kerkklok die bij iedere zwaai met enorm lawaai steeds een en dezelfde toon laat horen. Een harmonisch gevoelig oor kan dan luisteren zoveel het wil en voor dat doel alle mogelijke plekken uitzoeken, het zal echter toch niets anders horen en in zich opnemen dan juist voortdurend dezelfde eentonige klank, die reeds bij de eerste klepelslag duidelijk viel waar te nemen. Wat zo'n luisteraar tenslotte zal verkondigen is het volgende: van veraf is de klank nog om aan te horen, maar van dichtbij is hij onverdraaglijk; wat zoveel wil zeggen als: zolang het uit mijn buurt blijft zit ik goed! Zo hadden we dus een voorbeeld uit de sfeer van de kerk; nu nog een staatkundig voorbeeld.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Hoor, een ander zegt: op twee manieren. Zoals jullie zien, zijn de waterradbelanghebbenden toch al door duizend angsten bevangen en weten totaal niet meer hoe ze het oude, vermolmde rad weer moeten opknappen. Wat is er nu gemakkelijker dan stiekem een gang te maken en hun fantastische water op een subtiele manier naar het laagland te laten weglopen. Wanneer hun bassin geen water meer zal bevatten, dan kunnen ze hun rad ronddraaien zoveel ze willen, maar jullie kunnen ervan verzekerd zijn dat alle roeiers die nu nog op het water rondvaren, heel vlug op de veilige oever zullen aansturen, waar zij zich ervan kunnen overtuigen dat er overal volop leven aanwezig is.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Maar zie, vlak ernaast staat alweer een derde baanchef. Hij maakt geen lawaai, trekt een heel goedmoedig en medelijdend gezicht en de gasten vragen hem waarom hij dat doet en wat hem dan op zo na aan het hart ligt. Hij zegt hen heel bescheiden met zachte woorden: wie zou daarbij niet droevig zijn?! Deze arme mensen gaan immers allemaal de verkeerde weg, terwijl toch alleen deze de enige juiste is, die bijna lijnrecht naar de deur van de tent loopt. Ik zeg jullie niet: kom hierheen, maar als jullie overal zullen hebben ervaren dat jullie met je vergeefse, zinloze moeite niets hebben bereikt, zullen jullie je wel vanzelf op mijn baan begeven. Ik zeg jullie: ik vind het zelfs niet eens goed als iemand naar mijn baan loopt en daardoor de arglistige baanchefs naast mij jaloers maakt. Als hij zich overal ervan overtuigd zal hebben dat hij bedrogen is, zal hij zonder meer naar mij toekomen en mij alsnog graag een hoge baanprijs betalen als ik mijn baan maar voor hem wil openstellen.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie zien daar naar de middag toe iets eigenaardigs en jullie weten niet wat je ervan moet denken. Jullie zien aan een vanaf het hoge firmament hangende gouden staaf een zon hangen die zich statig en langzaam heen en weer beweegt als de slinger van een klok. Jullie zouden wel willen weten wat dat is. Ik zeg jullie: laten we er maar naartoe gaan, dan zullen jullie er weldra achter komen.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Keren jullie je nu maar naar rechts, kijk naar het eerdergenoemde dal en vertel me dan wat jullie ervan vinden. Jullie zeggen: beste vriend en broeder, het ziet er verschrikkelijk woest en verlaten uit. We zien wel hier en daar tegen de bergwanden een soort kreupelhout groeien en meer in de diepte van dit bijzonder nauwe dal zien we hier en daar doornhagen, waaraan enkele ons bekende bessen groeien. Nog dieper in het dal zien we allerlei soorten distelachtig onkruid nogal rijkelijk groeien. De noordelijke, avondlijke berghelling ziet er bijzonder kaal uit; bijna niets dan rotswanden en nog eens rotswanden stapelen zich op en tussen de rotskloven stort zich hier en daar een machtige beek in de diepte. Alleen de naar de morgen gelegen bergwand ziet er wat vriendelijker uit en is hier en daar met een onaanzienlijke alpenhut gesierd. Maar bewoners zijn er niet te zien. Misschien bevinden ze zich dieper in het dal. Daar op de voorgrond is geen levende ziel te zien.
Hoofdstuk 24: De plaats en omstandigheden van stoïcijnen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De verstandspreses zegt daarop: in dat geval zijn jullie mij helemaal welkom. Voor zover het in mijn vermogen ligt, wil ik jullie graag helpen, maar niet waar het mijn vermogen te boven gaat. Jullie zullen wel gehoord hebben en weten dat mijn schatten niet uit goud en zilver en allerlei edelstenen bestaan; ook worden bij mij geen maaltijden en geen van goedsmakende spijzen voorziene tafels aangeboden. Maar wat ik heb, namelijk de overwinning van het heldere verstand, daaruit mogen jullie putten zoveel je wilt. Jullie kunnen ervan verzekerd zijn dat deze schatten jullie gelukkiger zullen maken dan wanneer jullie alle gedroomde zogenaamde hemelse heerlijkheden zouden bezitten, die op zich niets anders zijn dan heimelijk uitgesproken behoeften van een geest die niet tevreden is met wat hem gegeven is. Jullie weten dat de ruimte oneindig is, en dat de mens in deze ruimte denkt. Wie zijn gedachten tot in het oneindige laat gaan, vergeet ten eerste dat hijzelf slechts een eindig wezen is; ten tweede bedenkt hij niet en wordt hij dus niet gewaar dat voor hem tenslotte uit zulke gedachten niets anders dan voortdurende ontevredenheid ontstaat. Daaruit volgt een steeds groter verlangen naar onbereikbare goederen, waaruit uiteindelijk ook een voortdurende onzalige situatie groeit, waardoor de menselijke dwaasheid alleen nog maar blindelings door onbereikbare en grootse, maar lege verwachtingen verzadigd kan worden. Bijgevolg is de hemel dan ook niets anders dan zo'n gedroomd goed, dat enkel dient ter bevrediging van de verbeeldingskracht van geesten die ontevreden zijn met wat hun werd gegeven.
Hoofdstuk 25: Een bekeringstocht naar de betere stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk eens hoe hij bang hij is voor hetgeen er komen gaat en uit grote angst en vrees achteruitdeinst. Zij grijpt hem echter bij de arm en smeekt hem bij alles wat haar dierbaar is om slechts voor deze ene keer naar haar te luisteren en te blijven, omdat dit nu juist het geluk is dat zij hem voorspeld heeft en dat hij moet leren kennen om zich ervan te overtuigen in hoeverre zij gelijk of ongelijk had.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Ik wil u verder niet opmerkzaam maken op de veelvuldige zegeningen van het christendom die elders en op andere tijden plaatsvonden, maar laat u in plaats daarvan slechts de toestand zien van de tegenwoordige volkeren die het christendom nog niet kennen, zoals de bijna eeuwig vreedzame Chinezen en nog andere aanzienlijke volkeren in Azië en die op de nog niet ontdekte eilanden. U moet wel volslagen blind zijn als u nu niet met één oogopslag het verschil ziet tussen het christendom en de ware wijsheid van nog oudere, meer ervaren en vreedzame volkeren. Toch zeg ik u, dat al deze grote, schadelijke gebreken van liet christendom of veeleer van liet nieuwe jodendom nog goed te praten zouden zijn als iemand zou zeggen: deze historische feiten zijn allemaal wel waar, maar Christus heeft ze nooit geleerd en Hij kan dus onmogelijk de schuld dragen van al het onheil dat de verbreiding van Zijn leer met zich mee heeft gebracht, want Zijn leer was immers zuiver en bijzonder menslievend. Beste vriend, dat klinkt allemaal heel mooi en daarom was ikzelf ook tijdens mijn hele leven op aarde een vurig verdediger van het christendom. Pas hier zag ik in deze leer het eigenlijke gif voor de volkeren en dat is de duidelijke verwijzing naar luiheid en nietsdoen. De mens, die toch al een aangeboren neiging tot luiheid heeft, vindt in deze leer de beste verdediger van deze neiging, omdat hem kennelijk gezegd is niets anders te doen dan een zeker geestelijk rijk te zoeken, waardoor de gebraden vogels hem dan zonder meer in de mond zullen vliegen. Ziet u, verscheiden wijze mannen hadden niet veel tijd nodig om zich ervan te overtuigen dat het met deze gebraden vogels op niets zou uitlopen. Daarom grepen ze naar andere middelen, namelijk het oude vertrouwde zwaard, lieten het eenmaal gekerstende volk bij zijn blindheid en verschaften zich dan de gebraden vogels met het zwaard in de hand. Vriend, denk hierover zoals u wilt, toch zult u wat het christendom betreft, onmogelijk tot een andere conclusie komen, ongeacht alle hogere, geestelijke ervaringen die men hier in gelouterde toestand, zoals in mijn geval, na verloop van verscheidene eeuwen heeft opgedaan. Waarde vriend, ik ben nu uitgesproken en u kunt doen wat u wilt. Wees overigens steeds verzekerd van mijn hoogachting en mijn vriendschap; het zal mij ook een groot genoegen zijn als we elkaar over een paar eeuwen weer zullen ont moeten. - Kijk, de ander gaat weg en trekt met zijn hele gezelschap weer verder, ons paar alleen achterlatend. Over het effect van deze `prachtige redevoering' en dit bijzonder mensvriendelijke onderricht zullen we pas de volgende keer meer ervaren. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Overal waar zo'n straal derhalve dan ook maar op valt, ben Ikzelf, precies als in de zon, geheel en al volkomen aanwezig; niet alleen werkzaam, maar ook persoonlijk, en deze persoonlijkheid is bijgevolg ook overal een en dezelfde. Waarheen je hier ook zult gaan, je zult Mij overal volmaakt thuis aantreffen. Betreedt naar eigen willekeur een van deze woonhuisjes die je hier ziet, en je kunt ervan verzekerd zijn dat je Mij in elk daarvan als een volmaakte Heer des huizes zult aantreffen.
Hoofdstuk 60: De Oer-eigenlijke God-Zon. Uitleg over de persoonlijke, wezenlijke alomtegenwoordigheid van de Heer. Voorbereiding voor de maaltijd met de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...